PRINTBARE VERSIE

DE PERS MASSAAL OP DE BEEN!!!

Door: André Skondras

Januari 2007

Het ganse mediacircus draaide begin vorige week (week 2, 2007) op volle toeren in Hasselt want een lid van de Belgische Koninklijke familie, met name Prins Laurent, kwam toen getuigen in de zaak van de marinefraude en z'n mogelijk aandeel hierin. Dit gebeuren was natuurlijk spek naar de bek voor de nationale en internationale pers. Prins Laurent heeft nu eenmaal een grote amusementswaarde voor de diverse media waar deze dan ook maar al te graag heel gretig van profiteren. Het zorgt immers voor een grotere oplageverkoop en voor hoge kijkcijfers. De massale mediadrukte in Hasselt luwde echter zeer snel na het vertrek van trekpleister Prins Laurent.

Een massale aanhoudende persbelangstelling van dergelijke magnitude verzorgd met het nodige journalistiek professionalisme zou ook het UFO-fenomeen zeer zeker niet misstaan. Maar onderstaande tekening van Klier uit Het Belang van Limburg van dinsdag jl. illustreert mijns inziens heel duidelijk - indirect weliswaar - hoe vanuit de media doorgaans gekeken wordt naar het fenomeen van de vliegende schotels.


Bron: Het Belang van Limburg, 09-01 2007

Stanton Friedman verwoordt het in z'n mail van 10 januari jl. als volgt:

‘Herhaaldelijk lijdt de media aan een syndroom waarbij zowel hun ego als het idiote idee dat zij van alles dat belangrijk is op de hoogte zijn, betrokken zijn. Als enkele UFO’s buitenaardse ruimteschepen zijn dan is dat belangrijk. Als dat waar zou zijn, dan zouden zij daar vanaf weten, maar dat doen ze niet, dus is het duidelijk dat ieder ander die denkt dat dat wel waar is, gek is. Tevens zouden zij moeten toegeven dat zij het belangrijkste verhaal van het millennium al 60 jaar hebben genegeerd!’

Kortom, het fenomeen wordt aldus grotendeels genegeerd of op z'n minst gebagatelliseerd, geridiculiseerd en getabloïdiseerd. Dr. Herbert Strentz die in 1978 aan de Medill School of Journalism aan de Northwestern University een doctoraalscriptie schreef over persberichtgeving inzake UFO's, zei hierover o.m. het volgende:

‘De hoge graad van belachelijkheid aangaande het UFO-fenomeen werd weergegeven in de berichtgeving van de pers… De berichtgeving werd gemarkeerd door oppervlakkigheid, overbodigheid, onnozelheid, nonchalante verslaggeving en een gebrek aan relevante informatie… Het gebrek aan relevante informatie was ook toe te schrijven aan de tegenzin van de pers om informatie te vergaren over zowel het fenomeen als zij die erbij betrokken zijn.’

Er is blijkbaar sindsdien niet veel veranderd. Wat meer ernstige, diepgaande - gezamenlijk geplande - onderzoeksjournalistiek naar het UFO-fenomeen zonder al te zeer te neigen naar de sensationele - amusementsrijke - randgebieden van het enigmatisch verschijnsel zou mijns inziens zeker op z'n plaats zijn en toch zeker enige druk op de officiële ketel kunnen zetten. Maar dit blijft tot dusver maar slechts ijdele hoop - wijlen Peter Jennings is hierin met z'n uitzending UFOs, Seeing Is Believing (2005, ABC News) maar zeer gedeeltelijk geslaagd - want het gebeurt te weinig en dan nog slechts door een handvol (on)afhankelijke journalisten zoals Terry Hansen:
(http://www.themissingtimes.com/index.xhtml),

wijlen Bob Pratt:
(http://www.mufon.com/bobpratt_frame.htm)
en Leslie Kean:
(http://www.freedomofinfo.org/contacts.html
). Voor deze gedreven mensen blijft het vechten tegen de officiële bierkaai.

Wel enigszins positief te noemen is de recente ernstige verslaggeving van Chicago Tribune-reporter John Hilkevitch over de waarneming van een vreemd schijfvormig object door een twaalftal personeelsleden van United Airlines op de internationale luchthaven O'Hare van Chicago - de tweede drukste luchthaven in de wereld - op 7 november vorig jaar. Hij diende een FOIAC-verzoek in dat aantoonde dat de FAA wel op de hoogte was gebracht van deze waarneming. De FAA - het Amerikaans Departement voor Transport - liet eerst weten dat ze geen kennis had over het voorval, maar veranderde dus nadien vlug van standpunt nadat gebleken was dat een supervisor van United Airlines - die het eerst ook ontkende - een medewerker van de FAA in de luchthavencontroletoren gecontacteerd had.

Het standpunt van de FAA is dat het hier vermoedelijk handelde om een vreemd meteorologisch fenomeen. Het behoefde volgens hen dan ook geen verder onderzoek. Het is toch wel raar dat een theorie niet wordt gecheckt met de reële waarnemingsdata van de ooggetuigen onder wie ook piloten. Hier kan je alvast spreken over een conclusie op basis van vooringenomenheid en niet op basis van de relevante data. Het lijkt alsof de FAA een partijtje darts gespeeld heeft en de mogelijkheid van een zeldzaam weersverschijnsel als meest aanvaarde verklaring uit de bus gekomen is. Als officiële instantie kon ze waarschijnlijk ook niet anders doen dan het officiële standpunt van de US Airforce volgen dat reeds sinds 1969 van kracht is als resultaat van de vooringenomen conclusies in het Condon-rapport, een studie die in feite aantoonde dat het verschijnsel wel de nodige wetenschappelijke aandacht verdiende. Een andere verklaring zou heel wat ophef veroorzaakt hebben in officiële kringen en zou feitelijk en officieel bewezen hebben dat vreemde schijfvormige objecten inderdaad bestaan zoals ze trouwens reeds zeer lang waargenomen worden over heel de wereld.

UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen