VREEMD BISMUT/MAGNESIUM METAAL VAN WIGVORMIG LUCHTVOERTUIG Deel 2 Door: Linda Moulton Howe 2006 Vertaling: Paul Harmans mei 2006 Bron: www.earthfiles.com
2 mei 2006 Albuquerque, New Mexico - Gastheer Art Bell van de radioshows ‘Coast to Coast AM’ en ‘Dreamland’, belde mij op en vertelde mij dat er een half dozijn stukken metaal waren van ongeveer twee inch lang, een inch breed en een kwart inch dik. De ene zijde was donker, de andere glimmend zilver. Ik nam vervolgens contact op met een professor van een universiteit die ermee instemde het nieuwe materiaal te analyseren en Bell verzond twee delen aan hem en hield de andere vier veilig in een kluis. Het eerste wat de professor deed was het fotograferen van het materiaal toen het op zijn laboratorium arriveerde. Hij plaatste één stuk met de donkere zijde en de ander met de glimmende zijde naar boven en lag er ter vergelijking een kwart dollarmunt bij, welke ongeveer een inch in diameter is.
Op 8 juni 1996 bracht de professor zijn eerste rapport betreffende het materiaal uit. Hij had een afgezaagde en gepolijste dwarsdoorsnede bestudeerd met de elektronenmicroscoop en met Energy Dispersive Spectroscopy (EDS). Zijn verklaring was:
De elektronenmicroscoop was ingesteld op ‘terugverstrooiing’ zodat de zwaardere elementen helderder zouden oplichten. Vandaar dat de donkere bismut verschijnt als dunne, witte lijnen en het veel lichtere magnesium/zink in grijstinten. De professor nam de maat van de lagen en daaruit bleek dat de dunne, golvende lijnen bismut variëren van 1 tot 4 micron, ongeveer de helft van de diameter van een menselijke bloedcel, en dat het magnesium/zink varieert van honderd tot tweehonderd micron in dikte. Eén wetenschapper dacht dat de golving van de lagen in het metaal misschien een fractaal golfpatroon was, doelbewust aangebracht tijdens het proces van het op elkaar leggen van de lagen. Als dat zo is, dan kan het metaal mogelijk op een specifieke elektromagnetische frequentie resoneren. Of, de golving is het resultaat van de hitteabsorptie tijdens het produceren van het metaal of tijdens de functie ervan.
Later deed de professor een meer zuivere analyse met Wavelength Dispersive Spectroscopy (WDS) en zei:
Samengevat, de metalen fragmenten, die zoals wordt beweerd afkomstig zijn van de ‘centrale onderzijde van een wigvormig ruimteschip’ gevonden in New Mexico, bestaan uit ongeveer vijfentwintig afwisselende lagen. De lagen bismut variëren van 1 tot 4 micron dikte en de lagen magnesium/zink van 100 tot 200 micron. Bismut is een hard, bros, metaalachtig element dat grijs-wit van kleur is met een tikkeltje rood erin. De roze kleur in het medicijn voor de maag, Pepto-Bismal, komt door een bismut-ingrediënt.
Het atoomgetal van bismut in het periodiek systeem van Elementen is 83. Lood is 82, dus bismut is zwaarder dan lood. Bismut wordt frequent gevonden in erts waarin tin, lood, koper en kobalt zit. Bismut wordt niet aangetast door zoutzuur, alleen lichtelijk door heet zwavelzuur. Maar het element kan snel oplossen in zowel verdund als onverdund salpeterzuur. Verder zegt de Gids voor Bijzondere Metalen: ‘Bismut is één van de weinige metalen dat uitzet als het wordt gekoeld, zoals water als het ijs wordt, en dat maakt bismut waardevol voor gedetailleerde metalen gietstukken. Bismut heeft een laag smetpunt, maar het thermische geleidingsvermogen is lager dan dat van mogelijk alle metalen, met uitzondering van kwikzilver, en de elektrische weerstand is hoog. Een modern gebruik ervan vind je in de koelers van kernreactoren.’ Bismut is het meest diamagnetische van de elementen - dat houdt in dat het meer weerstand biedt aan doordringende magnetische velden dan elk ander element. Magnetische veldlijnen neigen zich eerder te verschuiven dan erdoor te dringen. Bismut heeft tevens het grootste Hall Effect. Dat betekent dat als er een voltage op bismut wordt gezet terwijl het metaal zich in een magnetisch veld bevindt, er een stroom zal worden geïnduceerd die negentig graden op het voltage staat. Bismut is een efficiënt absorbeerder van infrarode energie en onderzoekers experimenteren met bismut deklagen die hitte in elektriciteit omzetten. Bismut is tevens toegevoegd aan metaalmengsels in het onderzoek naar supergeleiding.
Op 5 juli 1996 voegde de vijfde brief van de bron in South Carolina een paar commentaren toe betreffende de gelaagde fragmenten, waarschijnlijk woordelijk overgenomen uit ‘grootvaders dagboek’.
Als gevolg van de ongewone combinatie van bismut en magnesium/zink, rezen er vragen over de isotoopverhoudingen in het magnesium. Isotopen refereren aan het aantal protonen en neutronen in de kern van elke atoom. Magnesium bijvoorbeeld bestaat op aarde uit ongeveer 80 percent 24-magnesium. Dat houdt in dat er twaalf protonen en twaalf neutronen in het midden van elke 24-magnesiumatoom zitten. De andere 20 percent is gelijk verdeeld tussen 25-Mg, welke één toegevoegde neutron heeft ten opzichte van 24-Mg, en 26-Mg welke twee toegevoegde neutronen heeft ten opzichte van 24-Mg. Als het in lagen verdeelde materiaal werkelijk van buitenaardse herkomst is, dan kun je je afvragen of er afwijkingen zijn te vinden in deze verhoudingen, of percentages van de isotopen. Een dergelijke afwijking werd in 1957 gerapporteerd toen een metalen fragment, dat volgens beweringen afkomstig was ven een UFO, door de Braziliaanse overheid in een laboratorium in Ubatuba, Sao Paulo, Brazilië, werd getest. Het fragment was op 14 september 1957 gevonden nadat een getuige een ‘vliegende schotel’ zag exploderen in duizenden vurige fragmenten die op het strand en in de zee vielen. Het metaal dat werd getest bleek bijna uit 100% pure magnesium te bestaan en was 6,7% zwaarder dan het gewone pure magnesium. Voormalig NASA-wetenschapper Paul Hill berekende dat de afwijking in dichtheid verklaard kon worden als het metaal uit de pure isotoop 26-Mg bestond dat niet van nature op aarde voorkomt. Vermoedelijk bestaat dat Braziliaanse metaal niet langer en kunnen we het niet daarop testen. (Zie meer informatie hier beneden.) Ik kwam erachter dat een ion-micronensonde, welke de magnesiumisotopen kan analyseren, onlangs was geïnstalleerd in het Carnegie Institution in Washington, DC. Na overleg met dr. Erik Hauri van de afdeling Aards Magnetisme, die akkoord ging om het gelaagde Bi/Mg materiaal te analyseren, reed ik op 20 juli 1996 naar Washington, met een afgesneden en gepolijst schijfje van het gelaagde materiaal. Dr. Hauri vond meer dan 11% van 26-Mg in ons mysterieuze monster, maar niet genoeg om buiten de aardse verschillen tussen magnesiummetaal te vallen.
Eén afwijking was dat het bismut/magnesium gelaagde materiaal meer positieve ionen uitzond dan het pure magnesium dat normaal gebruikt wordt. Hauri schreef in zijn rapport aan mij: “Het Bi/Mg monster geeft hoeveelheden Mg+ ionen af welke zestig keer meer zijn dan bij het pure standaard Mg metaal.” (Accent van L.M. Howe.) Dr. Hauri stelde drie mogelijke redenen voor om het verschil te verklaren. Ten eerste verklaarde hij dat zink mogelijk functioneert als een katalysator voor de ion-opwekking in magnesium. Ten tweede, dat katalyserende proces kan wellicht versterkt worden als er een kenmerkende ordening in de Mg kristalstructuur is, welke is gerelateerd aan de manier waarop het materiaal oorspronkelijk is geconstrueerd. En ten derde, als er zuurstof ergens in het monster aanwezig is, dan kan dat voor een versterking van Mg ion-opwekking zorgen. Echter, Hauri geeft toe dat geen van de grafieken van de ion-micronensonde enige zuurstof tonen.
Een technicus van een bedrijf dat zonnepanelen fabriceert, dacht dat hij het gelaagde metaal kon namaken in een vacuümverdampingsafzettingsproces. Na drie niet succesvolle pogingen, vertraagde hij het vacuümproces en bouwde één laag per week. Ik ontving het resultaat per post. Er waren vier lagen met ongeveer de grootte van een postzegel. Het monster was voornamelijk wit, geen afwisselende zwarte en witte lagen. Binnen een maand vielen de lagen los van elkaar terwijl ze in een plastic zak zaten tezamen met de bismutkorrels die eruit zagen als zwarte peper. Ik nam contact op met tientallen mensen in de wetenschappelijke- en industriële gemeenschap in een poging iemand te vinden die had gewerkt met bismut en magnesium/zink dat in herhalende lagen van microndiktes werd samengevoegd. Deze speurtocht liep van de directeur van Material Sciences aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge, Massachusetts, de National Science Foundation in Washington, D. C., metallurgen van het Sandia National Laboratory in Albuquerque, New Mexico, en metaalfabrikanten voor luchtvaart- en ongewone toepassingen, tot aan de militaire- en inlichtingen laboratoria. Niemand had enige kennis van dergelijk gelaagd metaal. Speculaties over de mogelijke functies van het metaal hielden onder andere in het weerstaan en ontdekken van magnetische velden. Een andere suggestie kwam van een man die beweerde gewerkt te hebben aan het terugontwikkelen van technologie die was gevonden in de Sovjet Unie en afkomstig van andere oorsprong gedurende de Koude Oorlog in de jaren ’70. Hij vertelde dat metaal dat was gemaakt van bismut- en magnesiumlagen ooit het laboratorium van de Edwards luchtmachtbasis binnenkwam als iets ‘onbekends’ en er ook weer wegging als ‘onbekend’. Hij vertelde dat hij ontdekte dat het materiaal kon ‘veranderen in een liftend voorwerp’ als het werd geplaatst in een elektrostatisch veld van een miljoen volt dat werd vergroot door een ongespecificeerde frequentie van een “Klasse C RF (Radio Frequentie) signaal.” Op de radio vroeg ik om hulp bij het onderzoek. Elektrotechnicus en glasvezelfysicus Travis Taylor, Ph.D., die in die tijd werkte op het Army's Redstone Arsenal in Huntsville, Alabama, meldde zich vrijwillig aan om te experimenteren. Maar eerst vroeg hij zijn superieuren en zijn contacten op het Defense Intelligence Agency (DIA) of het hem was toegestaan om met mij aan het Bi/Mg metaal te werken. Travis vertelde mij dat het werd toegestaan, op voorwaarde dat we hen zouden informeren over wat we ontdekten. Als eerste vroeg ik Travis of hij een onderzoek wilde ondernemen binnen de wetenschappelijke- en militaire kanalen om te kijken of hij verwijzingen kon vinden naar bismut en magnesium/zink dat werd verwerkt in herhalende, microndikke lagen. Na een paar weken vertelde hij mij:
Toen paste hij door middel van een Van de Graaff generator 500.000 volt toe op het Bi/Mg wat op een plastic isolator zat. Het gelaagde metaal bewoog op een bepaald moment opzij vanwege het elektrische veld en deed dat zo krachtig dat het uit de isolator viel. Daarna bouwde Travis een Van de Graaff generator die krachtig genoeg was om 1,2 miljoen volt te leveren. Hij had een magnesium/zink legering als controlemonster dat overeenkwam met de magnesium- en zinkpercentages, maar het bevatte geen bismut en het bezat niet het golvende patroon dat zo bijzonder was aan het gelaagde metaal. Isolering van het magnetische veld geschiedde met een dun vel papier dat boven de generator was bevestigd. Het gelaagde bismut/magnesium metaal en het controlemonster werden op het papier geplaatst. Tot Travis Taylor’s verrassing neigde het Bi/Mg opnieuw naar een zijdelingse beweging in het elektrostatische veld, terwijl het controlemonster dat niet deed. Toen er een van 1 tot 20 MHz in toonhoogte te verstellen radiosignaal werd toegevoegd, leek het Bi/Mg een nog krachtiger reactie te vertonen en zich weg te bewegen van de richting van het radiofrequentiesignaal toen dat werd opgeschroefd naar ongeveer 7 MHz. Travis vroeg zich af of er wellicht een connectie was met de kernmagnetische resonantiefrequentie van bismut welke ongeveer 7Mhz is, hetzelfde als het stimulerende radiofrequentiesignaal. Kernmagnetische resonantie ontstaat onder bepaalde voorwaarden op subatomair niveau als een substantie in een extern magnetisch veld wordt geplaatst. Het onderzoek ging verder met het testen van het metaal in statische en oscillerende magnetische velden door een wetenschapper die werkte aan ‘elektro-zwaartekracht’ onderzoek. Deze wetenschapper had zijn interesse inmiddels al toegespitst op twee elementen die mogelijk de zwaartekracht kunnen beïnvloeden: kwikzilver en bismut. Tot dusverre was het Bi/Mg ‘dood’, niet-bewegend, in de magnetische velden die hij probeerde. De onderzoeker vroeg zich af of de grote positieve ionenuitstoot die werd ontdekt tijdens de Carnegietest, mogelijk in verband staat met een ionenopwekking voor een onconventioneel voortstuwingssysteem voor een voertuig. Kolonel Corso vertelde mij dat hij niet gehoord had van gelaagd bismut en magnesium, maar beschreef zijn kennis van een voortstuwingssysteem van een buitenaards ruimteschip: “Het toestel was in staat zwaartekracht te verplaatsen via de voortplanting van magnetische golven, welk proces werd gereguleerd door de magnetische polen rond het voertuig te verschuiven om zodoende te dienen als een gecontroleerde aandrijfkracht, niet een voortstuwingssysteem, maar gebruik makend van de afstotende krachten van dergelijke ladingen.” Wat de functie van het gelaagde bismut en magnesium/zink ook mag zijn, in mei 2006 is het nog steeds een mysterie. Tot op heden heeft niemand ooit een dergelijk gelaagd materiaal gemaakt. De informatie afkomstig van de bron in South Carolina zou een door de regering gecontroleerde vrijlating van informatie in het publieke bewustzijn kunnen zijn, zodat er geen politieke betrokkenheid of een officiële toestemming aan vast zit. Als regeringsinsiders wetenschap hebben van gelaagd Bi/Mg en het wigvormige buitenaardse voertuig waar het vermoedelijk van afkomstig is, dan is hun stilzwijgen verenigbaar met de politiek van een cover-up die sinds de vroege jaren ’40 bestaat.
|