PRINTBARE VERSIE

DEEL 7

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is. Hans Jochems.)

Deel 8


~ “Na gedurende meer dan vijfentwintig jaar aan dit buitenaardse project te hebben gewerkt, kon de wetenschapper niet geloven hoe onvoorbereid hij was de buitenaardsen rechtstreeks te ontmoeten” - De auteur ~



Het boek ‘In League With A UFO’, geschreven door de Amerikaan Mr. Lou Baldin,
uitgegeven op 25 juni 1997.



Schrijver Lou Baldin

* * * * *


Hoofdstuk 6

BIOLOGISCH AFBREEKBARE BUITENAARDSE OBJECTEN

‘Het was mogelijk dat niets het schip ooit verliet’, die hypothese bood een lid van de commissie op een dag aan de commissieleden die maar piekerden over hoe dat buitenaardse toestel het spoor kon blijven volgen van ieder deel van zijn lading. Tijdens het testen begroeven de wetenschappers buitenaardse onderdelen honderden meters onder de grond. De commissie schoot de buitenaardse voorwerpen de ruimte in voor een enkele reis naar Jupiter. De voorwerpen werden weggestopt in een omhulsel van beton, lood en staal. De wetenschappers lieten de buitenaardse voorwerpen zinken in de diepste delen van de oceaan. Maar nog steeds verscheen elk en ieder buitenaards onderdeel drie dagen later opnieuw terug aan boord van het buitenaardse toestel.

De voorwerpen die verstopt waren, verdwenen uit hun verblijfplaats zonder een spoor of aanwijzing dat zij daar ooit waren. Het was alsof er absoluut niets in was verborgen. De buitenaardse voorwerpen hadden het materiaal dat hen bedekte niet verplaatst. En er werden geen holten gevonden. Hoe was dat mogelijk? En van welk goddelijk materiaal werden deze buitenaardse voorwerpen gemaakt, omdat zij niet konden worden bekrast, ingedeukt of verbrand? Zelfs pogingen om de onderdelen onder een druk van duizenden bars te pletten mislukten. De hydraulische persen raakten niet beschadigd en het buitenaardse materiaal sprong simpelweg terug alsof het een ‘karikatuur figuurtje’ was!

Er werden van sommige van de buitenaardse voorwerpen keramische beeldjes of modellen gemaakt. Van de voorwerpen die voortdurend van vorm en afmeting veranderden werd geprobeerd een soort ontwikkelingsgeschiedenis vast te leggen. De opdracht om een genealogie van die onderdelen te maken die constant veranderden was zeer moeilijk en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. Het leek erop alsof het niet werd ‘toegestaan’ om sommige onderdelen te fotograferen en om hun gelijkenis te bewaren op wat voor manier dan ook. Er was geen enkele mogelijkheid om hun patent te schenden! Sommige buitenaardse voorwerpen herhaalden hun vorm nooit voor de tweede keer. Anderen hadden een cyclus van tientallen verschillende vormen en herhaalden dat gehele patroon.

Als de onderdelen nooit het schip verlieten, waar gingen ze dan heen? Als een buitenaards voorwerp uit het schip werd gehaald, was het een logische conclusie dat het niet langer op het schip was. Maar de commissie wist dat er niets van het schip of zijn inhoud was dat logisch was. Hun grootste fout was om logica toe te passen om een oplossing op alle vragen te vinden.

Het bedieningpaneel van het buitenaardse toestel
Op één van de bedieningpanelen van het toestel, dat geplaatst was, zoals men aannam, in het midden van het controlecentrum, zaten afbeeldingen die alles uitbeelden wat aan het buitenaardse toestel toebehoorde. De afmeting van elke afbeelding was 12,7 mm in het vierkant. Het gebied dat alle afbeeldingen omvatte was ongeveer 90 bij 90 cm. Er waren 5.184 afbeeldingen. Als een buitenaards voorwerp transformeerde, transformeerde de afbeelding van dat buitenaardse voorwerp op exact hetzelfde tijdstip.

Als een buitenaards voorwerp uit het schip werd gehaald, straalde de afbeelding die het vertegenwoordigde een zachtgroene gloed uit. Hoewel het moeilijk te zeggen was, voelden sommigen in de commissie dat de afbeeldingen in feite exacte, werkende kopieën van ieder voorwerp voorstelden. Er was geen enkele manier om daar achter te komen omdat de afbeeldingen ontoegankelijk waren. Anders dan onze eigen bedieningspanelen, die toegankelijk zijn via een opening aan de achterkant, voorkant of zijkant, was er geen toegangsmogelijkheid naar de instrumenten van het buitenaardse bedieningspaneel.

Het buitenaardse ruimteschip is als een ‘levend metaalachtig dier’
Het hele ruimteschip leek op een soort van levend metaalachtig dier. Het had geen zichtbare klinknagels of schroeven om dingen bij elkaar te houden en er waren ook geen naden. Het schip en zijn inhoud schenen meer organisch dan synthetisch te zijn. Er waren geen scharnieren, klinken, knoppen, rollers of wielen - enkel een gladde, effen, uit één deel bestaande huid dat het hele toestel omvatte.

Het schip onttrok oneindig veel meer informatie over de onderzoekers dan de onderzoekers ooit konden hopen te verzamelen van het toestel. Dat was een uitgemaakte zaak voor de commissie. Er was geen apparatuur in het toestel dat aangaf dat het toestel informatie verzamelde. Maar het toestel paste zich aan, aan sommige van de onhandige manieren die de onderzoekers gebruikten om er materiaal van te verzamelen. Het toestel gaf de wetenschappers aanwijzingen als voorwerpen bepaalde apparaten en openingen in het toestel activeerden. Het schip deed dit door het buitenaardse voorwerp waar de wetenschapper naar keek een gloed te laten uitstralen en in enkele gevallen was er een geluid om aan te geven dat de wetenschapper moest doorgaan met zijn werk aan wat voor project dan ook. Het proces was vergelijkbaar met de manier waarop mensen hun problemen oplosten: als wij een probleem maar lang genoeg bestudeerden, gebeurde het in veel gevallen dat de oplossing zichzelf presenteerde in een droom of door inspiratie.

De theorie is dat de onderbewuste geest ‘s nachts beter werkt als alle andere afleidingen minimaal zijn. Mogelijk pakte het buitenaardse toestel de frustraties van de wetenschappers met een vergelijkbare manier op en leverde dan een aantal oplossingen. Maar nog steeds was de weg naar het begrijpen van de buitenaardsen en hun toestel lang en vol met hindernissen. En de wetenschappers liepen tegen elk van die hindernissen op.

Waarom hebben de buitenaardsen zoveel moeilijke informatie tegelijk bij de aardbewoners gedumpt? Hebben de buitenaardsen de capaciteiten van mensen overschat om een zo ver gevorderde maatschappij als die van hen te kunnen begrijpen? Dat is zeer onwaarschijnlijk vanwege de buitenaardse superioriteit, die aangeeft dat zij niet in staat zijn tot het maken van een dergelijke fout.

Buitenaardse technologie – Waar komt het vandaan?
Hoeveel nieuwe technologie er van dat bijzondere buitenaardse toestel werd vergaard en is ingebracht voor praktisch aards gebruik is niet bekend. In wat voor tijdsbestek die buitenaardse technologie werd verspreid is ook onbekend.

Zoals ieder ander product dat in fabrieken wordt vervaardigd, is het uitgewerkte voorwerp het resultaat van vele verschillende processen. De grondstoffen komen van de ene bron terwijl de kennis van hoe het verwerkt moet worden van een andere bron komt. Het is niet noodzakelijk te weten waar de ene technologie eindigt en een andere begint of waar het vandaan komt. Het enige dat van belang is, is het eindproduct. De technologie of stukjes informatie die van de commissie kwamen werden verzameld en vermengd met andere stukjes informatie van andere bronnen en technologieën. Deze commissie was slechts één van vele anderen die in het geheim werken aan ‘wie weet wat?’ Maar eerlijk gezegd, wat maakt dat uit, zolang de nieuwe technologie maar blijft komen.

De kennis afkomstig van het buitenaardse schip werd gecombineerd met andere bronnen die niet zo geheim waren, zoals universiteiten en privé-ondernemingen die onderzoek doen. Al deze stukjes informatie vloeien en combineren samen totdat iemand schreeuwt: “Eureka”, wat aangeeft dat er weer een nieuwe stap naar een meer geavanceerde wereld is gezet.

De magie van de afbeeldingen
Eén van de leden voelde dat hij het raadsel had opgelost over hoe de buitenaardse voorwerpen verdwenen en weer terugkeerden naar het schip. Hij had het gevoel dat de afbeeldingen op het bedieningspaneel niet alleen symbolen waren, maar in feite echte onderdelen. De onderdelen die uit het toestel werden gehaald en bestudeerd door de wetenschappers, waren gewoon wegwerp reproducties van de afbeeldingen. De levensduur van die reproducties was precies 72 uur. De wetenschapper geloofde dat de buitenaardse voorwerpen oplosten in de atmosfeer zonder enig bewijs achter te laten dat zij ooit bestonden. Deze theorie paste goed bij de rapporten die gemaakt waren door mensen die hadden geclaimd dat zij waren ontvoerd. Alle ontvoerden rapporteerden dat buitenaardse metalen voorwerpen in verschillende delen van hun lichamen waren geïmplanteerd. Maar wanneer sceptici die mensen vroegen om die geïmplanteerde buitenaardse voorwerpen te tonen, waren de ontvoerden daar niet toe in staat.

Tot dat punt had niemand van de commissie kunnen bewijzen dat de buitenaardse onderdelen verdampten, maar het was op dat moment één van hun betere vermoedens. Verdamping verklaarde ook waarom niemand ooit een buitenaards voorwerp vond of waarom er geen bewijs was dat buitenaardsen ooit de aarde hadden bezocht. Verdamping beantwoordde de grote vraag die UFO-sceptici altijd stellen: “Indien buitenaardsen de aarde bezoeken, waar is dan het buitenaardse afval?” Het antwoord op die vraag is voor sommigen altijd helder geweest - de buitenaardsen zijn niet zulke straatvervuilers zoals mensen dat zijn.

Die antwoorden waren te eenvoudig voor de sceptici en de commissie wilde dat zo houden. De commissie had geen intenties om hard bewijs te leveren of wat voor bewijs dan ook van het bestaan van buitenaardsen. Integendeel, de wetenschappers zouden de eersten zijn om het bestaan van buitenaardsen te ontkennen.

De mogelijkheid dat de bedieningspaneelafbeeldingen eindeloos kopieën van zichzelf maakten, met hetzelfde gemak waarmee cellen dat in een laboratorium doen, was verbazingwekkend. Wat voor wereld zou er gebouwd kunnen worden indien er slechts een fractie van die magie uit deze voorwerpen kon worden geperst? Alleen op het moment dat er een buitenaards voorwerp uit het toestel werd verwijderd en de ‘eindtijd’ daarvan was verlopen, verscheen er opnieuw een ander die zijn plaats innam. Er was geen methode om te weten of de afbeeldingen zich iedere drie dagen automatisch kopieerden? Of dat alleen de voorwerpen die het schip verlieten vernieuwd werden?

De wetenschappers konden de buitenaardse voorwerpen niet markeren zoals je een dollarbiljet zou markeren. Het buitenaardse, metaalachtige materiaal was onontvankelijk voor wat voor manier van markeren dan ook. Dat materiaal zou een godsgeschenk zijn voor steden die te maken hebben met de graffitivervuiling van jongelui. Verf hechtte niet en viel vanzelf van het buitenaardse materiaal.

Op het moment dat ‘Frankenstein’ deel werd van de inventaris van het buitenaardse toestel, verscheen er een afbeelding van dat mannelijke lichaam op een apart paneel. Als de theorie inhield dat de afbeeldingen de prototypes waren van alle onderdelen op het schip, dan kon de commissie misschien het lichaam onderwerpen aan vele soorten experimenten. Dat zou de noodzaak van de commissie verkleinen om zwaar gewonde mensen te verzamelen om mee te experimenteren.

Om die theorie te testen namen de wetenschappers een drastische beslissing: ‘Dood het lichaam’. De commissie kon die theorie niet op de andere buitenaardse voorwerpen testen omdat die onverwoestbaar waren. Maar aan de andere kant was het lichaam nog steeds van vlees en bloed. Dus hoopten de wetenschappers dat het ‘Frankenstein’ lichaam zou kunnen worden beschadigd of gedood.

Niemand bood zich vrijwillig aan om het lichaam te doden. Ondanks dat het lichaam niets meer was dan een levende plant, een ‘vegeterend mens’, kon niemand zichzelf zover krijgen het te doden. De commissie besloot tot een verzoek aan zijn superieuren om de hulp van een Maffia-type huurmoordenaar te krijgen. Het verzoek werd goedgekeurd en de commissie kreeg te horen dat zij een procedure moesten voorbereiden over hoe die taak zou moeten worden uitgevoerd. De commissie besloot dat dit moest plaatsvinden op een afgelegen eiland en dat de moordenaar het idee moest worden geven dat het om een gokschuld ging. Het lichaam werd aangekleed in vrijetijdskleding dat paste bij het luieren op het strand. Het lichaam werd met een donkere zonnebril zodanig onder een strandparasol geplaatst dat het leek alsof het naar muziek luisterde via een draagbare radio die in het zand naast het lichaam stond. ‘Frankenstein’ werd door een militair vrachtvliegtuig naar die bestemming gevlogen.

De opdracht van de moordenaar was: ‘benader de man van achteren, schiet hem drie keer door het hoofd en verdwijn.’ De moordenaar had geen enkele aanwijzing betreffende wie hij doodde en nam aan dat het om een ‘routine aanslag’ ging die bij zijn werkgever besteld was.

Nadat de aanslag had plaatsgevonden, grendelden de commissieleden die de leiding over die operatie hadden het gebied helemaal af. De wetenschappers maakten gedetailleerde waarnemingen over wat plaatsvond met het lichaam kort nadat het was neergeschoten. Het lichaam werd gedurende 72 uren nauwgezet geobserveerd om te zien of het zou verdwijnen net zoals alle andere buitenaardse voorwerpen. Toen het niet verdween, keerde de commissie met het lichaam naar de basis terug en voerde er een autopsie op uit. De wetenschappers ontdekten dat het buitenaardse ‘apparaat’ niet langer in het lichaam zat. De autopsie had niets geheimzinnigs of ongewoons aangaande het lijk gevonden. Het vertoonde dezelfde graad van decompositie die normale lijken in een dergelijke tijdsperiode onder gelijkaardige condities ook ondergaan.

De studie riep meer vragen op en verschafte niet één antwoord. De dood bewees niet dat de buitenaardse voorwerpen desintegreerden. De dood bewees alleen dat het menselijke lichaam met het buitenaardse apparaat sterfelijk is. De afbeelding van het lichaam werd niet langer op het bedieningspaneel getoond. Er werd geen lofrede uitgesproken en er werd door niemand die met het lichaam had gewerkt, of er bij in de buurt was geweest, enige spijt betuigd. In plaats daarvan waren de meesten opgelucht nu het er niet meer was. Toen het lichaam er niet meer was, ervoer iedereen een merkbare positieve vooruitgang in het moreel. Maar die gelukkige dagen waren kortstondig. Er kwamen orders van de top om zo spoedig mogelijk nog een lichaam te produceren, gevolgd door meer lichamen ergens in de toekomst.

Buitenaardsen nemen het initiatief
Op een morgen onthulde één van de commissieleden zijn collega's dat hij de voorgaande nacht was ontvoerd! Die openbaring bracht een gevoel van opwinding bij de overige leden. Ze geloofden het allemaal vanwege de speciale omstandigheden van hun werk, het was juist vreemd dat het niet eerder was gebeurd. De ontvoerde wetenschapper vertelde zijn collega's dat het al aan de gang was zelfs voor hij naar het programma kwam. Toen vertelde de wetenschapper dat ook zij ontvoerden waren en al vele malen sinds hun jeugd waren meegenomen. De buitenaardsen hadden toegestaan dat hij zich deze ontvoering herinnerde omdat, zoals als zij het brachten, ‘het tijd was’.

De wetenschapper werd ontvoerd terwijl hij thuis sliep. Er waren ook andere mensen in het buitenaardse toestel, die vlak voor hem door de buitenaardsen ontvoerd waren. De niet menselijke wezens stonden de wetenschapper toe om voor de eerste keer in zijn leven ‘waarnemer’ te zijn, hijzelf was niet het onderwerp van welke procedure dan ook die de buitenaardsen daar verrichtten. De andere mensen die daar met hem waren hadden dat geluk niet. De wetenschapper moest de kwellingen verdragen bij het zien van wat elk van de anderen moest doormaken. Hij had geen vrijheid in zijn bewegingen en werd telepathisch verteld waar hij heen moest gaan en hij deed dat zelfs voordat zijn bewuste geest het verzoek begreep. De buitenaardsen hadden rechtstreeks toegang tot zijn onderbewuste geest. Onder die buitenaardse controle bewoog zijn lichaam alsof hij op de automatische piloot stond. Het enige dat de wetenschapper kon doen was geestelijk afwachten terwijl zijn lichaam onmiddellijk de psychische bevelen van de buitenaardsen uitvoerde.

De buitenaardsen waren vriendelijk, behandelden hem gemoedelijk en verzekerden de wetenschapper constant dat hij niet bang hoefde te zijn. Als hij een vraag had en de buitenaardsen waren gewillig die te beantwoorden, werd hij sneller beantwoord dan dat de vraag zich in zijn geest vormde. Indien het een vraag was die de buitenaardsen niet wilden beantwoorden, zeiden de niet menselijke wezens dat tegen de wetenschapper en lieten hem weten dat hij er misschien ergens in de toekomst een antwoord op zou krijgen. Zelfs wanneer hun intenties erop gericht waren om nooit een bepaald geheim te onthullen, vermeden de buitenaardsen het gebruik van negatieve reacties.

Het was maar goed dat de buitenaardsen de wetenschapper op de automatische piloot hadden, vertelde hij zijn collega's, omdat hij anders door zijn knieën zou zijn gezakt. Na gedurende meer dan vijfentwintig jaar aan dit buitenaardse project te hebben gewerkt, kon de wetenschapper niet geloven hoe onvoorbereid hij was de buitenaardsen rechtstreeks te ontmoeten.

De wetenschapper wist dat de ontvoering die hij die nacht ervoer enkel de initiatie was en dat er niet van hem werd verwacht om ook maar iets van de dingen die daar aan de gang waren te begrijpen. Hij herinnerde zich dat er daar vier andere volwassen, menselijke mannen met hem waren. Elk zat naakt op een bank. Ieder van hen zag eruit alsof hij in een opleidingskamp voor mariniers was, rechtop zittend met een verlaten blik. Niet één van hen was volledig verlamd omdat de wetenschapper zag dat er twee van de mannen hun hoofden draaiden en rechtstreeks naar hem keken. Hij herkende de angst die hij in de ogen van die mannen zag. ‘Het was dezelfde angst die hij in zijn eigen ogen had!’

De wetenschapper vertelde zijn commissiecollega's dat de sterren veel helderder zijn wanneer zij bekeken werden van een uitkijkplaats boven de aardse atmosfeer. Hij sprak onsamenhangend over hoe onbezonnen hij zich ondanks zijn angst voelde. Terwijl de buitenaardsen hun werk deden, was het toestel ergens in een baan rond de aarde gestationeerd. De wetenschapper wilde naar één van de kijkvensters om de sterren beter te kunnen bekijken en om te zien hoe de aarde eruitzag vanuit de ruimte. Maar de buitenaardsen zeiden dat hij dat tijdens dit bezoek niet mocht.

De buitenaardsen waren strikt zakelijk, niet zoals bij een huisartspraktijk op aarde waar een patiënt de tijd heeft om eerst wat tijdschriften te lezen voordat het consult begint. Er was geen wachttijd voor de ongeruste zielen die in het buitenaardse schip waren. Eén voor één stond ieder mens op en liep een kamer in die even helder leek als de zon zelf. Dan, schijnbaar uit het niets, verscheen er een tenger lijkende buitenaardse die met een snelle beweging de mensen hielp om op de tafel te gaan liggen. Alles in de kamer was opgepoetst en ordelijk. Instrumenten die nodig waren verschenen als het ware uit de lucht.

De kamer was vergelijkbaar met die aan boord van het toestel wat de commissie in haar bezit had, behalve dat de wetenschappers daar nooit getuige waren van het verschijnen van instrumenten vanuit de wanden zoals dat gebeurde tijdens de ontvoering. Die buitenaardse kamer was de enige die vergelijkbaar was met die van het toestel van de commissie. Het ontvoeringstoestel was veel groter, acht tot tien maal groter. De wetenschapper zag niet veel buitenaardsen, maar op de een of andere manier wist hij dat er dozijnen van hen aan boord van dat schip waren.

Toen de wetenschapper naar de buitenaardsen keek die aan het werk waren (met een snelheid die hem duizelig maakte), was het enige waaraan hij kon denken hoe daar weg te komen. Dat was ironisch. Hij had vele jaren op dat moment gewacht en nu was hij niet zo zeker meer of hij dat ooit nog wilde.

Sommigen van de commissieleden vroegen zich af of zij een hypnose-sessie (een soort terugkijktherapie) zouden moeten ondergaan om er achter te komen wat elk van hen die ontvoerd was had meegemaakt. Geen van hen wist zeker of zij wel ontvoerd waren. Bijna allen op twee na waren niet verrast toen de hypnose-sessie bevestigde dat de ontvoeringen hadden plaatsgevonden.

Het commissielid dat ontvoerd was en dat feit aan zijn collega’s openbaarde, raadde hen aan om geen hypnose-sessie te doen. Hij vertelde de wetenschappers dat van wat hij had gezien, hij plechtig kon verklaren dat de procedures die de buitenaardsen bij de ontvoerden gebruikten bijzonder pijnlijk waren. Dus het was beter voor hen om die ervaring niet te herbeleven. “Teruggaan om het te herbeleven is niet ver van masochistisch zijn,” vertelde hij de commissie.

Ondanks dat de buitenaardsen zo snel werkten dat hij moeilijk kon volgen wat ze precies deden, was de wetenschapper enorm onder de indruk over hoe precies de buitenaardsen en hun machines hun werkzaamheden uitvoerden. Als de wetenschapper niet zo bang was geweest, zou hij gelachen hebben over wat hij zag, hoewel wat de ontvoerden ondergingen zeker niet lachwekkend was. De manier waarop de menselijke ontvoerden werden rondgeslingerd ‘als ware het voddenbalen’ was enigszins amusant. Het was alsof hij in een hol was van een stelletje knotsgekke tovenaars. Er waren voorwerpen die door de kamer rondvlogen, en soms boven de tafel stopten waar de ontvoerde lag. Dat vliegende buitenaardse voorwerp maakte dan een op en neergaande beweging, en vloog dan schommelend en dansend door de kamer.

Andere buitenaardse voorwerpen waren robotachtig, ze liepen of zweefden. Sommige verschenen uit het niets, deden wat ze moesten doen en verdwenen dan weer. Sommigen van de buitenaardsen leken menselijk, maar misschien waren zij net zoals de wetenschapper en verbleven ze daar voor een bepaalde stageperiode. Als de wezens die er menselijk uitzagen net als hem mens waren, dan waren die mensachtigen van een hoger niveau dan de wetenschapper omdat de mensachtigen vrij rond liepen en niet de angst leken te ervaren die hij en de andere ontvoerde mensen hadden. Veel van de instrumenten die door de buitenaardsen werden gebruikt schenen uit het niets te komen. Sommige leken organisch te zijn en bewogen als en leken op wormen. Deze kwamen te voorschijn uit wat leek op solide oppervlakken maar lieten na hun verschijnen geen gat na en ook niet als de buitenaardse voorwerpen er zich weer terugtrokken.

Ongeacht wat voor ingrepen er op de ontvoerde mensen werden verricht, de uitkomst was altijd geslaagd. Het was ‘een vast gegeven’. De buitenaardsen spleten werkelijk één van de mannen in tweeën, sneden hem volledig doormidden. Een paar seconden later hadden de buitenaardsen de menselijke man weer hersteld. Dit alles was gedaan zonder enig bloedverlies of zichtbare littekens.

Alles werd gedaan zonder enige noodzakelijke nazorg. Er was geen herstelperiode voor de ontvoerde. Zodra elk persoon van de chirurgische tafel kwam was deze klaar om teruggebracht te worden naar zijn eigen slaapkamer of naar de plek waar hij oorspronkelijk was opgepikt.

Wegens de pijn die de ontvoerde mensen hadden moeten doorstaan, leek het erop alsof ze urenlang in dat toestel waren geweest. Maar van wat de commissiewetenschapper zich kon herinneren was geen van de ontvoerden voor meer dan twee of drie minuten onder ‘het mes’ geweest. De werkelijke tijdsduur was misschien langer, omdat de werkelijke tijdsduur moeilijk te beoordelen is als je je in een buitenaards toestel bevindt.

DEEL 9


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen