PRINTBARE VERSIE

VASTGELEGD DOOR DE CAMERA

De bereikbaarheid van steeds goedkopere video-apparatuur heeft geleid tot een golf van zogenaamde UFO-bewijzen. Maar hoe weten we wat ‘echt’ of ‘nep’ is?


"Als ik een videotape ontvang, ben ik meestal niet geïnteresseerd in de algemene omstandigheden rond de opnamen maar vooral in de ruwe data en wat ik eruit kan opmaken."

Jim Dilettoso, UFO-analist


In de afgelopen 50 jaar is er veel bewijs geleverd voor de theorie dat sommige UFO's werkelijk gestructureerde vliegende voertuigen zijn gemaakt door een uiterst geavanceerde en buitenaardse technologie. Sommige van de indrukwekkendste bewijzen voor het bestaan van deze voertuigen komen van duizenden foto's en, meer recentelijk, van honderdduizenden uren (video)film.

Maar de overvloed van duidelijke beelden in de UFO-archieven heeft geen echte betekenis zolang deze beelden niet aan een groot aantal proeven zijn onderworpen. Professionele analyse van ufo-(video) film is echter uiterst kostbaar en daardoor is slechts een klein deel van het beschikbare beeldmateriaal aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen.

Jim Dilettoso is een internationale expert op het gebied van het analyseren van UFO-beelden en bekend om allerlei studies over dit materiaal. Zijn carrière begon in 1977 toen hij werd benaderd door de gepensioneerde kolonel en UFO-onderzoeker Wendell Stevens, die Dilettoso van materiaal voorzag betreffende een zeer veel ophef veroorzakende zaak in Zwitserland. Dilettoso heeft, dankzij zijn achtergrond in ‘special effects’, beeldverwerking en een verscheidenheid aan digitale en analoge beeldtechnieken, veel baanbrekend werk kunnen verrichten wat betreft de analytische apparatuur die tegenwoordig wordt gebruikt om UFO-materiaal te onderzoeken.

Geavanceerde technologie
Dilettoso's bedrijf - Village Labs in Phoenix, in Arizona (VS) - bezit sommige van de meest geavanceerde apparatuur die er bestaat, waaronder Cray-computers en het grootste grafisch beeldverwerkingssysteem dat ooit is gebouwd. Veel van deze apparatuur wordt op het moment gebruikt voor het creëren van ‘special effects’ voor grote Hollywood-spektakels en om werk voor cliënten als NASA mee uit te voeren.


Dit Computer Generated image (CGI) werd gecreëerd door Jim Dilettoso van Village Labs in Phoenix in Arizona (VS) en stelt de UFO voor die in 1995 door Tim Edwards werd gefilmd (inzet). Het CGI werd gebruikt om de afstand en omvang van de UFO te schatten in relatie tot de cameraman en de voorwerpen er omheen, zoals gebouwen.

Terug naar het analyseren van UFO-video's. Naast technologie speelt hierbij een grote verscheidenheid aan procedures een rol. Om dit te illustreren, legt Dilettoso uit welke stappen hij neemt om bewust of onbewust bedrog van de videomakers te ontmaskeren. Hierbij gebruikt hij een door Tim Edwards in augustus 1995 gefilmde video als voorbeeld. Edwards was een keer met zijn dochtertje in de tuin van hun huis in Selida (Californië) toen hij een groot cilindervormig voorwerp in de lucht opmerkte. Hij richtte zijn Hi-8-videocamera op het voorwerp en bleef filmen totdat het uit het zicht verdween.

Het werden zes minuten film, die uiteindelijk bij Dilettoso terechtkwamen. Bij het analyseren van dit soort film wordt naar twee soorten van bedotterij gekeken: het gebruik van modellen of het digitaal op de computer creëren van het beeld. Toen Dilettoso aan het lange analyse-proces begon, deed hij natuurlijk hetzelfde. Of een beeld op de computer is gemaakt kan vrij gemakkelijk worden vastgesteld. “Het eerste wat ik doe,” legt Dilettoso uit, “Is te kijken naar de ‘verticale interval’. Dat is de zwarte lijn die de individuele videoframes van elkaar scheidt, en die als een soort ‘handtekening’ dient en mij in staat stelt vast te stellen of het beeld digitaal is gecreëerd - of vervormd op een computer.” Daarnaast zoekt Dilettoso naar specifieke aanwijzingen van het ‘gen-gesloten’ zijn van het beeld - een filmtechniek waarbij men, onder andere, de ene foto over de andere heen maakt.

In het geval van Edwards genoot Dilettoso ook het voordeel dat hij naar de oorspronkelijke locatie kon gaan en daar een referentietape kon opnemen met eenzelfde soort camera als waarmee de UFO was opgenomen. Ook kon hij - een standaardprocedure indien mogelijk - vanuit precies dezelfde positie als Edwards filmen.

Belangrijke factoren
Edward had tijdens het filmen onder de overhangende dakrand van zijn huis gestaan, met de camera naar boven gericht, waardoor de goot zichtbaar was. Dat was belangrijk voor Dilettoso: “Om het onbekende te verkennen, moeten we weten wat de karakteristieken van het bekende zijn.” Daarom wordt dan ook nauwkeurig gekeken naar factoren zoals de afmetingen van de goot en de felheid van de zon.

“Ik maak een database van de oorspronkelijke film door het helderste en het donkerste voorwerp te lokaliseren,” verklaart Dilettoso. “Dan maak ik een schaal die de relatieve lichtsterkte tussen de twee toont.” Door de intensiteit van het gereflecteerde licht als referentiekader te gebruiken, kan hij afstanden schatten. De kwaliteit van het gereflecteerde licht op iets dat dicht bij de lens is, zal enorm verschillen van dat op een groot object in de lucht - een van de standaardmanieren om vast te stellen of beelden van een ufo nep zijn.


Deze tabel wordt door Village Labs gebruikt om ‘onbekende’ lichten te vergelijken met ‘bekende’ lichten, zoals die van vliegtuigen. Wordt er geen tegenhanger gevonden, dan komt er een classificatie ‘UFO’.

Een ander probleem met het beoordelen van UFO-film is vast te stellen of het afgebeelde voorwerp inderdaad een door een intelligentie bestuurd voertuig is en bijvoorbeeld niet een wolk of iets dat door de wind wordt voortgestuwd. Om de aard van de beweging van een voorwerp te bepalen, kijkt Dilettoso naar iets dat bekend staat als ‘bewegingsvertroebeling’. Verschillen in helderheid van onderdelen van het beeld worden gebruikt om de richting waarin het voorwerp zich beweegt, vast te stellen. Hierdoor kan ook onderscheid worden gemaakt tussen de beweging van het voorwerp en die van de camera.

Schokkende conclusies
Na het uitvoeren van deze proeven op de film van Edwards, kwam Dilettoso tot enige schokkende conclusies. “De UFO van Edwards was naar schatting tussen de 0.8 km en 1.16 km in lengte. Het was geen model en het beeld was niet gegenereerd door een computer,” verklaarde hij.

Om de bevindingen nog eens te controleren, huren onderzoekers gewoonlijk verscheidene analisten in ter staving van de feiten. In de Edwards-zaak werd de informatie onderzocht door een andere UFO-expert, Bruce Maccabee, die tot de conclusie kwam dat het voorwerp tussen de 120 en 240 meter lang was. “Dat was dicht genoeg bij onze eigen schatting om te zeggen dat we het met elkaar eens waren,” verklaarde Dilettoso.

De UFO-gemeenschap gebruikt dikwijls de conclusies van experts zoals Dilettoso om hun eigen theorieën te bevestigen. Dilettoso is echter de eerste die zegt dat het enige wat hij kan doen, is - min of meer - vast te stellen of een afbeelding van een UFO nep is. Wat het voorwerp is en waar het vandaan is gekomen, is weer een andere kwestie. Puur rationeel gezien lijken de videobeelden van Edwards solide bewijs te leveren voor het bestaan van een buitenaardse vorm van technologie. Als dat, en al het andere bewijs, wordt geaccepteerd, dan kan niemand weerleggen dat UFO's buitenaardse voertuigen zijn. Maar het wordt niet geaccepteerd en dat is voor velen een groot mysterie.

UFO-databank
Dilettoso heeft een heel arsenaal van testtechnieken; een van de indrukwekkendste is de mogelijkheid om nieuwe UFO-afbeeldingen te toetsen aan de beelden die zijn opgeslagen in een enorme databank. Tussen vroegere opnamen probeert Dilettoso zo een tegenhanger te vinden voor de nieuwe UFO. Om tot een vergelijking te komen, berekent hij de verhouding van de hoogte tot de lengte van het betreffende voorwerp, waarna hij door de computer naar een tegenhanger laat zoeken. Zo vond Dilettoso bij het onderzoeken van Edwards’ video in het computerarchief een aantal UFO's waarvan de verhoudingen exact overeenkwamen met die van Edwards’ UFO.

Computertechnieken
Met door de computer gegenereerde effecten kan bijna elk type van oppervlaktestructuur kunstmatig op een digitaal-gecreëerd voorwerp worden toegepast. Deze techniek wordt surface mapping genoemd en kan worden gebruikt om elk Computer Generated Image (CGI) metaalachtig of glanzend te doen lijken.

Bij Village Labs kan Jim Dilettoso echter elk beeld van een film of video analyseren en de werkelijke oppervlaktestructuur van een voorwerp bepalen, zelfs als het hoog in de lucht is. Dilettoso zegt het volgende: “Met behulp van een aantal verschillende methoden kunnen we met vrij grote nauwkeurigheid vaststellen wat het materiaal is waarvan de oppervlakte van een voorwerp-op-afstand is gemaakt, en of de eigenschappen van dat oppervlak op aards plastic of metaal lijkt.”

Slimme bedotterij?
Overal ter wereld zijn er in de laatste 50 jaar voorwerpen in de lucht gefilmd die door de ‘filmers’ als buitenaardse voertuigen werden bestempeld. Dankzij de hedendaagse digitale technologie is men er echter in geslaagd een groot aantal als ‘nep’ te ontmaskeren.

1 Een door de computer gegenereerd beeld (CGI) van een Plejadische Straalschotel, samengesteld uit verscheidene foto's van Eduard ‘Billy’ Meier uit Zwitserland. Meiers foto's zijn controversieel, maar er is nooit bewezen dat ze nep zijn. Village Labs en verscheidene andere bedrijven hebben Meiers beelden als echt verklaard. Alleen MUFON en Kal Korff hebben gezegd dat ze nep waren. De andere CGI's (inzet) zijn alle op dezelfde manier geconstrueerd waarbij veel foto's en verslagen van waarnemingen werden gebruikt als basis voor de afmetingen en het uiterlijk van het voertuig.

2 Een beeldje van een video die in 1990 in Pennsylvania (VS) werd opgenomen. Dit was een goed gemaakte nepfilm waarbij men een door gas aangedreven, met afstandsbediening gestuurde, helikopter van één meter lang gebruikte.

3 Bij het analyseren van zogenaamde UFO-beelden maakt Jim Dilettoso gebruik van hi-tech computersoftware. Hier wordt de film van Tim Edwards aan een onderzoek onderworpen.

4 Dit is een filmfoto van de video die door Tim Edwards (inzet) uit Colorado in de VS werd opgenomen en daarna door Jim Dilettoso bij Village Labs aan een nauwkeurig onderzoek werd onderworpen. Dilettoso's conclusie was dat de film onmogelijk van een model kon zijn en ook niet door een computer was gegenereerd. Bruce Maccabee, een andere UFO-deskundige die eveneens de film analyseerde, kwam tot dezelfde conclusie. De gecombineerde bevindingen van de twee experts wezen uit dat het ongeïdentificeerde voorwerp tussen de 120 meter en 1.6 km lang was.

5 Een foto van een model van een UFO, genomen door Billy Meier die hiervoor dezelfde camera gebruikte als waarmee hij eerder UFO's had gefotografeerd. Wendell Stevens, Billy Meier en Tom Welch (met de hengelpolsstok) ziet men hier terwijl het model (gecreëerd door Wally Gentleman van Film Effects in Hollywood) in de lucht is. Het doel van de hele vertoning was de mogelijkheid van het faken van UFO-beelden te bewijzen èn om te zien of Dilettoso het model en andere UFO-opnamen van elkaar zou kunnen onderscheiden. Dilettoso slaagde erin de nep-foto van Meiers andere UFO-foto's te onderscheiden, maar toch kwam door deze episode de legende in de wereld dat Meier cum suis iedereen een poets had gebakken.

6 Lichtsignalen van caesium boven de Goldwater-artillerieschietbaan in Phoenix in Arizona, op de video opgenomen door Channel 12 aldaar. Het doel van de film was om de gefilmde lichtsignalen te vergelijken met de lichten die op 13 maart 1997 boven heel Arizona werden gezien en voor UFO's werden gehouden. Er wordt alom geloofd dat de lichtsignalen in werkelijkheid fakkels waren die door de Maryland National Guard uit A- 10 vliegtuigen werden gegooid, en hoewel ze er op het blote oog hetzelfde uitzagen toonden de testen de verschillen.


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen