SCIENTIST CHALLENGES AIR FORCE REGARDING UFO’s By Stanton Friedman Vertaling Paul Harmans
“Eerlijk gezegd ben ik doodziek van het liegen van de luchtmacht over UFO’s tegen het publiek, de pers en leden van de regering,” zei de kernfysicus Stanton T. Friedman op een openbare lezing met als onderwerp: ‘Vliegende schotels bestaan echt’ in Albuquerque. “Ik ben al 39 jaar serieus geïnteresseerd in UFO’s, heb lezingen gegeven in een dozijn landen en heb zeventien documentenarchieven doorzocht. Gedurende 50 jaar bestaat er een behoorlijk onjuiste voorstelling over UFO’s in het algemeen en gedurende de recente jaren over het Roswell-incident in het bijzonder. De luchtmacht heeft vier verschillende antwoorden aangevoerd voor Roswell: 1.
Een vliegende schotel. Friedman die veertien jaar voor grote bedrijven als kernfysicus werkte aan een brede variëteit van geheime, zeer vooruitstrevende nucleaire systemen, was de eerste burgeronderzoeker van het Roswell-incident. “Ik daag hierbij twee heren uit tot een formeel debat. Dat zijn kolonel Richard Weaver, schrijver van het buitensporig misleidende, kolossale boek: ‘The Roswell Report: Fact Vs Fiction in the New Mexico Desert’ en kapitein James McAndrew van de USAF en schrijver van het boek: The Roswell Report: Case Closed’. Deze twee officieren hebben de spot gedreven met serieus onderzoek. Zij hebben alles uit de kast gehaald van de propagandist met een selectieve keus aan gegevens, onjuiste manier van redeneren, onjuiste beweringen en mensen ten onrechte positief of negatief beschreven. Deze boeken zouden in de bibliotheek onder fictie behoren te staan. De Mogul-verklaring klopt niet. Er is een gros aan verschillen tussen de getuigenissen van de getuigen en zij (Weaver en McAndrew) negeren de getuigenissen die ze niet in overweging willen nemen, terwijl ze onjuist beweren dat ze met alle oorspronkelijke getuigen hebben gesproken die nog in leven zijn en waarvan juist velen materiaal in handen hebben gehad dat totaal niet klopt bij de Mogul-verklaring. Ze hebben citaten van de FBI, die van wezenlijk belang zijn, erbuiten gelaten. Ze hebben op onjuiste wijze beweerd dat het Roswell-verhaal pas bekend werd nadat het in 1978 in de sensatiepers verscheen. Het Roswell-verhaal werd pas in 1980 bekend nadat een collega van mij en ikzelf hadden gesproken met zo’n 60 mensen die betrokken waren bij de zaak. Ik werd onjuist geportretteerd als iemand die zijn UFO-verhalen uit de sensatiepers heeft. Het is een feit dat ik in 1978 als eerste sprak met de hoofdgetuige, majoor Jesse Marcel, de inlichtingenofficier in 1947 van het toentertijd eerste en enige atoombomonderdeel in de wereld. Ik werd op hem gewezen door een oud amateur radiopartner die de verhalen in 1947 in de krant had gelezen. Jesse zelf heeft nooit naar publiciteit gezocht. Ik behandel veel van dergelijke onjuiste aanvallen in mijn boek: ‘Top Secret Majic’. Eén van de meest onnozele, officiële USAF-verhalen is dat van de crash test dummy nonsens. Ik sprak persoonlijk met kolonel Madson, wiens foto voorkomt in het ‘Case Closed’ boek en die nauw betrokken was bij dat onderzoeksprogramma. Hij is er volkomen van overtuigd dat het verhaal niet past. Bedenk dat deze poppen dezelfde lengte en gewicht hadden als de piloten van de luchtmacht. Geen enkele pop werd gedropt nabij de twee crashsites en geen enkele pop werd gedropt eerder dan zes jaar NA de gebeurtenissen in 1947. Zij droegen een idiote verklaring aan voor de roodharige officier die onafhankelijk werd gezien in het hospitaal van de basis in Roswell en op de vlakten van San Augustin. Piloot Joseph Kittinger was een roodharige en was in het hospitaal na een ongeluk met een ballon, maar dat was twaalf jaar later! Als de verklaring niet klopt dan moet je die niet gebruiken. Toevallig was ik de eerste die de twee onafhankelijke verhalen hoorde over de roodharige officier en een zwarte sergeant, een ongebruikelijke combinatie in 1947. De luchtmacht zegt niets over een zwarte sergeant of over de twee onafhankelijke verhalen. Er zijn vele andere voorbeelden van buitensporige misleidingen door de luchtmacht wat betreft UFO’s. Het ‘Office of Special Investigations’ van de USAF draagt de eigen afdelingen op hun eigen regels te negeren als zij een vrijheid op informatieverzoek betreffende UFO’s van mij ontvangen. De USAF loog kortgeleden zelfs tegen de CIA en beweerde onjuist dat de helft van de UFO-waarnemingen na 1955 het gevolg was van waarnemingen van het supergeheime verkenningsvliegtuig de U-2 en later van de SR-71. Maar er was helemaal geen toename in het aantal UFO-waarnemingen na 1955. Waarom zou iemand een hoogvliegend vliegtuig rapporteren dat bewoog in een rechte lijn en nooit: haakse bochten maakt, stopt binnen de afstand van zijn eigen lengte, onmiddellijk zijn vliegbeweging 180 graden omdraait en landt en opstijgt in the middle of nowhere, zoals bij UFO’s zo vaak wordt waargenomen? De verbindingsofficier van de USAF, die is gestationeerd op het Pentagon, heeft ontelbare korte brieven geschreven als respons op de aanvraag van leden van de regering om informatie over Roswell. Het kostte mij vijf kantjes om alle onjuiste beweringen die hij maakte te weerleggen. Kolonel Weaver schreef naar een onderzoeker dat de Operation Majestic 12 Documents, welke het onderwerp zijn voor mijn boek Top Secret Majic, bij iedereen bekend staan als onecht. Als antwoord op mijn aanvraag van memo’s, brieven, documenten, enz. op grond van de wet op vrijheid van informatie, die deze belachelijke en ongegronde bewering ondersteunt, werd mij verteld: “Er zijn geen documenten beschikbaar.” Dat is een duidelijke zaak van onderzoek bij proclamatie. Heeft de luchtmacht dan geen enkele verantwoording af te leggen tegenover hen die de rekeningen betalen? Of staan zij boven de wet? Ik herhaal mijn uitdaging: USAF officieren McAndrew en Weaver, hebben jullie de moed om jullie standpunt te verdedigen? Noem mij dan de datum en de tijd.”
|