PRINTBARE VERSIE

WETENSCHAPPELIJKE GEGEVENS ONDERSTEUNEN DE THEORIE DAT EEN VERMINKTE KOE IN MONTANA VANUIT DE LUCHT WERD GEDROPT EN STUITERDE

Door: Linda Moulton Howe 2006

Vertaling: Paul Harmans

Bron: www.earthfiles.com



De gele markeringen geven de plaatsen aan van de veeverminkingen tussen Great Falls en de Pondera districten in het verleden. Conrad is de districtshoofdplaats van Pondera. De meest recente veeverminking vond plaats in Vallier, 40 kilometer ten noordwesten van Conrad. Vanaf de vroege jaren zeventig tot aan 2006 herhalen de golven van verminkingen zich om de paar jaar. In 2001 onderzocht het Pondera sheriff’s-bureau veertien gevallen die officieel waren gemeld en ze hadden kennis van een half dozijn die niet waren gemeld.

24 november 2006, Valier, Pondera district, Montana – Afgelopen week bezocht ik op hun bureau in Conrad, Montana, sheriff Tom Kuka en zijn hulpsheriff’s Dick Dailey en Ed Erickson. Ik was daar in samenwerking met een bedrijf uit Toronto, Canada, dat een serie produceert met de titel ‘Best Evidence’ welke het Discovery Channel in 2007 zal uitzenden.

[Noot v.d. Vert. Ik vraag mij af of deze nieuwe serie net zo negatief wordt als de afgelopen series die Discovery Channel de laatste tijd heeft uitgezonden over de diverse fenomenen zoals UFO’s en graancirkels? Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Discovery [op eigen houtje of met steun van bijvoorbeeld de Amerikaanse sceptische organisatie CSICOP] een negatief antwoord wil hebben op de uitgebreide, succesvolle en zeer objectieve UFO-documentairereeks op het History Channel.]

Ik begaf mij met producer Michael Sheehan en zijn freelance cameraman Douglas Monroe en geluidsman Mike Kasic naar de boerderij van John en Patrica Peterson in Valier, ten noordwesten van Conrad. Conrad heeft een inwoneraantal van ongeveer 3000 en Valier ongeveer 500.

Op 8 oktober hadden de Petersons een deel van hun kudde verplaatst naar een veld van hen in Valier, nadat daar het gerst was geoogst. De Petersons wisten dat om 17.00 in de middag, nadat ze het hek hadden afgesloten en naar huis gingen, alles in orde was. Vroeg in de volgende morgen, 9 oktober, zag een buurman een koe liggen op ongeveer 15 meter vanaf de prikkeldraadomheining van het veld van de Petersons, maar hij meldde dat niet. Later, op 11 oktober, ontdekte de Petersons de dode en verminkte koe en belden sheriff Kuka. Verschillende boerenfamilies die binnen anderhalve kilometer van het karkas van de dode koe woonden, hadden niets ongewoons gehoord of gezien. Ongeveer anderhalve kilometer naar het oosten ligt een raketlanceercontrolestation van de Amerikaanse luchtmacht.



Kijkend in zuidelijke richting op de districtsweg van gravel in Valier, Montana, 40 kilometer ten noordwesten van Conrad. De roze pijl wijst naar het karkas van de dode en verminkte koe terwijl een agent het nadert.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey

Op 21 november, toen onze busjes de gravelweg afreden, stak de koe in de middagzon sterk af tegen het beigekleurige stoppelveld. Tegen deze tijd was ze al ongeveer zes weken dood, maar geen enkele prairiewolf of een ander roofdier, had ook maar een enkele beet uit haar lichaam genomen. Maar er bleek echter wel een menselijke indringer geweest te zijn. Een lokale inwoner vertelde dat een journalist van NBC op zaterdag 18 november, de dag voordat wij arriveerden, de kop van de koe had afgesneden. Eén van de buren van de Petersons vertelde dat de reden daarvan was, dat een in Montana gelegen universiteitslaboratorium het wilde onderzoeken. Maar de Petersons vertelden mij dat niemand hen om toestemming had gevraagd de kop te verwijderen.

De rest van het lichaam toonde dat de uier in een enigszins ronde insnijding was verwijderd, net zoals het gebied rond het rectum en de vagina. Buiten dat deze delen waren weggesneden, constateerden sheriff Kuka en zijn agenten op 12 oktober dat het linkeroor van de koe was verwijderd evenals het linkeroog, een cirkel van weefsel rond het oog, de tong en het vlees op de kaak. Al deze verwijderde delen wijzen op een typische veeverminking zoals die al minstens sinds de jaren zestig wereldwijd voorkomt.


Sheriff Tom Kuka en zijn hulpsheriffs inspecteren op 12 oktober 2006 de kop van de verminkte koe.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey


Het vlees is zonder bloedverlies van de linkerkaak verwijderd, zoals bij de overgrote meerderheid van de veeverminkingen sinds de jaren zestig.
Foto: Pondera County Sheriff's Office.

Koe stuiterde op de grond
De sheriff had mij na zijn eerste bezoek in oktober aan de boerderij van de Petersons gebeld om te vertellen dat er een stuiterafdruk in de grond zat, zo’n anderhalve meter ten zuidoosten van het dode karkas van de koe. De grond was omhooggeschoven tegen de noordkant van de afdruk en dat wekte de indruk dat de 700 kilo wegende koe vanaf een aanzienlijke hoogte was gedropt om vervolgens de grond met een behoorlijke kracht te raken en daarbij naar haar laatste rustplaats te stuiteren, met haar poten en kop wijzend naar het noorden.


Nabij het midden van de foto ligt de stuiterafdruk, temidden van de gerstestoppels waarvan sheriff Kuka en zijn agenten een deel vonden dat was afgebroken en waarvan de grond was opgeschoven naar het noorden, zo’n anderhalve meter van de plek waar de verminkte en dode koe voor de tweede keer de grond raakte. De kop van de koe in de linker bovenhoek toont waar het vlees is weggesneden.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey

Eén van de mysteries die sheriff Kuka mij meedeelde was: dat ondanks dat het fysieke bewijs in de grond erop wees dat de koe van zuid naar noord was gestuiterd, alle 15 centimeter hoge gerstestoppels onder haar karkas netjes uitgelijnd plat op de grond lagen in een noord-zuid richting, dus precies tegenovergesteld.


De agenten tilden de koe op en vonden de gerstestoppels onder haar netjes uitgelijnd in een noord-zuid richting, de tegenovergestelde richting van waarin de grond in de stuiterafdruk was weggedrukt.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey.

Ik had ten aanzien van sheriff Kuka in oktober een gesprek gehad met biofysicus W.C. Levengood uit Michigan over hoe we monsters konden nemen van de grond en de spontaan tussen de gerstestoppels opkomende jonge gersteplantjes. Ik interviewde W.C. Levengood in zijn laboratorium betreffende zijn analyse’s die hij tot dusverre had gedaan en die ondersteunen de theorie van sheriff Kuka dat Petersons koe van bovenaf was gedropt, toen het dier al dood en verminkt was.



W. C. Levengood, biofysicus, Ph.D.-eq,
Pinelandia Biophysical Laboratory, Grass Lake, Michigan.
Foto: Linda Moulton Howe.

 

Interview:

W. C. Levengood: Ik noem het ‘runder-incisies’ omdat de insnijdingen in het weefsel van de koe niet alleen zeer consistent, maar ook zeer precies zijn.

Ik had dankzij sheriff Tom Kuka’s uitstekende werk, excellente grond- en gerstmonsters om te onderzoeken. De monsters waren op verschillende afstanden van de koe genomen. In de noord-west richting vond ik dezelfde zaken als welke ik altijd vind op de plek van een veeverminking. Als je vanaf een verminkte koe begint, dan neemt de energie die ik kan meten in de planten en de grond toe tot op een afstand van ongeveer 7 meter vanaf de koe. (Een cirkel met een diameter van 14 meter met daarin meetbare hogere energieën wordt rondom verminkte dieren meestal gevonden). Daarna nemen de energieën consistent af. Dat vond ik ook bij de koe uit het Pondera district, maar er waren tevens een paar verrassende afwijkingen.

Ik meet de CDP pulses, dat zijn charge density plasma’s. (Ik ga een dergelijke wetenschappelijke techniek maar niet vertalen, omdat ik niet exact weet waar Levengood het over heeft. Vert.) Wanneer ik aan charge density pulses refereer dan refereer ik aan 10 jaar gegevens die ik sinds het midden van de jaren negentig bestudeerd en vergaard heb. Dr. John Gedye en ik hebben over deze pulses of charges, die geproduceerd kunnen worden door een aantal dingen, inclusief stress of impact pulses, gepubliceerd. Deze pulses zijn toe te schrijven aan een zeer specifieke bundeling en structuur van specifieke molecular isomers (verschillende moleculaire samenstellingen) in de matrix van de watermoleculen die weer zitten in hetgeen je bestudeert. In dit geval bestudeer ik de grond.

[Noot van Linda MH: biofysicus Levengood bestudeert al sinds het midden van de jaren negentig negatief en positief geladen ionenenergieën in water, grond en planten. Zijn werk is gepubliceerd in het gerespecteerde botanie journaal ‘Physiologia Plantarum’, het ‘Journal for Scientific Exploration’, en in ‘Subtle Energies and Energy Medicine’ zoals hieronder is te zien. De referentie aan gemeten energieën in het onderzoek naar de verminkte koe uit het Pondera district is een referentie aan charge density plasma’s.]


Een publicatie van Levengood en Gedye in ‘Subtle Energies & Energy Medicine’,
Vol. 13, Nummer 2, Pag. 131-153 © 2003
Later veranderde Levengood de naam van de gemeten energie naar: ‘charge density plasma’s’.

 

Energie-inslag op 65 meter ten zuiden van de koe

W. C. Levengood: Maar ten zuiden van de koe waren de energieniveau’s extreem hoog

Linda Moulton Howe: U vond de grootste energieverandering op zo’n 65 meter ten zuiden van de verminkte koe?

W. C. Levengood: Ja. Dat was een grote afwijking. Ik zal daar zo meteen meer over vertellen. Maar er zijn een paar opvallende uitzonderingen.

Sheriff Kuka dacht dat er aanwijzingen waren dat het dier vanaf boven op de grond werd gedropt en toen stuiterde en tot stilstand kwam op iets meer dan een meter vanaf de kuil in de grond. In de kuil waren de gersteplanten omver geslagen en waren behoorlijk verfrommeld. Ik heb dus aan sheriff Kuka gevraagd om een monster van de grond van de kuil en om de koe opzij te rollen en een monster te nemen van de grond onder het karkas.

Ik onderzocht de monsters en was totaal verbijsterd dat de grond afkomstig van de kuil (de stuiterafdruk) het laagste energieniveau bevatte van alles wat ik tijdens mijn onderzoeken naar graancirkel- en runder-incisie-monsters had gevonden. De energie was bijna nul. Tot dusverre had ik dit nooit eerder gezien en ik kijk nu toch al zo’n drie jaar naar grondmonsters afkomstig uit graancirkels en runder-incisies.

Het energieniveau in de grond onder de koe was een klein beetje hoger, maar nog steeds extreem laag vergeleken bij de normale controlemonsters. Dat stelde mij voor een raadsel en toen ik naar de gegevens keek, vond ik nog een afwijking op ongeveer 65 meter vanaf de koe. De energie was daar enorm hoog. Dat maakte wel niet zo heel veel uit omdat het zover weg lag vanaf waar wij de lijn trekken van de te vergaren controlemonsters. Maar dit bleek dus niet zomaar een controlemonster te zijn!

In de monsters uit het westen en noorden was de energie veel lager, in een normale hoeveelheid zou ik denken. Dus ik besloot dat ik mij moest concentreren op hoe ik die afwijking van die lage energie in de grond onder de koe kon oplossen. In het laatste decennium heb ik grondmonsters getest om te kijken hoe de energie eruit ziet. Uit ondervinding weet ik dat wanneer ik de zijkanten van de bakjes waarin het grondmonster zit meet, er wordt aangegeven dat de grond energie bevat. Maar in het geval van de Pondera zaak ontdekte ik dat de energie, in de monsters van onder de koe en uit de stuiterindruk, ultra laag was.

 

De impact van het karkas van de koe op grond


De roze pijl wijst op opgehoopte grond rondom de rechterachterpoot van de koe. De groene pijl wijst naar de stuiterindruk. Wellicht zijn vanwege de klap de ingewanden door het gat in het rectale gebied naar buiten gedrukt, terwijl dat gat bij de meeste verminkingsgevallen een droog en leeg gat is, dat het lichaam binnendringt.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey.

W. C. Levengood: Mijn hypothese is, dat toen de Pondera koe werd gedropt, het karkas vanwege de klap de natuurlijke energie in de watermoleculen in de grond reduceerde. Normale silicaatgesteentehoudende grond heeft een negatieve lading op de kleine zandkorrels en kristallen. Dat is - zoals een onweerswolk zijn positieve lading overbrengt op de grond – waarom het zichzelf ontlaadt in de aarde, omdat de aarde negatief geladen is.

Ik denk dus dat de Montana koe, met een aanmerkelijk gewicht van 700 kilo, een golf of pulse produceerde van positieve energie, die vervolgens de negatieve energie in de grond neutraliseerde. Dus, op zijn minst tijdelijk, was de energie in de grond onder de koe bijna nul.

De energie in de planten die dicht bij de koe stonden was ook abnormaal laag. Dat past in de hypothese, omdat wanneer de koe de grond raakt, de aanvangsinslag, en de tweede landing, de energie in de planten ook neutraliseert.

Linda Moulton Howe: In de stuiterindruk waar de grond omhoog geschoven werd en waar de koe dus landde?

W. C. Levengood: Juist. Ik kan mij niet herinneren ooit een dergelijke overweldigende graad van gerichte afwijkingen (van noord naar zuid) gevonden te hebben in zowel grond als planten zoals ik die in dit geval vond. Normaal ligt het ringvormig rondom de dieren, niet in een specifieke richting.


De sheriff van het Pondera district staat direct ten zuiden van de verminkte koe op de Petersons boerderij in Valier, Montana. Planten en grond op 65 meter ten zuiden van het karkas waren het meest intensief aangetast door energieveranderingen, die duiden op een zuid-noord richting vanaf het karkas van de gedropte koe.
Foto: Pondera County Chief Deputy, Dick Dailey

 

Tests op de grond van de impact

W. C. Levengood: Om mijn hypothese te testen ontwierp ik een slingersysteem in mijn laboratorium. Ik bevestigde een gewicht aan de slinger en nam een bakje met flexibele wanden en vulde dat met grond en ik plaatste de voelers van mijn spanningsmeter onder de vier zijden van de grond. Vanuit mijn voorgaande werk in de afgelopen drie jaar, heb ik geleerd de spanningvoelers op alle vier de zijden van de bak te plaatsen: noord, oost, zuid en west.

Toen deed ik gecontroleerde impacts vanaf de zijkant, dus parallel met de oppervlakte van de grond. Maar ik raakte het onder het oppervlak, ongeveer halverwege de grondlaag. Daarbij kreeg ik een energiegolf in alle vier de richtingen.

Wat ik zo interessant vond aan de Pondera koe, was dat er een veel hogere energiegolf liep van zuid naar noord dan van noord naar zuid. De gegevens van mijn impactstudies op de grond in mijn bak komen overeen met de drop/impact theorie. Dat is waarom ik zo’n lage energie zag in de grond nabij de verminkte koe, waarvan we vermoeden dat ze daar eerst de grond raakte toen ze vanaf boven werd gedropt en vandaar naar de tweede positie stuiterde, waar ze bleef liggen.

Linda Moulton Howe: U ontdekte dat het energieniveau in de grond afkomstig van onder het karkas van de koe, ook laag was?

W. C. Levengood: Maar niet zo laag als in de stuiterindruk en dat klopt ook wel, omdat de koe niet zo hard neerkwam op haar uiteindelijke rustplaats. De hoogte van de stuitering was natuurlijk vele malen lager dan de hoogte waarvan ze werd gedropt.

Linda Moulton Howe: Dus uw werk ondersteunt de hypothese van sheriff Kuka dat de koe vanaf boven naar de grond is gedropt. Waarna de impact op de grond de geladen densiteit van de plasma-energie in de grond reduceerde?

W. C. Levengood: Inderdaad.

 

Werd de Montana koe gedropt met een geavanceerde straaltechnologie?


‘Greeley Tribune’, Greeley, Colorado, zondag, 2 november 1980.

Linda Moulton Howe: Als we te maken hebben met een geavanceerde straaltechnologie, zoals sommige ooggetuigen hebben beschreven, dan is het mogelijk dat de koe in Pondera in die straaltechnologie hing en onder een hoek boven de grond bewoog en wellicht in wisselwerking stond met de grond rond 65 meter vanaf de plaats waar de koe uiteindelijk werd gedropt?

W. C. Levengood: Dat zou kunnen. Ik kan niet precies aangeven waar die energie vandaan komt. Of wat of wie deze energie voortbracht. Maar het is een aanvaardbare hypothese omdat op andere plaatsen met runder-incisies, maar waar geen bewijs aanwezig is van een dropping, een indicatie is van een piek in de energie tot op 7 meter van het dier, helemaal rondom het dier. Het bestaat uit een regelmatige cirkel van hoge energie rondom het dier.

Linda Moulton Howe: Ook dat kan verklaard worden als er een straal was welke in een cirkelvorm op de grond scheen op de plaats waarop het dier werd gedropt?

W. C. Levengood: Dat is juist ja, dat is een mogelijkheid.

Linda Moulton Howe: Om daar nog even over door te speculeren, het is wellicht mogelijk dat deze straaltechnologie ervoor verantwoordelijk is dat de gerstestoppels in een noord-zuid positie werden neergebogen voordat het karkas van de koe de grond raakte en in noordelijke richting stuiterde?

W. C. Levengood: Misschien.




DIERVERMINKINGEN PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen