TERUG NAAR ARTIKEL

ROSWELL KORT SAMENGEVAT

Door: Paul Harmans

Juni 2007

Voorwoord ufowijzer
Het is Godsonmogelijk dat officieren van een luchtmachtbasis met atoombommenwerpers te Roswell, USA, per vergissing een weerballon voor een vliegende schotel aanzagen. Een goede vergelijking is amper te maken, maar het zou in de verte ongeveer overeenkomen met een politieagent die ‘s morgens op een grasveld een verminkte hondendrol vindt en per vergissing denkt dat het de wrakstukken van een kruisraket zijn, waarna de brokken en stukken naar het hoofdbureau worden getransporteerd, er vervolgens diverse korpschefs naar komen kijken, één daarvan de opdracht geeft om met spoed een persbericht over de bijzondere raketvondst uit te geven, de tweede een fotograaf regelt om foto’s van het duistere materiaal te maken, weer een ander een helikopter regelt en het verdachte spul persoonlijk naar het Ministerie van Defensie vliegt, waarna een minister het zo op zijn zenuwen krijgt dat hij beveelt meteen de pers opnieuw in te lichten met de mededeling dat het slechts uitwerpselen betrof. Zoals gezegd is een goede vergelijking niet te maken, het belang van een kruisraket ten opzichte van een drol is vele en vele malen kleiner dan dat tussen een vliegende schotel en een weerballon!

Wat nóg vreemder is, maar wel de werkelijkheid, is dat een bijna voltallige wereldbevolking, met de media voorop, de ‘weerballonverklaring’ van de Amerikaanse luchtmacht, als herziening van de eerdere ‘vliegende schotelverklaring’, voor pertinente waarheid aanneemt en daar onder aanvoering van de gedreven sceptici zelfs zestig jaar in weet te volharden. Wordt deze planeet eigenlijk wel bewoond door een intelligent ras?

Hieronder een korte opsomming van een aantal feiten betreffende de crash van een object bij Roswell, welk object dus beslist meer moet zijn geweest dan een weerballon met radarreflector.

Het Roswell-incident
Overgenomen uit het ‘Het Geheimboek UFO’ van Helmut Lammer en Oliver Sidla.

Blz. 24/25 – De boer William Mac Brazel ontdekte op 5 juli 1947 in het gezelschap van de zoon van zijn buurman, Timothy Proctor, een strook grond van vierhonderd meter lang en ruim honderd meter breed (Denk daar eens goed over na, 400 x 100 meter, voor alleen een weerballon??? Accentuering en opmerking ufowijzer.), die met de merkwaardige restanten van een in de lucht geëxplodeerd vliegtuig was bezaaid. Nadat Mac Brazel een paar van de brokstukken had meegenomen om ze aan zijn buren, Floyd en Loretta Proctor, te laten zien, reed hij naar de stad om aangifte te doen bij sheriff George Wilcox. De sheriff waarschuwde de luchtmachtbasis Roswell, de thuisbasis van – toen nog – het enige squadron atoombommenwerpers ter wereld, en stelde samen met zijn hulp-sheriffs alvast een onderzoek in. Al snel nadat de strijdkrachten van de zaak op de hoogte waren gebracht, werd de hele omgeving enkele dagen afgegrendeld en het wrak geborgen.

Een van de belangrijkste getuigen was majoor Jesse A. Marcel, stafofficier en hoofd van de inlichtingendienst van de luchtmachtbasis Roswell. Majoor Marcel was een competente militair en een van de eerste twee officieren die de plaats van het ongeval bereikten. In een video-interview uit 1979 verklaarde majoor Marcel dat hij bijna alle Amerikaanse en buitenlandse vliegtuigen uit die tijd, en alle civiele en militaire weerballonnen en radarinstallaties kende. Het wrak was zeker geen weerballon en geen vliegtuig of raket geweest. Op het eerste gezicht, vertelde majoor Marcel, deed het materiaal hem denken aan een soort perkament of balsahout. Hij probeerde het aan te steken met zijn brander, maar het vatte geen vlam. Daarna ging hij het dunne materiaal met een moker te lijf, maar het lukte hem niet om er zelfs maar een deukje in te slaan. Hoe licht het materiaal ook was, het liet zich niet buigen, scheuren of snijden. Majoor Marcel beschreef het als een soort metaal met de eigenschappen van kunststof. Naar het aantal wrakstukken te oordelen, moest het object, wat het ook was, vrij groot zijn geweest.

Niet ver uit de buurt deed zich een ander incident voor. Getuigen uit militaire kring beweren dat er in de nacht van de vierde juli een onbekend vliegtuig was waargenomen, dat ten noorden van Roswell opeens van de radarschermen verdween. Omdat het toestel vanaf drie verschillende punten was gesignaleerd, viel vrij eenvoudig vast te stellen waar het neergestort moest zijn. Toen de militairen op de bewuste plek aankwamen, was daar al een groepje burgers aanwezig. Onder bedreiging met geweld werden de aanwezigen tot geheimhouding verplicht. De getuige Steve MacKenzie verklaarde dat de militairen een vreemd vliegtuigwrak zonder vleugels aantroffen. Hij bevestigt dat hij zelf vier kleine, niet-menselijke, onbehaarde humanoïde lichamen heeft gezien. Twee van deze dode wezens zouden zich buiten het wrak hebben bevonden, de anderen erin. Later hoorde MacKenzie van collega’s die bij de berging waren betrokken, dat er nog een vijfde wezen in het binnenste van het wrak was gevonden.

De wrakstukken en de dode wezens werden onder de strengste geheimhouding naar de luchtmachtbasis Roswell overgebracht. Op dat moment wist nog niemand dat het vliegende voorwerp ook onderdelen boven het weiland van Mac Brazel was kwijtgeraakt voordat het een heel eind verder neerstortte. Majoor Marcel en zijn collega, CIC-agent Cavitt, werden kennelijk pas na de melding van Mac Brazel van de andere vondst op de hoogte gesteld.

Blz. 22 – Omdat Washington te laat was met de censuur, kwamen er persberichten van de luchtmacht naar buiten, en verhalen van ooggetuigen die het neerstorten van een vliegende schotel en de berging door de strijdkrachten bevestigden. Het militaire persbericht werd onmiddellijk daarna door generaal Ramey in Fort Worth, Texas herroepen. De vliegende schotel zou een weerballon zijn geweest.

Blz. 22/23/24 – De atoomfysicus Stanton Friedman, de luchtvaartjournalist Don Berliner, Leonard H. Stringfield, William Moore, kapitein Kevin Randle (van de inlichtingendienst van de luchtmacht), Donald R. Schmitt en andere onderzoekers van de UFO-onderzoeksinstituten MUFON, CUFOS en het Fund for UFO Research, onderzochten de zaak. Ze spoorden meer dan driehonderd getuigen op, onder wie verscheidene mensen die rechtstreeks bij de berging betrokken waren geweest, en spraken met hen. Tot deze getuigen behoorden generaals, voormalige veiligheids- en inlichtingenofficieren, de piloten die het UFO-wrak en de dode bemanning naar de luchtmachtbasis Wright Field hadden gevlogen, en talloze andere direct betrokkenen.

Blz. 25 – UFO-onderzoeker Leonard Stringfield wist verscheidene ooggetuigen te vinden die bevestigden dat er op 8 en 9 juli 1947 minstens zeven en misschien wel negen vluchten naar Wright Field zijn uitgevoerd, hoewel de luchtmacht dat ontkent. Generaal Arthur E. Exon was in juli 1947, toen de wrakstukken vanuit Roswell werden overgevlogen, als luitenant op Wright Field bij Dayton, Ohio, gestationeerd. In een interview uit 1990 verklaarde hij dat er materiaalproeven zijn uitgevoerd: “Er zijn chemische tests, breek-, druk- en buigproeven gedaan. Het materiaal werd naar ons laboratorium gebracht en daar grondig onderzocht.” Een andere generaal, Thomas Dubose, was in 1947 kolonel en stafchef van generaal Ramey op het hoofdkwartier van de 8ste Luchtmachtgroep in Fort Worth, Texas. Voor zijn overlijden in 1992 bevestigde generaal Dubose dat hij zelf een telefoontje van generaal McMullen uit Washington kreeg, met instructies om de zaak geheim te houden. Tijdens een interview zei hij verder dat generaal Ramey hem opdracht gaf een aannemelijk verhaal te verzinnen om de pers met een kluitje in het riet te sturen.

Blz. 26 – De al genoemde organisaties en individuele UFO-onderzoekers deden hun uiterste best om senatoren en andere politici in het Roswell-incident te interesseren. Naar aanleiding van de bekende feiten wilde de Amerikaanse afgevaardigde Steven Schiff begin 1994 een officieel onderzoek instellen naar het Roswell-incident. Volgens de Washington Post van 14 januari 1994 werd dit onderzoek van het General Accounting Office (GAO) echter verhinderd door het ministerie van Defensie. In maart 1994 verklaarde kolonel Larry G. Shockley, directeur Plans and Operations van het bureau voor Congresaangelegenheden van het ministerie van Defensie, tegenover een onderzoeksambtenaar van het GAO: “Dit zijn uw zaken niet.” Die opmerking sterkte Steven Schiff en de GAO-onderzoekers in hun mening dat Defensie iets te verbergen had.

Tor zover het boek van Helmut Lammer en Oliver Sidla

Project Mogull
De later wat aangepaste versie van de luchtmacht, dat de wrakstukken niet van een weerballon, maar van een geheime Mogull-ballon waren, die werd gebruikt om in de hogere luchtlagen te speuren naar radioactiviteit wat er op zou kunnen duiden dat de Russen ook een atoombom in ontwikkeling hadden, wordt degelijk weerlegd door onderstaand verslag:

Project Mogull gebruikte in 1947 de standaard weerballonnen en radarreflectoren die men zo voor het grijpen op de plank had liggen en door honderden weerstations in het land werden gebruikt, dus bekend materiaal voor de militairen en boeren die dergelijk spul regelmatig in handen hadden of op hun land vonden. De luchtmacht beweerde dat Mogull-vlucht nr. 4, opgelaten op 4 juli 1947, verantwoordelijk was voor de wrakstukken die Mac Brazel op zijn land vond. Alle lanceringen van de Mogull-vluchten stonden te boek en slechts één daarvan werd vermist, alleen nr. 4 was niet teruggevonden.

Het probleem voor de luchtmacht was echter dat er later een logboek opdook van de project leader van Project Mogull, waarin alle vluchten stonden vermeld. Volgens project leader dr. Albert Crary was vlucht nr 4 niet een normale vlucht geweest. De vlucht stond inderdaad gepland voor 4 juli 1947, maar werd afgelast toen de bij de test behorende raketvlucht niet gereed was. Omdat men de inmiddels opgeblazen ballonnen niet meer leeg kon laten lopen, verwijderde men het instrumentarium en de radarreflectoren, omdat die opnieuw gebruikt konden worden, en liet de ballonnen vervolgens vrij. In dat geval zouden er dus geen wrakstukken van radarreflectoren en instrumentarium gevonden kunnen zijn en zou er voor Mac Brazel niets anders op zijn land te vinden zijn dan een paar flarden van rubber weerballonnen.

Poppen aan parachutes
De humanoïde wezens die de burgergetuigen zouden hebben gezien op de tweede crashsite, waar het hoofdzakelijke wrak was neergekomen, zouden volgens een nog latere bewering (in de jaren ’90) van de luchtmacht, slechts manshoge poppen aan parachutes zijn geweest die bij geheime tests boven Roswell werden gedropt. Deze poppen werden echter pas voor het eerst in 1953 gebruikt en beslist niet in 1947. De hoge luchtmachtofficier die het verhaal over de luchtmachtpoppen aan de verzamelde pers vertelde, kreeg slechts van één journalist de vraag hoe het dan kon dat mensen in 1947 deze poppen hadden gezien terwijl die pas in de jaren ’50 werden gebruikt? Het antwoord was dat deze getuigen zich gewoon in het jaartal hadden vergist, in hun herinnering was het 1947, maar in werkelijkheid was het een aantal jaren later. “Dat komt wel vaker voor als het om een ervaring gaat die men vele jaren terug heeft beleefd, mensen vergissen zich dan in het jaartal.” Was het antwoord van de militair.

Die ene nog enigszins wakkere journalist nam daar genoegen mee en de rest van de aanwezige persmensen had het logische verstand thuisgelaten en dus verschenen er wereldwijd weer hilarische artikelen in de kranten waarin de Roswell-gelovers op de hak werden genomen en werd het een stommiteit genoemd dat zij poppen voor aliens hadden verwisseld. Dat de getuigen vertellen dat het kleine, fragiele wezens waren, niet groter dan 1.20 meter en haarloos, dat schijnt niet mee te tellen. De poppen van de luchtmacht zijn van de grootte van volwassen kerels, met menselijke gelaatstrekken en compleet in vliegeniersoutfit. Hoe zou je je kunnen vergissen?

Tevens was het voor de getuigen helemaal niet zo moeilijk om het jaartal van hun waarneming te onthouden, het was in dezelfde week dat de luchtmacht het persbericht deed uitgaan dat men een vliegende schotel bij Roswell had geborgen en de datum staat op de vele kranten die in de gehele VS verslag van deze vondst deden, en die datum is: 8 juli 1947!!! Misschien dat de verzamelde pers het ook nog zal geloven als vervolgens een militair komt vertellen dat die datum een drukfout betrof en het eigenlijk 1953 moest zijn, dat klinkt toch logisch niet?


Tot zover in het kort het verhaal van Roswell. Iedereen die beweert dat het gewoon een weerballon was, heeft zich niet op de hoogte gesteld van de feiten en heeft niet de getuigenissen gelezen van hooggeplaatste militairen die persoonlijk met de Roswell-zaak te maken hebben gehad en de weerballonverklaring van de luchtmacht pertinent tegenspreken. Of men beschikt helaas niet over een gezond, logisch redenerend verstand, welks een iedere die daar wel de beschikking over heeft doet inzien dat er in Roswel beslist iets belangrijkers uit de lucht viel dan een weerballon of een crash test dummy aan een parachute!

Kom op heren journalisten en laat zien dat we op deze aardkloot over toch nog een klein beetje intelligentie beschikken en verdiep je eens in de feiten en schrijf dan een artikel waarin je 60 jaar leugens en bedrog rechtzet!



Voor journalisten en alle anderen die willen weten hoe belangrijk Roswell is:

Magazine Madness Stanton Friedman weerlegt de sceptici!

Stanton Friedman Daagt USAF uit

Kolonel Corso Getuigenis

Brig, Generaal Thomas Jefferson Dubose

Jesse Marcel

Glenn Dennis Getuigenis

De Ramey Roswell Memo

Vreemd Bismut

TERUG NAAR ARTIKEL