PRINTBARE
VERSIE
DEEL
1
DEEL
2
GETUIGEN
VAN ROSWELL
Door:
Paul Harmans
December
2007
Deel
3
~
Mijn God, hoeveel getuigen heeft de mensheid nodig om eindelijk in te
zien dat UFO’s een realiteit zijn en dat wat er in Roswell neerstortte
niet van deze wereld was? ~
Ik
heb onlangs bij Amazon in Amerika het boek ‘Witness
to Roswell’ (256 blz.) gekocht. Het is het nieuwste
boek over het Roswell-incident, geschreven door Thomas J. Carey en Donald
R. Schmitt, uitgebracht in juli 2007, exact 60 jaar na het Roswell-incident.
Je vindt in het boek nieuwe getuigenissen van mensen die eindelijk hun
verhaal durven te vertellen, omdat er in het geval Roswell, onder het
bewind van president Clinton, een oude order werd ingetrokken, zodat
vanaf dan elke getuige die iets van de zaak Roswell weet dat ook kan
vertellen, zonder bang te zijn voor tegenbeschuldigingen, het verlies
van pensioen, of zelfs gevangenisstraf voor het schenden van de eed
tot geheimhouding. De twee schrijvers en onderzoekers hebben inmiddels
meer dan 600 getuigenissen en de teller loopt nog. Het is een race tegen
de klok, veel getuigen zijn inmiddels overleden en de rest is natuurlijk
zeventig jaar en ouder.
Vervolg
op deel 2
4.
Piloten en andere getuigen
Het Roswell
Army Air Field was het meest elite, militaire onderdeel van het land,
het was het eerste operationele Strategic Air Command (SAC) onderdeel.
Roswell was gekozen als thuisbasis van het 509ste (atoom)bommenwerper
onderdeel vanwege de centrale ligging op de landmassa van Noord-Amerika
en het verschafte een mooie veiligheidssituatie omdat het ‘in
the middle of nowhere’ lag. De basis was in een constante staat
van hoge beveiliging en gereedheid. Alle officieren en het toegewezen
personeel waren speciaal uitgezocht om daar dienst te doen en hadden
een gedegen onderzoek naar betrouwbaarheid achter de rug. De noodzaak
van betrouwbaarheid werd er als het ware ingeslagen. Het was verboden
- op straffe van zware gevangenisstraf - om zelfs met de naaste familie
of de eigen vrouw over zaken te praten die op de basis voorvielen.
Voor het geval er iemand mocht denken dat de ‘loose lips sink
ships’ mentaliteit van de Tweede Wereldoorlog verleden tijd
was, waren er op strategische plaatsen op de basis borden opgehangen
met de tekst:
WHAT
YOU HEAR HERE
WHAT YOU SEE HERE
WHEN YOU LEAVE HERE
LET IT STAY HERE!!
Dergelijke
zaken zorgden ervoor dat veel mannen thuis niets, maar dan ook helemaal
niets vertelden over wat er op de basis was voorgevallen, zelfs niet
als het ging om de berging van een vliegende schotel. Veel van dergelijke
mannen zijn inmiddels overleden en hun vrouwen vertelden de onderzoekers
dat hij hen nooit over iets dergelijks had verteld. Het is voor een
burgerman onbegrijpelijk dat men zijn leven lang iets dergelijks voor
zich houdt, zelfs voor zijn eigen vrouw, maar er waren dus blijkbaar
mensen die dat wel konden. Gelukkig voor de onderzoekers zijn er inmiddels
al meer dan 600 getuigen wel naar voren gekomen.
Het
volgende wat er met de lichamen gebeurde, nadat ze vanuit het hospitaal
in een houten kist op droog ijs waren gelegd, is duidelijk geworden
door de getuigenissen van drie bemanningsleden van de B-29 bommenwerper
met de naam ‘Straight Flush’ welke op 9 juli 1947 onder
zeer strenge bewaking een houten kist met daarin hoogst waarschijnlijk
de lichamen van Roswell naar Fort Worth vloog. De getuigen zijn Pvt.
Lloyd J. Thompson, een boordschutter en assistent vluchtwerktuigkundige;
staf-sergeant Arthur J. Osepchook, ook een boordschutter en sergeant
Robert A. Slusher, de radioman.
Staf-sergeant Arthur J. Osepchook
Dit
was de - niet op het schema staande - speciale vlucht van een enkele
B-29 met de naam ‘Straight Flush’ van het 393ste
bommenwerper squadron, welke vloog van het Roswell Army Air Field naar
het Fort Worth Army Air Field op een verdacht lage hoogte van slechts
8000 voet. (B-29’s vlogen normaal op een hoogte van ongeveer 25.000
voet.) In plaats van de normale lading had het die dag een lading in
het bommenruim bestaande uit een enkele houten kist met de afmetingen
van ongeveer 1,20 x 1,50 x 4,50m. Rondom de kist in het bommenruim stonden
zo’n stuk of zes bewapende beveiligingswachten. Omdat het bommenruim
van een B-29 niet onder druk kon worden gezet, moest de Straight Flush
laag genoeg vliegen zodat de beveiligingswachten daarin niet zouden
bezwijken aan een zuurstoftekort. De lage hoogte suggereert ook dat
er mogelijk iets biologisch in het krat zat.
B-29 Straight Flush
Na
de landing in Fort Worth, toen het toestel tot stilstand kwam, stond
er een heel team hoge rangen naast de landingsbaan te wachten en er
werd over de intercom door de gehele bemanning gehoord dat de bommenrichter
een oude vriend daaronder herkende, een lijkschouwer. Hij werd onmiddellijk
door de gezagvoerder terechtgewezen met een: “Shut up!”
Men was namelijk voor vertrek verteld niet onderling te praten over
wat dan ook tijdens deze missie. Maar de mannen telden het een bij het
ander op. Zij hadden in Roswell ook de geruchten gehoord van een neergestort
‘ruimteschip’ een paar dagen eerder ten noorden van de stad.
De dag ervoor hadden ze in de Roswell Daily Record en op de radio gehoord
dat er door het 509ste een vliegende schotel was geborgen en dat de
stukken daarvan op transport gingen naar hogere hoofdkwartieren, dus
ook Fort Worth. Er was ook gesproken over vreemde kleine lichamen.
B-29 Dave’s Dream
Toen
de houten kist in Roswell onder bewapende bewaking in het bommenruim
van hun B-29 werd geladen, werden alle lagere rangen van de bemanning
gesommeerd aan het uiterste einde van de vleugeltip te gaan staan en
met het gezicht van het toestel afgewend, zodat ze niet konden zien
wat er gebeurde. Deze order moedigde enkele mannen echter aan een kleine
blik achterom te werpen. Op de vlucht naar Fort Worth was er daarom
niet veel voor nodig om hen te doen denken dat de grote kist in het
ruim mogelijk iets met het gecrashte ‘ruimteschip’, waar
iedereen in Roswell over sprak, had te maken. (De officieren aan boord
wisten het wel, want zij waren vlak voor vertrek afzonderlijk ingelicht.)
Nu zij hoorden dat er een lijkschouwer op hun vlucht stond te wachten
en toen ook nog hoorden dat één van de officieren van
hun vlucht opmerkte dat zij ‘zojuist geschiedenis hadden geschreven’,
begonnen de mannen de gedachte te omarmen dat de houten kist wel eens
iets te maken kon hebben met de ‘kleine lichamen’.
Eén
van de mannen was daar zeer zeker van overtuigd. Onbekend aan de andere
bemanningleden in die tijd, had de boordschutter van de Straight Flush,
Lloyd J. Thompson, een luchtmachtdokter van de Roswellbasis herkend,
die hem een week eerder aan zijn bezeerde schouder had geholpen en
die nu aan boord was op de vlucht naar Fort Worth, hij bevond zich
onder de beveiliging rondom de kist.
Op de
één uur durende terugweg naar Roswell, toen de houten
kist in Fort Worth was uitgeladen, vloog de Straight Flush op haar
normale hoogte van 25.000 voet.
5.
Militairen met hoge rang en wetenschappers: “Dit was niet van
deze aarde.”
De meeste militairen met hoge rang die aanwezig waren bij het Roswell-incident
willen liever niets zeggen en liever ook geen leugens over een weerballon
vertellen en doen het af met: “Ik kan het mij niet meer herinneren.”
Een politiek antwoord. Er zijn echter een paar uitzonderingen. De eerste
is Brigadier Generaal Thomas Jefferson Dubose. In zijn beëdigde
verklaring staat o.a:
(3) Ik
ben in 1959 met pensioen gegaan bij de U.S. Air Force met de rang
van Brigadier Generaal.
(4) In
juli 1947 was ik gestationeerd op Fort Worth Air Field (later Carswell
Air Force Base) in Fort Worth, Texas. Ik diende daar als chef-staf
van majoor generaal Ramey, de commandant achtste Air Force. Ik bezat
de rang van kolonel.
(5) In
begin juli ontving ik een telefoontje van majoor generaal Clements
McMullen, waarnemend commandant, Strategic Air Command. Hij vroeg
mij wat wij wisten over het object dat buiten Roswell, New Mexico
was geborgen en zoals in de pers was medegedeeld. Ik belde kolonel
William Blanchard, de commandant van de Roswell-luchtmachtbasis en
gaf hem opdracht het materiaal in een verzegelde laadkist naar mij
op Fort Worth te verzenden. Ik bracht daar ook majoor generaal McMullen
van op de hoogte.
(6) Nadat
het vliegtuig met het materiaal vanuit Roswell arriveerde, vroeg ik
de commandant van de basis, kolonel Al Clark, het materiaal onder
zijn hoede te nemen en het persoonlijk met een B-26 aan generaal McMullen
in Washington af te leveren. Ik bracht McMullen hiervan op de hoogte
en hij vertelde mij dat hij het materiaal dan weer met een persoonlijke
koerier en met zijn vliegtuig zou laten afleveren op Wright Field
aan Benjamin Chidlaw, bevelvoerend generaal van Air Material Command
op Wright Field (later Wright Patterson AFB) De gehele operatie werd
onder de meest strikte geheimhouding uitgevoerd.’
(7) Het
materiaal dat wordt getoond op de foto’s, genomen in het kantoor
van generaal Ramey, was van een weerballon. De weerballonverklaring
voor het materiaal was een cover-up verhaal om de aandacht van de
pers af te leiden.
Generaal
Arthur E. Exon
Gepensioneerd
generaal Arthur E. Exon was in 1947 een officier met lagere rang en
was gestationeerd op Wright Field in Dayton. Als een lid van het Air
Material Command, waar overblijfselen van de Roswell-crash naartoe
waren gezonden en later als commandant van de luchtmachtbasis Wright-Patterson
(in 1964), was Exon in de positie om bepaalde zaken te weten, zelfs
al had hij zelf geen eerstehands toegang tot de artefacten afkomstig
van Roswell.
Generaal Arthur E. Exon
Hij
kende mensen die dat wel hadden. Volgens Exon was de algemene opvatting
onder wetenschappers die betrokken waren bij het nemen van een serie
materiaalproeven, dat “de delen (de wrakstukken) vanuit de ruimte
kwamen.”
Gezagvoerder
sergeant Lewis S. Rickett. (een korte uitleg, in het boek staat
veel meer)
Een
van de meest belangrijke getuigen was gezagvoerder sergeant Lewis S.
Rickett. Hij wist een hoop van het Roswell-incident en voor zijn overlijden
in 1992 werkte hij vrijwillig mee met de onderzoekers.
Rickett
was persoonlijk op één van de wrakvelden aanwezig en
trachtte in aanwezigheid van Sheridan Cavitt (die zijn ervaringen
mee het graf in nam, zonder ze ooit te hebben willen vertellen, zelfs
niet aan zijn vrouw) een stuk van het wrakmateriaal over zijn knie
te buigen, iets dat onmogelijk was. (Er waren verschillende soorten
wrakmateriaal, zo was er het oersterke spul dat leek op zilverpapier
dat wel te verkreukelen was, maar daarna weer de oude vorm aannam.
Dat materiaal moet niet verward worden met wat ook werd gevonden en
bijna net zo dun was, maar dat zelfs met een voorhamer niet was in
te deuken. Dat is het materiaal dat Rickett over zijn knie trachtte
te buigen. Vert.)
Twee
maanden later, in september 1947, kreeg Rickett een andere opdracht
toegewezen. Hij moest de ‘Manhatten Project’ wetenschapper
dr. Lincoln La Paz van de universiteit van New Mexico in Albuquerque
assisteren. La Paz was een vermaard meteoorexpert en tevens een kernfysicus,
hij was zojuist in Roswell aangekomen nadat hij zijn instructies in
Washington D.C. had gekregen. Hun speciale opdracht was: het traject
en de snelheid vaststellen van het onbekende object dat ten noordwesten
van de stad was gecrasht.
Gezagvoerder sergeant Lewis S. Rickett
Rickett
beschreef aan de onderzoekers dat hij en La Paz een mogelijk punt van
impact hadden gevonden op ongeveer 5 mijl ten noordwesten van het wrakveld
op de oude Foster ranch. Zij ontdekten niet alleen nog een klein aantal
wrakstukken die identiek waren aan wat Rickett eerder in handen had
gehad, maar ze waren verrast door de vondst van gekristalliseerd zand
op het hooggelegen woestijnlandschap, dat waarschijnlijk ten gevolge
van een enorme hitte was ontstaan. Er werd ook een laatste deel gevonden
dat niet overeen kwam met al het andere materiaal dat al was gevonden,
een naadloze, zwarte doos. Rickett vertelde ons dat het iets groter
was dan een schoenendoos, het leek op glimmend plastic en het woog niets.
“Wat ze ook probeerden, ze konden het niet open krijgen, tenminste,
als er al een binnenkant was,” lachte Rickett.
Ze spendeerden
drie weken aan het interviewen van getuigen en het maken van berekeningen
en dat verdween allemaal in het rapport van La Paz. Rickett had nooit
de kans deze documenten in te zien, omdat die, tezamen met het nieuw
gevonden fysieke materiaal, meteen op het Pentagon werden afgeleverd.
De professor verklaarde echter wel aan hem, dat op basis van alle
nieuwe gegevens en de hardware die zij gevonden en getest hadden,
dat het originele object een ‘onbemande interplanetaire sonde’
moest zijn.
Rickett
bleef zoeken naar meer antwoorden, maar zijn supervisor kapitein Cavitt
weigerde over de zaak te praten. Een jaar later ontmoette hij in Albuquerque
opnieuw dr. La Paz. La Paz was er nog steeds van overtuigd dat het
object dat nabij Corona explodeerde, van een andere planeet afkomstig
was. In al zijn vertrouwelijke ontmoetingen met verschillende regeringsagentschappen
was hij niets tegengekomen dat in tegenspraak was met zijn bevindingen.
6.
Inspanningen tot geheimhouding
Dat militairen moesten tekenen voor geheimhouding voor wat betreft zij
hadden gezien en gehoord in de dagen en dat werd overgevlogen naar Fort
Worth, mag voor een militaire standaard worden gehouden, hoewel er heel
wat militairen, vooral de lagere rangen, niet alleen een bevel tot geheimhouding
moesten tekenen, maar ook werden bedreigd en velen daarvan binnen een
paar maanden werden overgeplaatst naar bases die ver van elkaar verwijderd
lagen. Maar dat burgers met de dood werden bedreigd omdat ze in de plaatselijke
kroeg iemand met een stukje van het beweerde wrakmateriaal hadden gezien,
is natuurlijk zeer, zeer buitengewoon. Toch gebeurde dat op grote schaal.
Sheriff George Wilcox, die in eerste instantie door Mac Brazel werd
benaderd en de wrakstukken zelf in handen had, werd door de luchtmacht
gedwongen de burgers tot stilzwijgen te dwingen. De arme man kon niet
anders dan deze opdracht uitvoeren. Volgens familie en vrienden hebben
de gebeurtenissen bij Roswell de man ‘kapot gemaakt’. Hij
stelde zich daarna niet meer kandidaat voor sheriff en bij navraag bleek
waarom. De onderzoekers vroegen een paar jaar geleden aan een voormalige
hulpsheriff van Wilcox waarom dat was en die reageerde met: “Ik
wil geen kogel door mijn kop.”
Nadat
het verhaal onder controle was gebracht en de zaken min of meer bedaarde,
bracht het leger een bezoekje aan sheriff Wilcox en zijn vrouw Inez.
Maar of dat was om hem te prijzen of te bedanken is de vraag? De boodschap
die aan het geschrokken paar werd afgeleverd was, dat, tenzij ze hun
mond over alles hielden, niet alleen zij beiden zouden worden vermoord,
maar ook hun kinderen. Sheriff Wilcox overleed in 1961. Toen zijn kleindochter
later aan Inez Wilcox vroeg of ze die bedreigingen geloofde, keek Inez
haar met een uitgestreken gezicht en scherpzinnig blik aan en antwoordde:
“Wat denk je zelf?”
In
het boek staan een aantal voorbeelden van intimidatie, maar ik zal een
voorbeeld aanhalen waaruit duidelijk wordt dat zelfs kinderen werden
bedreigd en dat ook luchtmachtpersoneel zelf de stad in ging om mensen
hun mond te laten houden over wat ze hadden gezien.
Frankie
Dwyer was in juli 1947 een 12jarig schoolmeisje en de ontmoeting met
de bullebak en bedreigende militaire officier achtervolgt haar tot
de dag van vandaag. Frankies vader was een voorman bij de brandweer
van Roswell. In de tijd van het incident was Frankie naar de tandarts
geweest en was naar de brandweerkazerne gelopen zodat haar vader haar
naar huis kon brengen. Terwijl ze daar zat te wachten kwam er een
verkeerspolitieagent, Robert Scroggins, binnen met een schalkse blik
in de ogen. “Hé jongens! Willen jullie iets zien?”
Scroggins greep in zijn zak en haalde er iets uit dat hij in zijn
hand verfrommelde. “Kijk goed,” zei hij. Toen hield hij
zijn hand boven de tafel en opende hem. Iets zilverachtigs viel uit
zijn hand en viel zonder een geluid te maken op de tafel. Toen, als
door een wonder, spreidde het zich als kwik binnen één
of twee seconden uit tot een klein, dun, onregelmatig stukje materiaal
van de een of andere soort. Iedereen die die dag daar was, inclusief
Frankie Dwyer, kreeg het in handen. Het kon niet met een schaar ingeknipt
worden, of gekrast, verbrand of permanent gekreukeld worden. Niemand
daar wist wat het kon zijn. Scroggins vertelde dat hij het had gekregen
van iemand uit Corona.
Een dag
of twee later was Frankie thuis en hielp haar moeder met huiselijke
karweitjes, toen er plotseling een harde bons op de deur klonk. Toen
haar moeder de deur opendeed, stond daar een grote man met brede schouders
en een dreigende uitstraling en gekleed in een uniform van de militaire
politie. Hij kwam voor Frankie Dwyer. Nadat mevrouw Dwyer haar dochter
aan hem had voorgesteld, werd zij zelf door twee andere MP’s
weggeleid naar een andere kamer. Met een vol New Yorks accent begon
de eerste MP Frankie te ondervragen over het voorval op de brandweerkazerne
en wilde weten wat zij had gezien. Overtuigd dat zij genoeg had gezien,
greep hij zijn handknuppel en begon daarmee in zijn open hand te slaan,
om duidelijk te maken waarom hij was gekomen. “Jij hebt niets
gezien, begrijp je dat goed? Als je er iets over vertelt, dan zal
niet alleen jij vermoord worden, maar je hele familie. Er ligt daarbuiten
een hele grote woestijn en niemand zal je ooit nog vinden.”
Daarna werd de bevende mevrouw Dwyer weer bij haar doodsbenauwde dochter
gelaten en vertrokken de mannen.
Frankie Dwyer Rowe
Bij het
onderzoek gedurende de jaren van Frankies verhaal, volgden we (de
onderzoekers en schrijvers van het boek, Thomas J. Carey en Donald
R. Schmitt) het spoor van bewijs om tot de conclusie te komen dat
de MP die Frankie die dag opzocht, waarschijnlijk de voormalige New
Yorkse politieagent Arthur Philbin was geweest. Hij was de beveiligingsofficier
van het 390ste service squadron dat in 1947 deel was van het 509ste
bommenwerper onderdeel. Luitenant Philbin was tevens groot en dreigend
met brede schouders en hij leidde de bewaking op de basis en had de
reputatie een behoorlijk keiharde vent te zijn. Hij vormde tevens
de verbinding tussen de basis en het politiebureau van Roswell en
het kantoor van de sheriff als het ging om zaken waarbij zowel de
basis als de stad waren betrokken.
Philbin
was al jaren geleden overleden, dus was het onmogelijk om de rollen
om te draaien en hem te ondervragen over zijn tijd in Roswell. Daarom
hebben we nooit eerder iets over Philbin geschreven of zijn naam aangehaald.
We hebben ook nooit zijn naam aan Frankie Dwyer genoemd. In 2005 kregen
we een idee. Waarom zouden we niet, net als de politie deed, een aantal
mannen in een rij zetten, waaronder zich ook de verdachte bevond en
die door de getuige laten bekijken? De hoop is dat de getuige er de
verdachte tussenuit pikt. Het kon geen kwaad dat te proberen. We wisten
dat luitenant Philbin’s foto in het RAAF jaarboek van 1947 stond.
Hij staat op een pagina tezamen met de foto’s van 16 andere
officieren, genoeg om een rij te vormen.
We maakten
van die pagina een fotokopie en stuurden die naar Frankie Dwyer Rowe
met de simpele vraag: “Herken je iemand op de bijgesloten pagina
als de persoon die in 1947 naar je huis kwam en je bedreigde?”
Een paar weken later ontvingen we een enveloppe met daarop als afzender
de naam van Frankie. In de enveloppe zat de opgevouwen fotokopie die
we haar hadden gezonden. Er was geen begeleidend schrijven, alleen
de pagina met daarop de 17 foto’s van de officieren van het
390ste. Er was een eenvoudige cirkel getrokken rond één
van de foto’s… de foto van luitenant Arthur Philbin.
Bovenstaand
voorbeeld lijkt mij genoeg om aan te tonen dat burgers, en zelfs kinderen,
met de dood werden bedreigd, waarom? Omdat ze slechts een enkel stukje
van een weerballon hadden gezien?
7.
Doodsbedverklaringen
Veel militairen hebben hun leven lang hun mond gehouden over wat ze
in Roswell zagen en meemaakten. Een aantal heeft in de laatste levensdagen
alsnog de naaste familie te kennen gegeven dat het in 1947 absoluut
om een vliegende schotel met inzittenden ging. In feite is niets overtuigender
dan een doodsbedverklaring, waarom zou iemand in zijn laatste uren zijn
familie een leugen vertellen?
Bij
rechtszaken leggen de zogenaamde doodsbedverklaringen meer gewicht in
de schaal en worden ze extra overwogen, omdat men gelooft dat wanneer
een mens weet dat de dood aanstaande is, men zijn geweten wil zuiveren
en de waarheid wil vertellen.
Eén
van de eerste voorbeelden van een doodsbedverklaring komt van wijlen
sergeant Melvin Brown, die ten tijde van het incident in het K-squadron
diende. Zijn dochter Beverly Bean vertelt dat toen haar vader in 1986
op zijn sterfbed lag, net buiten Londen in Engeland, hij enkel en
alleen over Roswell sprak. Hij herhaalde tekens weer: “Het was
geen verdomde weerballon.” Brown’s vrouw en oudste dochter
weigeren nog steeds de zaak te bespreken. Beverly Bean wil echter
dat iedereen moet weten wat haar vader haar in zijn eigen laatste
woorden vertelde:
“Het
liep al tegen de schemering toen een andere soldaat en ik op de bergingsplaats
in één van de ambulancevrachtwagens werden gestationeerd.
Alles was in vrachtwagens geladen en ik kon maar niet begrijpen waarom
enkele vrachtwagens ijs of zoiets brachten. Ik kon niet bedenken wat
ze koud wilden houden. Onze orders waren niet onder het canvas laken
achterin de vrachtwagen te kijken. Maar zodra we kans zagen trok ik
de bedekking weg. Er lagen lichamen onder… kleine lichamen…
en ze hadden grote hoofden en schuinstaande ogen.”
Zijn
familie vreest nog altijd voor represailles van de regering als ze teveel
zeggen.
Er
staan meerdere doodsbedverklaringen in het boek en ik haal er nog één
aan:
Sergeant
Homer G. Rowlette, jr. maakte in 1947 deel uit van het 603e Air Engineering
Squadron op het Roswell Army Air Field. Hij was een carrièremilitair
en ging na 26 jaar trouwe dienst met pensioen.
Sergeant Homer G. Rowlette
Voordat
hij in maart 1988 overleed deelde hij uiteindelijk zijn zoon Larry de
volgende opzienbarend informatie mede over zijn betrokkenheid bij de
berging van een vliegende schotel. Zijn vader was deel van de schoonmaakploeg
welke naar de inslagplaats ten noorden van Roswell was gezonden. Zijn
vader vertelde Larry dat hij alles had gezien. Hij had het geheugenmateriaal
in handen gehad, dat volgens hem dunne folie was dat altijd zijn vorm
behield. Alsof dat nog niet genoeg was, beschreef hij ook het feitelijke
voertuig, dat enigszins rond was. Maar wat volgde verraste zijn zoon
compleet. “Ik zag drie kleine wezens. Ze hadden grote hoofden
en er was er op zijn minst nog één in leven.” Zijn
vader eindigde met te vertellen dat er drie plaatsen waren, de ene juist
ten noorden van Roswell en twee andere nabij Corona.
Lees
beslist de beëdigde verklaring van Walter G. Haut (zie ufowijzer-link
onderaan de pagina), de man die in opdracht van kolonel Blanchard op
8 juli 1947 de persverklaring opstelde waarin stond dat de Amerikaanse
luchtmacht in het bezit was van een vliegende schotel. Haut heeft deze
verklaring een paar jaar (2002) voor zijn dood opgesteld, omdat hij
niet bij leven over de ware aard van het Roswell-incident wilde praten.
Hij had zijn meerdere en vriend, kolonel William Blanchard, de belofte
gedaan zijn leven lang niets over het incident te vertellen en die belofte
heeft hij gehouden. Pas na zijn dood in december 2005 mocht deze verklaring
geopenbaard worden en het zal niemand verbazen dat wat erin staat al
de bovenstaande getuigenissen bekrachtigd.
Nawoord
Ik weet het, de bovenstaande getuigenissen (in deel 1, 2 en 3) lijken
misschien alsnog als los zand aan elkaar te hangen, maar lees het boek
en daarmee de vele andere getuigenissen die tezamen een kloppend plaatje
tonen. De schrijvers kunnen aan de hand van de vele getuigenissen die
ze hebben, de punten verbinden en daarmee exact de gebeurtenissen in
een logische volgorde herschrijven. Er is geen speld tussen te krijgen,
tenzij je, net als de debunkers en de Amerikaanse luchtmacht, de feiten
grof geweld wilt aandoen.
Waarom
nemen we het niet gewoon aan zoals honderden getuigen vertellen dat
het was?
Ten
overvloede: een ieder die een mening over Roswell wil ventileren MOET
dit boek eerst gelezen hebben. Op grond van dit boek kun je niet anders
dan concluderen dat Roswell inderdaad buitenaards gerelateerd is, een
ieder met gezond verstand en rationeel inzicht kan niets anders concluderen!
Link
naar beëdigde verklaring van Walter G. Haut,
de man die de persverklaring opstelde waarin stond dat de Amerikaanse
luchtmacht in het bezit was van een vliegende schotel:
Link
naar Brigadier Generaal Thomas Jefferson Dubose
met onderaan zijn doodsbedverklaring:
UFO
PAGINA
ROSWELL
PAGINA
Pagina
Laatst Toegevoegde Artikelen
|