PRINTBARE VERSIE

EEN BUITENAARDS PLAN WAARBIJ HYBRIDEN ZIJN BETROKKEN

Door: Budd Hopkins

Uit: The Journal of Abduction-Encounter Research (JAR) (eerste kwartaal 2007)

Vertaling: Paul Harmans



Dit artikel is gebaseerd op een presentatie gegeven op 3 maart 2006 op het International UFO Congress te Laughlin, Nevada. Sinds de openbaring in 1966 van de Hill-ontvoering, hebben onderzoekers een overvloed aan overeenkomende gevallen vergaard die wijzen op een systematisch ‘mens-buitenaards’ voortplantingsprogramma dat hybriden voortbrengt. Hoewel feitelijke copulatie aan de ontvoerde kan worden opgedrongen, beschrijven de meeste ontvoerden het vergaren van sperma en eitjes. Vrouwelijke ontvoerden hebben gemeld dat ze hybride kinderen hebben gezien en kinderbewaarplaatsen. Deze hybriden zijn nu volwassen en rijden, zoals gerapporteerd, in auto’s, winkelen en begeleiden vreemde ‘sollicitatiegesprekken’ waarbij ze hun buitenaardse mogelijkheden van ‘mind control’ en telepathie inzetten. De in elkaar grijpende gegevens wijzen op een buitenaardse infiltratie in onze wereld met onbekend doel.


Budd Hopkins

Het meest recente en wellicht meest verontrustende aspect van het ontvoeringsfenomeen waarnaar ik heb gekeken, is het onderwerp van hybride wezens. Deze wezens, welhaast zeker genetisch geconstrueerd uit een mix van menselijke en buitenaardse karakteristieken, lijken in staat te zijn zich te bewegen in onze menselijke wereld. Het is een onderdrukte gedachte die mij al lange tijd bezig houdt en ook een die ik eigenlijk niet bewaarheid wil zien.

Zowel David Jacobs als ik hebben geschreven over het produceren van hybride baby’s, een programma waarvan we voelden dat het een fundamenteel plan van de buitenaardsen inhield. Ik begon het voor het eerst in 1984 te zien, zo’n 22 jaar geleden en tegen de tijd dat mijn boek ‘Intruders’ werd gepubliceerd, in 1987, had ik vele van deze zaken blootgelegd. In feite beschrijft Kathie Davis, waarover ik in mijn boek Intruders schrijf, een klein, duidelijk niet volledig menselijk kind waarvan haar gevoel haar zei dat het van haar was.

De Barney en Betty Hill zaak markeerde het begin van het kennis nemen van het publiek van het ontvoeringsfenomeen en het is belangrijk te begrijpen dat er zelfs aan deze vroege zaak een voortplantingsaspect zat. Toen ik in 1966 over de Hills hoorde, wist ik niet dat er bij Betty eitjes waren weggenomen door middel van een naald die in haar navel werd gestoken. Wat we in die tijd ook niet wisten (het was niet publiekelijk gemaakt omdat het als te delicaat werd gezien om het in John Fuller’s boek ‘Interrupted Journey’ op te nemen), was dat er een spermamonster was genomen van haar man Barney Hill.

Met de Hill zaak hadden we de hoofdzaak al kunnen weten, dat de aliens primair geïnteresseerd zijn in menselijke lichamen, in onze fysieke eigenschappen. Na verloop van tijd ontdekten we dat de aliens monsters namen van menselijke weefsels met daarbij wat in vele, vele gevallen leek op eitjes en sperma. Deze buitenaardse interesse in het menselijke lichaam lijkt niet op iets spiritueels, het is in tegenspraak met het idee dat de aliens welwillende wezens zijn die hier zijn om het menselijke ras te helpen. In plaats daarvan lijken zij een eigen plan te hebben, wat tevens het voortbrengen van hybride wezens inhoud.

David Jacobs en ik hebben ook verslagen van ontvoerden gehoord over wezens die er behoorlijk anders uitzagen dan de standaard grays. Wezens die niet de typische grote, zwarte alien ogen hebben, sommigen hadden wit in de ogen en hun hoofd is meer van menselijke vorm. Ik heb een serie tekeningen die zijn gemaakt in de vroege jaren ’80, van aliens die veel meer menselijk lijken dan de standaard grays, maar we weten niet wat we daarvan moeten maken. (Sommige onderzoekers hebben er voor gekozen deze wezens de ‘Nordics’ te noemen.)

In die eerste jaren kregen we van ontvoerden meldingen van vreemd uitziende, kleine baby’s die hen werden getoond en het werd duidelijk dat deze kleine kinderen de ontvoerden werden aangeboden om door hen te worden vastgehouden en aangeraakt. En in 1983, bij de Kathie Davis zaak, had ik de eerste echte doorbraak. Nadat Kathie’s onaannemelijke zwangerschap verdween, werd ze opnieuw ontvoerd en haar werd een klein kind getoond waarvoor ze een enorme genegenheid voelde. Ze zei dat het kind gedeeltelijk op ons leek en gedeeltelijk op de buitenaardsen. Het kind dat ze beschreef had stroachtig, heel blond haar dat niet gelijkmatig de schedel bedekte. Haar hoofd was te groot, ze had vreemde en zeer grote ogen, maar voor de rest wel normale kenmerken. In die tijd begrepen we niet waarom de buitenaardsen deze wezens met een mix van menselijke en buitenaardse kenmerken produceerden. Was het voor hen of voor ons? Het duurde een lange tijd voor ons om deze nieuwe gegevens te plaatsen.

Ik begon dit soort gevallen van overal vandaan te krijgen. Een Turkse ‘moeder’ van een hybride kind dat haar was getoond, wat wel of niet gedeeltelijk van haar was, stuurde mij een tekening van het kind. Maar ze bleef zeggen: “Er is iets aan de hand met het hoofd.” Het haar was niet in orde. Sommige van deze kinderen groeiden op tot volwassenen, want gedurende de jaren ’80 en ’90 ontvingen we ook een aantal meldingen van volwassen hybriden. Deze wezens werden vaak omschreven als vrouwelijk met soms zeer zwarte ogen en soms meer menselijke ogen. En ze hadden allemaal een vreemde haardos, alsof ze, zoals verscheidene ontvoerden zeiden, goedkope pruiken droegen.

We kregen ook meldingen waarin mannelijke ontvoerden ogenschijnlijk een seksuele relatie met deze vrouwelijke wezens hadden. De mannen werden verlamd en seksueel misbruikt door de buitenaardse vrouwen, die misschien trachtten hun vrouwelijke haardracht te gebruiken om meer te lijken op een menselijke vrouw om zodoende de seksuele daad makkelijker te maken. Sommige van deze zaken zijn moeilijk hanteerbaar voor de onderzoeker, ze vereisen meer tact dan andere gevallen waar we mee te maken hebben.

Een ander voorbeeld: ik ontving een melding van een man uit Lebanon die wakker werd met een mensachtige vrouw bovenop hem die bezig was met seksuele activiteiten. Hij was niet in staat zich te bewegen. Het is heel belangrijk je te realiseren dat deze ontvoerden bij het verwerken van dergelijke ervaringen emotioneel een heel moeilijke tijd doormaken. Ze zijn niet op een normale manier seksueel opgewonden. Ze zijn met schrik vervuld, vaak vinden ze het weerzinwekkend, maar zijn hulpeloos en het lijkt erop dat de hele procedure kan worden uitgevoerd vanwege enige controle die de buitenaardsen over ons neurologische systeem hebben.

De man vond dit wezen schrijlings over hem zittend, met een andere vrouw terzijde. Hij had ondanks zijn angst het gevoel dat de vrouw die schrijlings over hem heen zat, de andere vrouw leerde hoe zij gemeenschap moest hebben met een menselijke man. Sommige van deze wezens schijnen bijna als mens in onze wereld te passen, hun lichamen en gezichten zijn behoorlijk menselijk, hoewel ze ‘gemaakt’ kunnen zijn. Het punt is dat ze tot een bepaalde hoogte kunnen opereren in onze wereld.

Ik onderzocht een melding van twee vrouwen die beschreven dat ze een volwassen mannelijke hybride hadden gezien met een bril op. Elk maakte een tekening van de hybride en de twee tekeningen waren verbazingwekkend gelijk. Beide tekeningen beeldden een vreemd uitziende man uit, met scherpe kaken en hij droeg een zonderling gevormde bril. De twee vrouwen tekenden onafhankelijk van elkaar dezelfde persoon. Sommige van deze hybriden wezens zijn door meer dan drie mensen tegelijk gezien en worden door de ooggetuigen op dezelfde wijze beschreven.

Voor zover hybriden in de menselijke wereld opereren hebben we vele meldingen van hen waarbij ze een auto besturen, winkels bezoeken en zich min of meer natuurlijk gedragen op andere alledaagse plaatsen, maar daarbij wel de soort van krachten aanwenden die de buitenaardsen schijnen te bezitten, zoals de mogelijkheid de geest te beïnvloeden en telepathisch te communiceren. De talenten waarover de grijze buitenaardse in onze wereld beschikken, omvatten een complexe serie van herhalende gelijkwaardige gebeurtenissen, alsof deze volwassen hybriden onze wereld en ons gedrag nog niet volledig begrijpen, maar precies willen leren hoe wij handelen en wat wij zeggen en dat is wat je een ongemakkelijk gevoel geeft als je je tracht in te denken waar hun plan wellicht naar zal leiden.

Er is definitief, sterk bewijs dat er een infiltratie in de menselijke gemeenschap plaatsvindt. Er zijn geen aanwijzingen dat deze infiltratie kwaadaardig of boosaardig of iets dergelijks zal zijn. Het is alsof ze zichzelf willen aanpassen aan de aardse wijze van leven, aan de aardse gewoonten. Ze willen leren hoe wij dingen doen. Ik zou kunnen toelichten dat deze vreemde types tot ver in de geschiedenis van het UFO-fenomeen teruggaan, maar enkele van deze verwarrende aspecten heb ik terzijde geschoven en dat hebben ook David Jacobs en anderen gedaan, omdat het buitengewoon moeilijk is daar mee om te gaan en het te verklaren. Het is niet iets dat elk van ons bewaarheid wil zien.

Het feit is dat we deze buitengewone verhalen horen van mensen die we geloven als ze over andere (minder buitengewone) aspecten van hun ontvoeringservaringen vertellen. Een geval uit mijn boek ‘Sight Unseen’ volgt het volgende patroon: Een jonge vrouw had vele ontvoeringservaringen - zij was overigens een zeer betrouwbare getuige – en ze vertelde dat er ongeveer tien jaar geleden een zeer vreemd iets voorviel bij een sollicitatiegesprek. Ze merkte op: “Ik weet niet of dit verbonden is aan mijn ontvoeringservaringen.”

Ze was in die tijd 16 jaar oud en ze was met enkele vriendinnen in een pizzarestaurant. Er kwam een man naar ze toe, een normaal ogende grijsharige man, en hij zei: “Ben je op zoek naar vakantiewerk?” Het was voor haar het begin van de zomervakantie en ze zei ja. Hij vertelde haar: “Ik pik je morgen om 14:00 bij je huis op en dan gaan we naar een sollicitatiegesprek.” Zij zei: “Geweldig.” Maar ze was er niet zeker van dat ze de man haar adres had gegeven. Om 14:00 verscheen de man in een normale auto en dit zeer onschuldige 16 jaar oude meisje vertelde haar moeder dat ze met een man meeging voor een sollicitatiegesprek. De moeder zei, heel eigenaardig: “Oké, prima.” Ze vertelde mij dat haar moeder normaal altijd zeer beschermend was en in die tijd dacht ze: “O, wat een gelukkig meisje ben ik toch, mijn moeder vindt het goed.” En ze ging naar buiten en stapte bij de man in de auto. Ze vertelde echter dat: “Zodra ik in de auto stapte voelde ik mij nietig. Ik voelde mij heel vreemd.” En toen reden ze weg.

De man vertelde haar dat het heel moeilijk geweest moest zijn toen zij drie jaar was en haar oma dood ging en zo ging hij door, het ene na het andere voorval vertelde hij, waaruit bleek dat hij in feite alles over haar leven wist, inclusief zeer persoonlijk dingen zoals een aanrandingsincident met iemand in de familie. Een voorval waarover ze nooit iemand iets had verteld. Ze werd zeer bang, maar voelde zich hulpeloos en zwak. De man die in de vijftig leek te zijn zei tegen haar: “Ik weet wat je gisteren met je vriendje hebt gedaan.” Op die dag was ze haar maagdelijkheid verloren in een afgesloten kamer. Ze had geen idee wat er aan de hand was. Hoe kon deze vreemdeling weten wat er de vorige dag gebeurd was?

Toen ze arriveerden bij een klein kantoorgebouw stapte ze samen met de man uit de auto en in plaats van weg te rennen en hulp te zoeken of te denken: “Ik moet maken dat ik wegkom bij deze vent,” volgde ze hem plichtsgetrouw de trap op van het kleine gebouw. Dat de macht om de controle te houden is ingebouwd in deze wezens, weten we van de ontvoeringen. De buitenaardsen hebben de mogelijkheid mensen dingen te laten zien die er niet zijn en kunnen hen dingen laten doen die ze anders nooit zouden doen.

Ze ging het kantoor binnen dat compleet leeg was. Ze vertelde dat er mogelijk alleen een stoel en een prullenbak was, maar voor de rest niets anders, in elk geval zou je niet denken dat daar zaken werden gedaan. De man vertelde haar dat ze een schitterend baantje zou krijgen en dat het zou gaan om het ‘verzenden van eenheden’ of iets dergelijks vaags. Er werd haar niets over haar ervaringen met vorige baantjes gevraagd en de man vertelde geen enkele maal wat het bedrijf deed, wat haar werkuren zouden zijn, het salaris en dergelijke. Maar ze bleef daar plichtsgetrouw staan.

Toen zei hij: “Het enige wat je hebt te doen om dit baantje te krijgen is door hetzelfde met mij te doen als wat je gisteren met je vriend deed.” De vorige dag had het bedrijven van de liefde plaatsgevonden in een afgesloten kamer en ze kon niet geloven dat ook maar iets daarvan bekend was geworden. Ze weigerde het voorstel van de man en zei: “Dat kan ik niet doen,” en ze deinsde terug van hem. Hij maakte geen beweging in haar richting, hij deed geen pogingen haar te verleiden. Toen ze ‘nee’ had gezegd leek hij teleurgesteld. Ze zei: “Ik denk dat het beter is dat we weggaan.”

Ze gingen weer naar buiten, de trap af en ze stapte op onverklaarbare wijze weer samen met hem in de auto. Hij reed de stad uit, het platteland op en zij realiseerde zich dat ze niet naar huis ging – dit was in New Jersey – en ze werd banger en banger. Hij draaide een veld in en ze zag wat leek op een klein, rond, glazen huis dat in het veld stond. Ze vertelde mij dat zij in de auto bleef zitten en dat de man uitstapte en bij het kleine glazen huis naar binnen stapte. Ik vroeg haar: “Ik denk dat je de deuren van de auto op slot deed of uitstapte en wegrende?” En ze zei: “Nee.” Ze deed de deuren niet op slot, ze stapte niet uit om weg te rennen, ze bleef daar gewoon zitten. Toen de man weer uit het kleine ronde huis kwam, was hij samen met een groep kleine grijze buitenaardsen. Ze kwamen naar de auto en er gebeurde het een en ander, maar dit deel is nog niet uitgezocht, en uiteindelijk bracht hij haar naar huis.

Tegen de tijd dat ze thuis kwam had ze geen herinneringen meer aan het veld, het glazen huis of de buitenaardsen. Ze herinnerde wel het sollicitatiegesprek, maar verdrong dat uit haar geheugen. Jaren later vertelde ze mij wat ze zich herinnerde van deze gebeurtenissen. We keken daar beter naar en zodoende kwam dit bizarre verslag aan het licht, van de grijsharige man die met de buitenaardsen samenwerkte, en haar naar het ronde huis begeleidde en zich niet gedroeg zoals een normale man zich zou gedragen.

Toen kreeg ik een ander telefoontje van iemand in Ohio, een vrouw die vele ontvoeringservaringen achter de rug had en waarmee ik al eerder had gewerkt. Ze zei: “Weet je, ik had ooit eens een grappig sollicitatiegesprek. Ik werd gevraagd naar een bepaalde plaats te komen voor een gesprek.” Ik vroeg haar: “Zag je een advertentie in de krant of hoe wist je van die baan?” Ze zei: “Het is grappig, ik weet niet hoe ik dat wist.” Ik vroeg haar of iemand haar had gebeld. Ze zei: “Nee, ik wist op de een of andere manier waar ik naartoe moest, ik kan mij niet herinneren opdracht te hebben gekregen.” Ze ging naar de plek waarvan ze vertelde dat die ongemeubileerd was en leek op een fabriek die niet meer in gebruik was. Daar gebeurde gelijkwaardige dingen als er gebeurde bij de vrouw van New Jersey.

Daarna ontving ik een ander telefoontje van een jonge vrouw, ook met veel ontvoeringservaringen achter de rug, waarbij, toen ze rond 18 jaar oud was, het volgende voorviel: Toen ze naar haar ‘sollicitatiegesprek’ ging, vond ze daar een vreemde en nerveus uitziende vrouw aan het bureau zitten. Ze vroeg aan deze vrouw: “Ik zou graag even van het toilet gebruik maken, waar kan ik dat vinden?” De vrouw achter het bureau keek paniekerig en haalde haar schouders op. Ze leek niet te weten waar de toiletten waren! Er was geen meubilair in het kantoor aanwezig, alleen een bureau, een prullenbak en misschien een telefoon. Er lagen zelfs niet enkele papieren.

De jonge vrouw werd naar een ander kantoor gebracht waar een jonge man achter een bureau zat. Hij staarde naar haar en ze vertelde mij: “Budd, ik viel in slaap terwijl hij tegen mij sprak en vertelde over de baan.” Ik vertelde haar dat ik nog nooit had gehoord dat iemand gedurende een sollicitatiegesprek in slaap was gevallen. Ze zei: “Er was iets met zijn stem, ik viel in slaap. Het voelde zo gênant toen ik wakker werd. Het voelde zo oncomfortabel en om de een af andere reden moest ik mijn ondergoed rechttrekken.” Het werd duidelijk dat er verscheidene andere dingen waren gebeurd tijdens dit ‘sollicitatiegesprek’.

Kort geleden ontving ik een telefoontje van een man in Canada die mijn boek ‘Sight Unseen’ had gelezen en ook hij had heel wat ontvoeringen achter de rug. Hij zei: “Ik had jaren geleden een sollicitatiegesprek dat ik eigenlijk nooit begrepen heb. Maar toen ik jouw boek had gelezen dacht ik: “Jongens, dat is wat er met mij is gebeurd.” Hij was 19 of 20 toen het gebeurde, hij is nu in de veertig, is getrouwd en heeft kinderen. Het is een zeer intelligente man die op het moment een technicus en uitvinder is en werkt met computers.

Hij herinnert zich dat hij als jonge man werd gevraagd voor een sollicitatiegesprek. Hij kan zich niet herinneren hoe hij wist van de gesprek, maar hij ging naar een kantoor in Toronto. Toen hij daar aankwam vond hij daar een stel dat op hem wachtte om het gesprek te voeren. Alles wat er in de kamer stond, zei hij, waren twee stoelen en die waren niet uitgepakt, alsof ze zo vanuit de winkel waren neergezet. Het ‘gesprek’ werd staand gevoerd. Hij zei dat de twee werkelijk heel mooie mensen waren, een goeduitziende man en een schitterende vrouw. “Ze behandelden mij alsof ze opgewonden waren over het feit dat ze mij mochten ontmoeten,” zei hij. “Ze vertelden mij dat ik naar Philadelphia moest gaan voor het gesprek.” Ze waren zo aardig dat het mij helemaal niet opviel dat ze er verder niets over vertelden, ik voelde me geweldig, dus ging ik daarheen. Op de een of andere wijze kwam ik in Philadelphia, ik weet niet wie dat regelde.”

Toen hij de luchthaven van Philadelphia uitkwam, zag hij een geparkeerd staande, verlengde limousine. De chauffeur riep hem en zei dat hij was gekomen om hem op te halen. Ik vroeg hem of de chauffeur een bordje omhoog hield of dat hem eerder was verteld uit te kijken naar een limousine. Hij zei: “Dat kan ik mij niet herinneren. Ik heb alleen heldere herinneringen van delen van de ervaring.” Hij stapte in de auto en ze reden een heel eind, mogelijk zelf tot ergens in New Jersey zo dacht hij. Hij stapte daar uit en ging een gebouw binnen. De twee mensen die hem voor het gesprek hadden gevraagd vergezelden hem. In het gebouw zag hij kantoren en enkele mensen. Het was een grote, open ruimte met niet veel kleine afgeschermde werkplekken. Een man liet hem plaats nemen en stelde hem wat vragen over geneeskunde. Hij studeerde medicijnen in die tijd en hij voelde zich beschaamd omdat hij de antwoorden op de vragen niet wist. Hij herinnerde zich levendig hoe pijnlijk het voelde dat hij niet beter de technische vragen kon beantwoorden.

Toen was het tijd voor hem om te vertrekken. En alweer, er waren geen papieren te zien, geen gesprek over het werk, er werd geen salaris genoemd en niets over de locatie en de werkuren. Hij herinnert zich dat drie mensen hem uit het gebouw begeleidden. Gedurende deze gebeurtenis was er één detail heel helder: in het midden van dit gebouw was een kamer met muren die tot aan het plafond liepen, een soort kleine geïsoleerde kamer. De deur naar deze kamer was open en toen ze voorbij liepen keek hij naar binnen. Hij zag een deur, een stalen deur, aan het andere eind van de kamer en die deur leek van het type dat je vindt op een schip. Het leek op een deur van een oorlogsschip, met knevels rondom en een onderdorpel, een kleine verhoging en ronde hoeken. En boven de deur zat een groot, rood licht dat brandde. Hij zag verder niets in de kamer. Hij nam aan dat de stalen deur ergens naartoe moest leiden en hij zei tot de man naast hem: “Cool,” alsof deze deur bijzonder opvallend was voor een 19 jarige die hij in die tijd was.

Aan het eind van het ‘gesprek’, met al die geneeskundige vragen, ging hij weer naar buiten naar de wachtende limo en hij kan zich niet herinneren hoe hij naar huis ging. Toen hij thuis was wist zijn moeder dat hij naar een sollicitatiegesprek was geweest omdat hij haar dat verteld had. Hij wist ook niet hoe lang hij weg was geweest. Hij heeft het gevoel dat er grote gaten in zijn geheugen zitten en dat het een gebeurtenis was die wellicht wel een dag lang duurde.

We weten niet waarom deze ‘sollicitatie gesprekken’ voorvallen. Het heeft ons een lange tijd gekost te realiseren dat het hybridenprogramma weloverwogen, herhalend en rechtlijnig is en niet zomaar een reeks van willekeurige experimenten.

Er zijn andere vreemde ‘hybride gebeurtenissen’ die moeilijk te begrijpen zijn en gelijk zijn aan het sollicitatiescenario. Bijvoorbeeld, een jonge vrouw waarmee David Jacobs en ik hebben gewerkt, werd een kamer aan boord van een voertuig binnengebracht. De buitenaardsen brachten een lange, onbeholpen lijkende man binnen die voornamelijk menselijk leek, maar wel vreemd. En ze zei dat hij een eigenaardig, slecht zittend pak uit een ander tijdperk aan had. Een grijze buitenaardse bracht haar vervolgens dichter naar deze lange, slungelige persoon toe die telepathisch met haar sprak en haar snel de ene na de andere vraag stelde, zoals: “Als je ’s morgens naar je werk ga, wat zeg je dan tegen de mensen? Wat is het eerste dat je doet? Heb je iets van eten bij je als je daarheen gaat? Hoe werkt een computer? Hoe benadruk je delen van een zin? Hoe werkt een kopieerapparaat?” Al deze vragen werden snel achter elkaar gesteld. Ze was verrast door deze vragen en kon ze duidelijk niet op een eenvoudige wijze beantwoorden. Ze voelde wel dat haar geestelijke structuur van denken heel snel door deze lange onbeholpen uitziende man werd opgepikt. Hij wilde de meest normale dingen weten. Alweer wekt dat de indruk dat de hybriden moeten leren hoe ze zich moeten gedragen in de echte wereld, hoe ze zich moeten aanpassen.

We hebben vele gevallen waarbij een ontvoerde eenvoudige vragen worden gesteld, alsof de hybriden de behoefte hebben simpele basisinformatie te vergaren. Iets anders dat we ontdekten, is een situatie waarin een ontvoerde lichamelijk wordt onderzocht en dan naar een ander deel van het voertuig wordt geleid en daar wordt geconfronteerd met een zeer emotionele situatie. Bijvoorbeeld een geval van midden jaren tachtig, een man die, nadat hij van de tafel werd geholpen, een kamer werd binnengebracht waar een normaal mens op een stoel was vastgebonden. Een grijze alien overhandigde de ontvoerde een pistool en zei: “Dat is een zeer gevaarlijke man, jij moet hem doden.” De man in de stoel smeekte voor zijn leven: “Ze liegen!” zei hij. “Het is niet waar! Ik ben niet gevaarlijk! Dit kun je niet maken!” De alien hield vol dat de man gevaarlijk was en vertelde de ontvoerde dat hij het voertuig niet mocht verlaten tenzij hij deed wat hem gezegd werd.

Gedurende de hypnose was de man heel treurig. Hij beschreef aan mij dat hij uiteindelijk het pistool op de buitenaardse richtte en zei: “Als er al iemand vermoord wordt, dan ben jij het, want ik kan dit niet.” Op dat moment stond de mens die op de stoel vastgebonden was op en het bleek een buitenaardse. Er was geen stoel. De man keek naar wat hij in zijn hand had en het was geen pistool. Ze brachten hem zonder wat te zeggen naar een andere kamer.

We hebben veel van dergelijke meldingen waaraan David Jacobs refereert als ‘toneelspel’ waarmee hij bedoelt dat de buitenaardsen de menselijke emoties willen ontdekken en willen weten hoe menselijke lichamen daaronder reageren. Wanneer ze deze opgezette situaties creëren, waarbij emoties worden opgeroepen, of diepgaande reacties bij de ontvoerde optreden, dan zou het kunnen dat ze die reacties telepathisch opvangen, ze misschien vasthouden en ze wellicht in staat zijn deze reacties, indien nodig, voort te brengen als ze in de menselijke wereld zijn.

Eén aspect bij dit alles, en ik vind dat ontroerend, is waar het om kleine hybride baby’s gaat. Kathie Davis vertelde mij 26 jaar geleden dat ze een klein kind in handen gedrukt kreeg, een hybride peuter, die ze vast moest houden en welke ze wilde knuffelen, maar het was verrassend en triest dat het kind bang voor haar leek te zijn. Kathie is een grote vrouw en de enige mensen die de kleine peuter had gezien waren de magere aliens, dus het kind trachtte zich weg te rukken van Kathie. Maar toen Kathie haar vast had, voelde ze een golf van liefde en ze realiseerde zich dat de aliens naar haar stonden te staren, alsof ze haar reactie wilden absorberen, om te leren hoe een normaal mens met zijn nakomelingen omgaat.

Ik heb het idee dat de aliens, die mogelijk lange tijd geen baby’s konden produceren zoals wij mensen, hun moederlijke en vaderlijke gevoelens zijn kwijtgeraakt. Het lijkt er voor mij op dat wanneer ze die kleine baby’s of peuters aan mensen overhandigen, zij de emoties van ouderschap en zorg voor kinderen willen absorberen, mogelijk via osmose of telepathie of via een andere methode. Het is iets wat wij bezitten en waar zij jaloers op zijn en het ook willen hebben. Als zij in onze wereld willen trekken en nakomelingen kunnen verwekken via een normale geboorte, dan moeten zij leren hoe je een baby behandelt.

Ik heb het volgende varhaal al vaker verteld, maar het is het waard om het nogmaals te doen. De ontvoerden waarmee ik heb gewerkt en die deze kleine baby’s in handen kregen, is het opgevallen dat het haar van deze kinderen ongelijkmatig en dun is en recht overeind staat. Drie ontvoerde moeders vertelden mij onder hypnose: “Het haar ziet er vreselijk uit, niemand schijnt dat voor ze te verzorgen. Niemand borstelt het haar, ze begrijpen niet wat haar is.” Dat schijnt de natuurlijke reactie van echte moeders te zijn, van echte vrouwen, die dergelijke vreemde kleine wezens willen vertroetelen en fatsoeneren. Het raakte mij dat de buitenaardsen dit misschien waar nemen en dat de hybriden leren hoe te vertroetelen en te verzorgen en hoe ze andere normale dingen moeten doen.

Tijdens de sollicitatiegesprekken kunnen ze leren over de druk waaronder een persoon in dergelijke omstandigheden staat, misschien om te leren hoe ze zelf door een sollicitatiegesprek kunnen komen als ze daar ooit aan toekomen, als het ware om te infiltreren in bedrijven.

We zitten dus met een duizend vragen, maar zoals David Jacobs heeft gezegd, we bezitten ook een overweldigende hoeveelheid gegevens, allemaal nauw met elkaar verbonden en welke wijzen in de richting van een infiltratie, maar we weten niet wat het uiteindelijke doel zal zijn. Het mysterie is er nog steeds.

 

Budd Hopkins is al gedurende 30 jaar een UFO-onderzoeker. Hij heeft meer dan 700 gevallen onderzocht en meer dan 1000 getuigen ondervraagd of onder hypnotische regressie gehad. Hij is de schrijver van vijf zeer invloedrijke boeken, inclusief: ‘Missing Time’, 1981, ‘Intruders’, 1987, ‘Witnessed’, 1996 en ‘Sight Unseen’, 2003 (Carol Rainey, co-auteur). Als een pionier in de ufologie is Budd verantwoordelijk voor het onder de aandacht van het volk en de UFO-gemeenschap brengen van het ontvoeringsfenomeen. In 1989 richtte hij de organisatie ‘Intruders Foundation’ op. Een organisatie die steun geeft aan getuigen. Budd woont in New York City.

http://www.intrudersfoundation.org


ONTVOERINGEN PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen