PRINTBARE VERSIE

DEEL 11

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is. Hans Jochems.)

Deel 12


~ “Bill Smith werd verteld dat de buitenaardsen hem zijn lichaam zouden laten verlaten om bij het andere lichaam naar binnen te gaan. Terwijl hij in het nieuwe lichaam door de stad wandelde vroeg hij zich af hoeveel andere mensen ook falsificaties waren, net zoals hijzelf?” - De auteur ~



Het boek ‘In League With A UFO’, geschreven door de Amerikaan Mr. Lou Baldin,
uitgegeven op 25 juni 1997.



Schrijver Lou Baldin

* * * * *


Hoofdstuk 8

VLEESHANDEL

De commissie voegde vijf levende, menselijke lichamen aan haar inventaris toe. De wetenschappers verkregen de vijf bijna dodelijk gewonde mannen vanuit het hele land. De details, zoals waar zij vandaan waren meegenomen of waardoor zij zouden sterven, werden niet bekend gemaakt. De commissie plaatste de levende lichamen in de incubatorkamer in het buitenaardse toestel totdat er werd besloten over wat er met hen moest gebeuren. Het leger deed een verzoek om vier lichamen aan hen over te dragen. De meeste commissieleden waren voorstander om het leger te geven waar zij om vroegen. Het was al genoeg dat de wetenschappers één ‘Frankenstein’ in hun midden moesten gedogen, maar om er zes van hen in hun midden te hebben maakte dat iedereen die rondom die levende lichamen moest werken zich bijzonder oncomfortabel voelde. De commissie had, zoals ze - vermoedelijk door iemand van het Pentagon - was gezegd, de andere vijf lichamen dezelfde procedure laten ondergaan als waardoor ‘Frankenstein’ was ontstaan.

De beslissing om de lichamen weg te geven werd gemaakt terwijl Bill Smith afwezig was. Meteen nadat hij ontdekt had wat er zou gaan plaatsvinden greep Bill in. Hij was er op tegen dat de militairen in het bezit zouden komen van de lichamen (er werd niet uitgelegd waarom hij ertegen was). Bill was de enige van de commissie die ongedaan kon maken dat de lichamen door het leger werden meegenomen, ondanks dat het leger reeds plannen had gemaakt om de lichamen te ontvangen en niet de intentie had om die transactie uit te stellen.

Schijnbaar had Bill de legertop op een andere dan een aardse manier beïnvloed. Bill maakte het nooit in het openbaar bekend, maar hij vertelde één van zijn vertrouwde vrienden dat hij erbij was toen de buitenaardsen bij een zekere generaal binnenvielen en hem ontvoerden.

Tijdens de ontvoering was Bill niet betrokken bij alles wat er door de buitenaardsen aan de generaal werd ‘gesuggereerd’, maar de generaal werd er zich van bewust gemaakt dat hij zijn militaire verzoek voor de levende, mannelijke lichamen in de wacht moest zetten. Meer gebeurde er toen niet met de generaal en de hele episode nam minder dan tien minuten in beslag, inclusief de tijd die nodig was om de generaal weer naar zijn slaapkamer terug te brengen.

Diezelfde week, terwijl hij aan boord was van het buitenaardse toestel, zag Bill dat hij in dezelfde kamer was met één van de lichamen die de commissie onlangs ‘behandeld’ had. Bill Smith werd verteld dat de buitenaardsen hem zijn lichaam zouden laten verlaten om bij dat andere lichaam naar binnen te gaan.

Eerst beangstigde het hele idee hem. Maar de buitenaardsen verzekerden hem echter dat het strikt zijn keuze was. Indien hij nog niet klaar was voor zo’n soort ervaring was dat prima voor hen en zouden zij het naar een later tijdstip verschuiven. Maar Bill besloot om het te doen. De buitenaardsen instrueerden Bill om een aangrenzende kamer binnen te gaan. De kamer gloeide met dezelfde gele kleur als de kamer die de commissie de incubatorkamer noemde. De buitenaardsen verspilden geen tijd en brachten hem snel in een soort verdovingstrance. Na enkele seconden voelde Bill zichzelf losgemaakt worden van zijn lichaam. Dan was het net alsof iemand hem vanuit de bovenkant van zijn hoofd omhoogtrok.

Alles gebeurde precies zoals Bill in boeken had gelezen die ervaringen van lichaamsuittredingen beschrijven. Deze mensen claimen een wat genoemd wordt ‘bijna doodservaring’ te hebben gehad. Er zijn gedocumenteerde gebeurtenissen die gedetailleerd beschrijven hoe mensen stierven door één of ander ongeval of ziekte, maar dan toch weer tot leven werden gewekt, of door een almachtig wezen werden teruggestuurd vanwege nog onafgewerkte zaken die de persoon nog op aarde moest uitvoeren. Er waren gedurende 1970 en 1980 honderden van deze rapporten.

Zoals met ieder fenomeen waren er sceptici in overvloed. Bill was één van de grootste twijfelaars. Zoals velen dacht Bill dat het pure onzin was, ‘en dat het hele fenomeen kon worden verklaard door de chemische stoffen die op natuurlijke wijze vrijkomen bij een stervend lichaam’. Eén van Bill’s favoriete verhalen van de jaren ’80 was, dat als het lichaam het trauma ervaart dat ‘dood’ wordt genoemd, de persoon die aan het sterven is zich herinnert hoe hij oorspronkelijk via het geboortekanaal van zijn moeder in deze wereld was gekomen. Volgens de sceptici is het heldere licht dat de stervende persoon ziet als hij wanhopig probeert te voorkomen dat hij in de afgrond van de dood glijdt, het licht van de verloskamer.

De verhalen beschreven hoe de persoon die stierf zichzelf zwevend terugvond boven in de operatiekamer en dan naar beneden kijkend zijn eigen lichaam zag. En soms beschreef de bijna dood ervaarder (BDE) dat hij dokters en verpleegsters zag die druk bezig waren om te proberen zijn lichaam weer tot leven te wekken. Sommige van de BDE mensen bleven een bepaalde tijd in dit bestaansniveau en werden dan weer als het ware in hun lichamen ‘teruggezogen’ nadat de dokters er in geslaagd waren ze te laten herleven. Anderen berichtten dat zij op het moment van dood met een hoge snelheid door wat op een tunnel leek werden gezogen. Aan het einde van die tunnel werden de BDE personen begroet door hun geliefden, tantes, grootouders of vrienden die al eerder waren gestorven. Dan kregen de BDE personen een ontmoeting met een Wezen dat warm licht uitstraalde. Dat Wezen was vol liefde en barmhartigheid voor de persoon. Het Wezen liet ze hun hele leven zien, maar velde geen oordeel.

Bill Smith ging niet dood en werd weggeleid, maar hij ervoer diezelfde vreemde toestand van zijn eigen lichaam toen hij er overheen zweefde. Hij wist dat het zijn lichaam was, maar zag zichzelf in een nieuw shockerend perspectief. Hij leek anders dan wat hij had verwacht. Wat zo schokkend was, hoewel, was het gevoel dat hij had toen hij als het ware door het andere lichaam naar binnen werd gezogen. Indien het niet door het feit was dat Bill onder één of ander buitenaardse, kalmerende verdoving was geplaatst, zou zijn geest niet sterk genoeg zijn geweest om die transformatie te overleven.

Zodra hij in het andere lichaam was voelde dat voor hem heel natuurlijk aan. Bill was zich bewust dat dit andere lichaam geen eten of drinken nodig had omdat het inwendige buitenaardse apparaat daarin voorzag. Bill kon het voorwerp niet voelen dat binnenin in het lichaam zat, maar was zich er enkel van bewust door de röntgenfoto die de commissie eerder in het lab had genomen. Het lichaam straalde levenskracht uit. Bill was niet zeker of dat kwam omdat dit het lichaam was van een jongere man? Of omdat het door het buitenaardse batterijpak werd gestimuleerd?

Het lichaam was helemaal aangekleed, zodat Bill zich niet hoefde aan te kleden. Bill nam zijn persoonlijke bezittingen, portefeuille en sleutels uit de broek van zijn inactieve lichaam en was klaar om te gaan. Voordat hij de buitenaardsen over de afbeelding op zijn rijbewijs kon vragen, vertelden zij hem dat hij in zijn portefeuille moest kijken. De vergunning van Bill was veranderd en zijn I.D. foto kwam overeen met het gezicht van het nieuwe lichaam.

De buitenaardsen vertelden Bill dat hij plezier moest maken met zijn nieuwe zelf en er een week voor te nemen om te onderzoeken hoe het voelde. Om zich in het nieuwe lichaam comfortabel te kunnen voelen mengde hij zich eerst een tijdje onder voor hem vreemde mensen. Daarna ging Bill op pad langs een aantal favoriete ontmoetingsplaatsen waar zich zijn vrienden en collega’s zouden kunnen bevinden. Als Bill iemand ontmoette die hij kende begon hij een gesprek. Bill was verbaasd dat zijn collega's van de commissie, die vertrouwd waren met het lichaam dat Bill nu ‘bewoonde’, geen idee hadden dat zij met Bill praatten of dat het lichaam waar de commissieleden al maandenlang zo dichtbij hadden gewerkt nu samen met hen een drankje dronk en een gesprek met ze voerde.

Bill Smith probeerde zichzelf met enige van zijn oude omgangsvormen bloot te geven. Toen dat niet lukte, probeerde hij het met praten over sommige dingen die hun gemeenschappelijke vriend Bill Smith leuk of niet leuk vond. Niets werkte. Zijn collega’s hadden niet in de gaten wie Bill was. Zij namen aan dat zij gewoon een nieuwe vriendschap met een vreemdeling hadden gesloten.

De echtgenote en familie van Bill hadden hem tijdens die week niet gemist. Het was niet ongewoon voor Bill om voor dagen en weken achtereen weg van huis te zijn. Bill wilde zeer graag aan een aantal van zijn vrienden onthullen wie hij was, alleen al om hun gezichtsuitdrukkingen te zien. Maar na er over te hebben nagedacht besefte Bill dat zijn vrienden alleen maar zouden denken dat hij krankzinnig was. Als zijn vrienden hem zouden geloven, zouden zij vermoedelijk een hartaanval krijgen. Terwijl hij in het nieuwe lichaam door de stad wandelde vroeg hij zich af hoeveel andere mensen ook falsificaties waren, net zoals hijzelf?

Er was geen menselijke manier om daar het antwoord op te weten te komen. De buitenaardsen gaven aan Bill nooit een aanwijzing over die vraag, maar de buitenaardsen zeiden wel dat hij dat ooit in de toekomst zou weten. Bill dacht dat als er iemand een glimpje zou kunnen bespeuren van wie hij echt was, het iemand van zijn familie zou moeten zijn. Daarom deed Bill net alsof hij een verzekeringsvertegenwoordiger was en ging naar zijn eigen huis. Zijn vrouw weigerde zijn aanbiedingen en liet hem niet in het huis toe. Bill was blij dat zij hem de toegang weigerde. Het was een ‘stom idee’, bedacht hij zich later. Als er ook maar iemand het verband had ontdekt, kon het alleen maar schadelijk voor hem zijn.

Dat was de les die de buitenaardsen Bill wilden laten leren. Bill werd naar beneden gestuurd om zich tussen mensen te begeven, wetende dat hij zijn geheimen met zijn medemens zou willen delen - geheimen waarvan Bill dacht dat ze te fantastisch waren om ze bij zichzelf verborgen te houden. Op sommige tijden dacht Bill dat hij gek zou worden! Hij voelde een sterke drang om iemand te vertellen waartoe hij in staat was.

Nadat de week voorbij was keerde Bill terug naar de plek waar gepland was om de buitenaardsen te ontmoeten. Die ontmoeting vond plaats in een leeg huis dat ‘te koop’ stond. Hij ontmoette er twee buitenaardsen die vermomd waren als vastgoedmakelaars. In het huis vond Bill zijn eigen lichaam dat daar op hem wachtte. Het was in leven gehouden met een extern apparaat dat de mond en neus bedekte. Bill was nog steeds niet gewend om zijn lichaam op die manier te zien en het maakte hem bang. De buitenaardsen gaven hem een kalmerend middel en plaatsten hem snel terug in zijn eigen lichaam. De buitenaardsen gebruikten een andere procedure dan zij eerder in het toestel hadden gedaan. Terwijl Bill naast zijn lichaam stond plaatsten zij een apparaat op zijn hoofd en hevelden hem uit het tijdelijke lichaam en plaatsten hem weer terug in zijn oude zelf. Het was een totaal verschillend gevoel dan de laatste keer. Het ging sneller en Bill wist amper wat er gebeurde.

Bill ging terug naar het kantoor en regelde een bijeenkomst met de commissie. Hij vertelde hen wat hij had gedaan en wat de implicaties van die nieuwe informatie betekende voor de wetenschappers. Voor hen die Bill niet geloofden, beschreef hij de details van zijn ontmoeting.

Nog steeds sceptisch antwoordden zijn collega's dat Bill die informatie had kunnen krijgen van de persoon die hij beweerde te zijn. Bill vertelde toen de commissieleden precies wat zij dachten gedurende de tijd dat zij Bill hadden ontmoet in het lichaam van die andere man. Tenslotte vertelde hij hen dat hij zou dupliceren wat er met hem was gebeurd door gebruik te maken van een ander lichaam dat ze hadden ‘opgeslagen’ en vroeg om vrijwilligers.

Gedurende de tijd dat Bill het andere lichaam bezat was hij helderziend. Hij wist wat de mensen dachten door eenvoudig hun gezichten te visualiseren of naar hen te kijken. Hij had het gevoel dat het fenomeen onderdeel was van het gescheiden zijn van je lichaam en niet noodzakelijkerwijs omdat hij in een gemuteerd menselijk lichaam zat. Maar Bill was er niet zeker van of dat wel waar was.

Vier wetenschappers van de commissie boden zich vrijwillig aan om de procedure te ondergaan. Dat verraste Bill. Hij verwachtte niet dat iemand van hen het wilde proberen. Bill had nog nooit die procedure gedaan, maar hij nam aan dat de kennis tot hem zou komen als hij het nodig had, tenminste, dat hoopte hij. Bill legde de vrijwilligers uit dat de resultaten van wat ieder van hen ging doen niet onbetwistbaar waren. Na die openbaring trokken drie vrijwilligers zich terug.

Tim, degene die zich niet had teruggetrokken, was er op gebrand om door te gaan. Bill nam geen risico’s en besloot de overdracht in de incubatorkamer te verrichten in plaats van het draagbare systeem te gebruiken dat minder ingewikkeld leek te zijn dan die in de toestel. Bill voelde zich meer zeker van zichzelf om gecompliceerde procedures uit te voeren terwijl hij in het toestel was. Er was een gevoel dat hij nooit alleen was als hij in het schip was.

De buitenaardsen hadden het draagbare systeem bij hem achtergelaten en zich ontdaan van het lichaam dat hij had gebruikt. Zij gaven hem geen verklaring over waarom zij de draagbare unit hadden achtergelaten of waarom de buitenaardsen zich van het lichaam hadden ontdaan in plaats van het terug te brengen naar de incubatorkamer.

De buitenaardsen implanteerden gecompliceerde informatie en procedures rechtstreeks in Bill's onderbewuste geest (wat veel leek op van te voren gedownloade software zoals dat gebeurt bij computers). De buitenaardsen deden dat omdat de hoeveelheid en soort informatie die Bill moest weten nooit door de menselijke geest op zichzelf zou kunnen worden geleerd. Noch zou geen enkel mens te vertrouwen zijn met dat wat de buitenaardsen in de geest van Bill hadden opgeslagen.

Alle apparatuur die de buitenaardsen bij Bill hadden gebruikt was ook aanwezig in het toestel dat de commissie bezat. Bill was in staat de benodigde apparatuur voor de ‘overdrachtsprocedure-naar-een ander-lichaam’ te herkennen, ook al had hij het maar één keer door de buitenaardsen zien gebruiken.

DEEL 13


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen