PRINTBARE VERSIE

HOE DEBUNKERS TE WERK GAAN

Paul Harmans

April 2004

Vroeger zette ik elke UFO-documentaire op videoband. Maar er worden maar zeer weinig objectieve en eerlijke documentaires gemaakt.(*) Vaak lijkt het in de inleiding en het eerste kwartier om een positief UFO-product te gaan, maar dan komen subiet de sceptici en debunkers aan bod, die in de rest van het programma de draak steken met UFO-waarnemers, UFO-onderzoekers en natuurlijk met het UFO-bewijs. Natuurlijk is het noodzakelijk om kritisch naar het UFO-fenomeen te kijken en dat ook in een documentaire op te nemen, maar het zijn steevast de debunkers, de afkrakers die komen opdraven en schaamteloos de feiten verdraaien en soms zelfs pertinent leugens vertellen.

(*) Uitgezonderd de documentaires die door de UFO-kenners worden gemaakt en welke je nooit op tv ziet, maar die je moet kopen. Dat doe ik de laatste tijd en ik kan je verzekeren dat die het geld dubbel en dwars waard zijn.

Kortgeleden heb ik weer eens een documentaire opgenomen, nadat ik er al meer dan 10 jaar schoon genoeg van had. Zo heb ik van Discovery Channel het programma: ‘Unsolved History, Roswell’ op band gezet en daarin worden drie UFO-voorvallen behandeld die het moderne UFO-tijdperk inluidden. Zo zijn daar (natuurlijk) de waarneming van Kenneth Arnold, het Roswell-incident en het Thomas Mantell-incident.

Ik zal de drie zaken afzonderlijk behandelen in de volgorde zoals ze in het programma worden opgevoerd en mijn commentaar en kritiek daarop geven. Ik zal tevens de vier punten, waar debunkers nogal aan hechten, van Stanton Friedman erbij halen.


De documentaire: ‘Unsolved History, Roswell’
De inleiding van de documentaire is vernuftig doorweven met suggestieve teksten, zodat de kijker onbewust wordt beïnvloed met het idee dat het allemaal om waanideeën draait. Eén van de eerste opmerkingen gaat als volgt:
“In 1947 woedde de strijd tussen de VS en Rusland om de eerste atoombom.”
(Dat geeft al een gevoel van angst).

De daarop volgende opmerking:
“In de hitte van de koude oorlog keken de Amerikanen vol angst naar de lucht en zagen ongeïdentificeerde voorwerpen, UFO’s.”
(Zo, de toon is meteen gezet, het waren angstige mensen die bang waren voor een Russische aanval met atoombommen en in hun verwarde hoofden doemden beelden op van UFO’s)

Direct daar achteraan de opmerking:
“In het naoorlogse Amerika sloeg de paranoïde nervositeit om in paniek.”
(Toe maar, de eerste suggestieve leugen is een feit. Er bestond geen ‘paranoïde’ nervositeit onder de bevolking, wellicht onder bepaalde militairen en leden van de regering, die tot ver in de jaren 80 het publiek voorhielden dat de ‘gemene’ Russen elk moment de aanval konden inzetten, maar in 1947 had dat nog weinig effect op de bevolking. De paniek waar men waarschijnlijk op doelt, is de kleinschalige paniek die uitbrak tijdens het hoorspel van Orson Welles, waarin de suggestie werd gewekt dat er bloeddorstige buitenaardsen waren geland. Zo vreemd is het dan niet dat meerdere personen - die te laat hun radio hadden aangezet en daardoor de opmerking hadden gemist dat het om een hoorspel ging - probeerden een goed heenkomen te zoeken. Dat hoorspel was overigens in 1938 op de radio, dus ver voor de periode waarin het UFO-tijdperk werd ingeluid.

Nog wat uitspraken die over het scherm vliegen alvorens de documentaire met de drie onderwerpen van start gaat:

“Vliegende schotels werden een volksobsessie. Nog altijd geloven tal van mensen erin.”
(Pure smaakmakerij, obsessie staat voor dwangvoorstelling en mensen associëren dat automatisch met ‘gek’. Doelbewust manipuleert men dus de kijker.)

“Wat zit er achter deze waarnemingen waar veel mensen in geloven? Tot op de dag van vandaag.”
(Alweer probeert men de indruk te wekken dat je wel heel lichtzinnig moet zijn om in UFO’s te geloven.)

De laatste opmerking moet de kijker over de streep trekken en hem doen besluiten absoluut niet tot de gelovers te gaan behoren:
“Hoe konden keurige mensen zulke verbijsterende conclusies trekken?”
(Wie wil er niet keurig zijn? Dus neem je je voor geen ‘verbijsterende’ conclusies te trekken.)

Nu we voorgekookt zijn en hopelijk onze mening ten voordele van de programmamakers hebben bijgesteld, zijn we er blij mee dat zij dit soort simpele zielen genadeloos als bijziende, angstige, paniekerige, paranoïde, obsessieve en vooral niet keurige mensen zullen ontmaskeren.

We worden voorgesteld aan het team ‘topdeskundigen’, (zo noemen zij zichzelf) welke zijn:
Een historicus.
Een burgerluchtvaartpiloot.
Een grafisch ontwerper.
Een ruimtevaarthistoricus.
En natuurlijk een psychologe.
Ik durf niet te beweren dat deze mensen geen ‘top’ deskundigen op hun vakgebied zijn. Ik durf wel te beweren dat ze absoluut geen objectieve en serieuze studie hebben gedaan naar het UFO-fenomeen. Hadden ze dat wel gedaan, dan zouden ze hun medewerking aan een dergelijk feitenverdraaiend programma ingetrokken hebben.

Er wordt nog even fijntjes het volgende aangehaald:
“Het UFO-idee houdt nog altijd stand, maar is het ook opgewassen tegen de moderne wetenschap?”
(Laten we straks eens kijken hoe die moderne wetenschap met de feiten omgaat).

Voordat we de drie UFO-incidenten bekijken zijn hier de vier debunkerspunten van Stanton Friedman:

1. Wat de mensen niet weten, gaan wij hen zeker niet vertellen.

2. Verveel me niet met de feiten, mijn mening staat al vast.

3. Als je de gegevens niet kunt aantasten, pak dan de mensen aan, dat is makkelijker.

4. Zeg in het openbaar dat je onderzoek hebt gedaan, maar zelf weet je dat nasporen te veel narigheid geeft, dus doe je het niet. Het is veel gemakkelijker en niemand zal overigens het verschil weten.

De waarneming van Kenneth Arnold
De documentaire gaat van start met de waarneming van Kenneth Arnold, hij zag in juni 1947 negen snelle objecten tijdens zijn vliegreis boven de Rainier mountains in de staat Washington.

Kenneth Arnold met een schets van wat hij zag

Men herhaalt exact de vlucht van Arnold, hetzelfde vliegtuig, zelfde jaargetijde en weersomstandigheden en dezelfde route. Arnold berekende de snelheid van de negen objecten en kwam uit op 2700 km. per uur. De ruimtevaarthistoricus komt meteen met zijn mening dat hij die snelheid niet gelooft. “Niemand heeft de knal van het doorbreken van de geluidsbarrière gehoord,” zegt hij en gaat verder met de volgende bewering: “UFO-gelovers zullen zeggen dat buitenaardse ruimteschepen ook zonder knal door die barrière kunnen breken, maar ook voor aliens gelden bepaalde natuurkundige en geografische wetten”.

Hier hebben we te maken met een staaltje kortzichtigheid van de eerste orde. Als deze historicus zich had verdiept in de geschiedenis van het UFO-fenomeen, dan zou hij geweten hebben dat er vele UFO’s met onwaarschijnlijk grote snelheid rondvlogen, wegschoten en opstegen zonder een dergelijke knal. Uit radarbeelden is komen vast te staan dat sommige UFO’s zelfs behoorlijk sneller kunnen zijn dan de negen die Arnold zag. Ik haal hierbij een ijzersterke constatering aan die ook van Stanton Friedman komt en betrekking heeft op de historicus: “Het onvermogen om met onze kennis en techniek het UFO-gedrag te verklaren. Zij zeggen: “Het is onmogelijk,” in plaats van: “Ik weet niet hoe ze het doen.” Voor het onderzoeksteam is er echter al één gegeven weerlegd: de objecten vlogen niet sneller dan de geluidsbarrière. (Dan kunnen het alsnog UFO’s zijn geweest, want die kunnen ook langzaam vliegen, maar daar wordt niet op gewezen natuurlijk.)

Verder met de vlucht van Arnold: Hij blijkt bij het natrekken van zijn gegevens door het team, de hoogte waarop hijzelf en de objecten vlogen verkeerd te hebben ingeschat. Arnold dacht dat die hoogte ongeveer 2800 meter bedroeg omdat hij op gelijke hoogte met de bergtoppen vloog, maar in werkelijkheid zijn de bergtoppen iets (‘veel’ zegt men in de documentaire) lager, tussen de 1939 en 2426 meter. Maar de moderne wetenschap houdt zich aan de feiten en dus hebben zij terecht gelijk dat Arnold er 400 meter naast (boven) zat. Je zou nu verwachten dat er vanwege dat feit een nieuwe en lagere snelheid van de objecten te berekenen is, maar dat is natuurlijk niet zo. Arnold had de hoogte verkeerd ingeschat, – als je in een vliegtuig vliegt dan lijken bergen in de verte al gauw op gelijke hoogte met jouw toestel te zijn – maar de onderlinge afstand tussen de bergtoppen blijft natuurlijk gelijk en op grond daarvan maakte Arnold zijn berekening van de snelheid die de objecten hadden. Hij nam de tijd op die de negen objecten nodig hadden om van de ene bergtop naar de andere te vliegen en berekende daarna dat de snelheid op 2700 km. per uur lag. Maar de topdeskundigen zijn op de hoogte van Friedman-punt1. Wat de mensen niet weten, gaan wij hen zeker niet vertellen. De kijker heeft intussen wel mooi het idee gekregen dat Arnold niet echt accuraat was met zijn schattingen en de suggestie is gewekt dat als hij de hoogte niet goed had ingeschat dat ook wel van toepassing zou zijn op zijn berekening van de snelheid.

“Wat heeft Arnold gezien?” Vraagt het team zich af. “Een troep ganzen denken sommigen. Volgens de luchtmacht was het een luchtspiegeling.”

De bewering van de luchtmacht wordt met een grafisch effect nagebootst door het team, maar men denkt niet dat dat de verklaring is. Wel wordt er opgemerkt dat de plexiglas koepel van de ‘CallAir’ waar Arnold mee vloog, in fel zonlicht waanvoorstellingen laat zien. Met waanvoorstellingen bedoelt men natuurlijk lichtweerspiegelingen, maar dat laatste maakt geen indruk op de kijker dus heeft men voor waanvoorstellingen gekozen. Wat men over het hoofd ziet, is dat Arnold zeker met dat verschijnsel van zijn vliegtuig bekend was en dus niet bij de eerste de beste lichtflikkering aan onbekende vliegende objecten dacht.

De wetenschappelijke verklaring is dus dat het geen UFO’s waren omdat de hoogte verkeerd was ingeschat en de snelheid lager moest zijn dan Arnold berekende omdat er geen knal van het doorbreken van de geluidsbarrière was gehoord.

(Het kunnen dan nog steeds UFO’s zijn geweest, maar men heeft met het geven van suggestieve informatie de indruk gewekt dat het allemaal op misverstanden in gebaseerd.)

Volgens mij is er niets opgelost of verklaard en blijft het: Unsolved History!

Het Roswell-incident
Vervolgens gaat het team over op het Roswell-incident in juni 1947. Het verhaal wordt met beelden kort weergegeven en omdat iedereen wel met de feiten bekend is, herhaal ik die hier niet. Wel is op de vertoning van de feiten nr1 van de punten van Friedman van kracht nl: Wat de mensen niet weten, gaan wij hen zeker niet vertellen. Men houdt zich precies aan de feiten die iedereen kent omdat het ook zo in de kranten stond. Geen enkele andere informatie wordt weergegeven. Uiteindelijk stelt men de vraag: “Een doofpot of een storm in een glas water?” Men kleineert het een en ander en merkt op: “Toen Jesse Marcel het verhaal oprakelde” en: “De oude mythe werd behoorlijk aangedikt.”

Men voert twee verklaringen voor Roswell aan: Eén: het waren aliens en die werden of worden vastgehouden door de VS. Twee: deze mensen hebben hun verhaal verzonnen. Toch komt men met de veronderstelling dat er mogelijk nog een derde mogelijkheid is: misschien vertelden zij geen leugens, maar herinnerden zij zich de gebeurtenissen verkeerd.

Er blijkt uit het bovenstaande dat men volgens Friedman-punt 2: Verveel me niet met de feiten, mijn mening staat al vast, redeneert. Want bij mogelijkheid drie gaan ze ervan uit dat het of leugens waren of verkeerde herinneringen. Het alien-verhaal staat voor hen subiet buitenspel.

Bij het napluizen van de derde mogelijkheid komen de bekende Mogull-ballon en de dummy’s aan bod. De kleine weerballon doet men zelf ook af als onwaarschijnlijk. Hier zit er echter een tekortkoming in de wetenschappelijke benadering, want waar men eerst (terecht) hecht aan de feiten zoals de verkeerd ingeschatte hoogte van Kenneth Arnold, wordt hier totaal voorbij gegaan aan het feit dat er op de datums die bij het Roswell-incident behoren geen Mogull-ballon werd opgelaten en dus ook niet neergestort kon zijn op de plek waar boer Brazel wrakstukken vond. Dat de dummy’s pas zes jaar na het Roswell-incident hun intrede deden heeft ook geen enkele waarde voor deze ‘topdeskundigen’. Ook het feit dat deze dummy’s de lengte hadden van een volwassen mens en gekleed waren als een militair brengt ze niet aan het twijfelen. Zouden de getuigen zo inaccuraat kunnen zijn dat ze deze militaire poppen aanzagen voor buitenaardse wezens in strak zittende pakken en met de lengte van die van een kind van zeven?

Lijkt dit op een buitenaards wezen van 1.20 m. lengte?

Nu komt de psychologe in beeld om de gaten in het geheugen van de mensheid voor eens en altijd aan te tonen. Ze gaat een 'geheugenexperiment' uitvoeren. Zes personen gaan met een gids de woestijn in en een maand later mogen die komen vertellen wat zij zich daarvan herinneren. De zes dragen een helm met daarop een camera, zodat duidelijk wordt wat ze hebben gezien. Ze worden langs een natuurpad geleid en krijgen uitleg over de natuur. Wat is het wat er aan de struiken groeit en is het eventueel eetbaar. Wat de zes echter niet weten, is dat het onderzoeksteam langs datzelfde pad een soort tweede Roswell heeft gecreëerd, compleet met wrakstukken en een bewapende wacht. Zodra de zes in het desbetreffende gedeelte komen, worden ze gemaand snel door te lopen en krijgen ze suggestieve opmerkingen te horen van de gids, zoals: “Ik werd afgelopen donderdag ook al de toegang tot mijn terrein ontzegd” en: “Er is hier iets neergestort dat ze bewaken.” Op een draf holt men langs de plek. De zes mogen de beelden die hun camera’s hebben vastgelegd na afloop natuurlijk niet zien en worden voor een maand naar huis gestuurd.

Na die maand worden de zes ondervraagd over wat zij hebben gezien. Er komen slechts twee vrouwen aan het woord en de eerste vertelt vrijwel exact wat ze zag, alleen heeft ze het over twee soldaten die de wacht hielden terwijl ze er feitelijk maar één had gezien. De tweede vrouw vertelt hetzelfde, maar de deskundigen laten nu de video (die de camera op haar helm heeft opgenomen) aan de kijkers zien waarop is te zien dat de tweede vrouw geen enkele bewaker heeft gezien. Andere delen van haar verhaal kloppen echter weer wel.

Volgens mij is dit experiment wel heel sober en kleinschalig en doet het absoluut geen recht aan de rond 200 getuigen in het Roswell-verhaal. Dit experiment voldoet echter volkomen aan Friedman-punt 3. Als je de gegevens niet kunt aantasten, pak dan de mensen aan, dat is makkelijker. Allereerst wordt er natuurlijk niet stilgestaan bij het feit dat een camera alleen datgene vastlegt, wat zich in een rechte lijn voor de lens bevindt. Het menselijk oog neemt dingen waar die zelfs bijna dwars ervan plaatsvinden. Wie weet heeft de tweede vrouw wel degelijk onder een schuine hoek een bewaker waargenomen. Vanwege het bosrijke gedeelte is het ook niet zo vreemd dat men in de veronderstelling verkeerde dat er twee of meer bewakers rondliepen. Je ziet duidelijk op de beelden dat de bewaker soms geheel aan het zicht wordt onttrokken door bomen en bossage om daarna weer vanuit een andere positie gezien te worden. Natuurlijk heeft het geheugen in dergelijke gevallen hiaten en zal men wellicht wat verzinnen om maar niet dom over te komen door te moeten vertellen dat je het niet meer weet. In het geval van de getuigen van het Roswell-incident is het omgekeerde het geval, de meeste getuigen, zoniet allemaal, wisten dat hun bewering voor de meeste mensen als dom zou worden gezien en toch kwamen zij (voornamelijk na 1980) met hun getuigenis naar buiten.

New Mexico

Stel je nu eens voor dat je op een terrein komt bezaaid met wrakstukken en je ziet daar kleine wezens tussen liggen, die je absoluut niet bekend voorkomen en waarvan de rillingen je over de rug lopen. Stel je nu eens voor dat je als verpleegster in een hospitaal werkt en je moet een paar artsen assisteren bij de behandeling van een paar kleine wezens die je nooit eerder hebt gezien, voor de mens afwijkende fysieke kenmerken hebben en een vreselijke lucht afstoten. Stel je nu eens voor dat je begrafenisondernemer bent en je krijgt de vraag van de legerbasis van Roswell of je een aantal kleine doodskisten aan de basis kunt leveren. Stel je tot slot nu eens voor dat je manager van het plaatselijke radiostation in Roswell bent en je krijgt een hoge militair aan de telefoon die je sommeert meteen te stoppen met informatie te verspreiden over het incident, op straffe van onmiddellijke intrekking van je zendvergunning. (Alle vier de voorbeelden komen voor in het originele Roswell-verhaal) Zouden al dit soort mensen leiden aan geheugenverlies en dus onbewust leugens vertellen? Zo zijn er vele Roswell-getuigen die veel meer zagen en meemaakten dan de zes proefpersonen in het geheugenexperiment, die vaag op een holletje wat wrakstukken en een soldaat met een geweer achter een geel lint te zien kregen. De Roswell-getuigen werden op veel indringender wijze geconfronteerd met het Roswell-incident en dergelijke zeer ongewone zaken staan in het geheugen gegrift en worden een mensenleven lang niet vergeten of verdraaid!

Ter afsluiting van dit psychologische onderdeel merkt men op: “De proef toont aan dat het Roswell-verhaal vrijwel zeker is aangedikt.”
Ja, maar op welke punten? Vrijwel zeker niet op de hoofdpunten, de basis van het verhaal staat als een huis. Het is ongelooflijk dat men dit onderzoekje durft te associëren met moderne wetenschap. Friedman-punt nr4. Zeg in het openbaar dat je onderzoek hebt gedaan, maar zelf weet je dat nasporen te veel narigheid geeft, dus doe je het niet. Het is veel gemakkelijker en niemand zal overigens het verschil weten.

Dan wordt er nog heel even stilgestaan bij de tastbare bewijzen en volgt een warrig verhaal over o.a. Jesse Marcel die op de terugweg naar de basis, met zijn auto vol wrakstukken, even langs huis gaat en zijn vrouw en zoon enkele stukken laat zien waaronder ook het vermaarde folie wat je kon verkreukelen en nadat je het losliet zijn oude vorm weer aannam. (Op zich is het waar dat Marcel langs huis ging, maar men probeert de indruk te wekken dat het een kind van zeven was, de zoon van Marcel, die met de bewering over de eigenschappen van het folie kwam en een kind van zeven is natuurlijk niet deskundig genoeg). Het team bezoekt een metaaldeskundige en deze laat een voorbeeld zien van een stripje geheugenmetaal dat in een bepaalde vloeistof opkrult en vervolgens op een hete plaat weer de oude vorm aanneemt. Dat is echter techniek van de laatste paar jaar en heeft niets met Roswell te maken. De metaaldeskundige verkreukelt voor de camera een stuk aluminiumfolie tot een prop en maakt terecht de opmerking dat zoiets niet automatisch de oude vorm aanneemt. Een lid van het team ‘topdeskundigen’ laat vervolgens een voorbeeld zien van plasticfolie met een metaalkleurige laag. Dat verkreukelt hij en zodra hij het loslaat neemt dat zowaar spontaan de oude vorm weer aan. Jammer voor hem, maar plastic bestond in die vorm nog niet in 1947, (althans niet op aarde). Er wordt wel terloops opgemerkt dat de militairen dergelijk materiaal in 1947 gebruikten, maar waarvoor men dat gebruikte en waaruit dat bestond verklaart men niet en dat zou nu juist een belangrijk punt kunnen zijn.

Alweer komt men volgens mij ook voor het tweede incident niet met een afdoende verklaring. Men maakt nog wel de suggestieve opmerking: “Wat het ook was, het lijdt geen twijfel dat de vondst de paranoia aanwakkerde.” Friedman-punt 2. Verveel me niet met de feiten, mijn mening staat al vast.

Al met al, ook op dit punt dus: Unsolved History!

Het Thomas Mantell-incident
Ter inleiding van dit incident begint men zo: “Tegen deze achtergrond (het Roswell-incident) volgde een half jaar later de derde UFO-waarneming. Met dodelijke gevolgen dit keer. De piloot in kwestie zou het eerste slachtoffer zijn van een oorlog tussen planeten.”
(Maak het zo belachelijk mogelijk, dat brengt mensen in de juiste stemming).

Dan nu de feiten zoals deze deskundigen het brengen: Op 7 januari 1948 kort na één uur ’s middags komen er meldingen binnen van een object boven Kentucky. Kapitein Thomas Mantell leidde net een oefenvlucht met P-51 Mustang vliegtuigen boven die staat. Toen de kisten Fort Knox naderden vroeg de luchtverkeersleiding hem om de zaak te onderzoeken. Mantell wilde dat wel doen. Op een hoogte van 4300 meter zetten drie piloten een steile klim in. Als je zo’n klim inzet vlieg je met ongeveer 300 km. per uur. Op een hoogte van 6700 meter keerden twee piloten om uit angst voor een zuurstoftekort. Normaal is zuurstoftoevoer noodzakelijk vanaf 4000 meter hoogte. Boven de 8000 meter blijf je hooguit vijf minuten bij bewustzijn. Maar kapitein Mantell wilde niet opgeven. Na een achtervolging van 45 minuten gebeurde er iets. Het wrak vertelt de rest van het verhaal. Sommigen denken dat Mantell werd neergeschoten, anderen denken dit: hij had geen zuurstof, hij viel flauw, het vliegtuig bleef stijgen, dook toen in een spiraal naar beneden, brak in stukken en stortte neer bij een boerderij.

Thomas Mantell

Nu de feiten zoals ze in de documenten van de luchtmacht voorkomen: Het Thomas Mantell incident nam zijn aanvang om 12.30 uur op 7 januari 1948, toen luchtverkeersleiders op de controletoren van de luchtmachtbasis Godmanfield in Kentucky, een vreemd ongeïdentificeerd luchtvaartuig waarnamen dat in de lucht zweefde dicht bij de basis. Verscheidene hoge officieren werden erbij geroepen en de leidinggevende operationele- en inlichtingenofficier werd al snel bijgestaan door de bevelhebber van de basis, maar geen van hen was in staat het langzaam roterende object te identificeren.

(Dat klinkt al iets anders niet? De UFO-meldingen die binnenkwamen waren van de luchtverkeersleiders zelf).

Nog wat luchtmachtfeiten: Op 4500 meter hoogte nam Mantell contact op met de toren en meldde dat hij het object in zicht had en klimmende was om het te onderzoeken. Korte tijd later rapporteerde hij dat hij bij het object was en dat was de laatste uitzending die van hem ontvangen werd. Mantells toestel crashte zo’n 130 mijl uit de buurt van Godmanfield.

In deze officiële stukken wordt nergens vermeld dat Mantell op 8000 meter hoogte kwam; volgens onze deskundigen houd je het zonder zuurstof hoogstens vijf minuten op die hoogte uit. Daarmee wekken ze de indruk dat Mantell wel op die hoogte was. De 45 minuten die onze topdeskundigen noemen, wekt alweer de indruk dat Mantell drie kwartier op 8000 meter hoogte rondvloog, maar die 45 minuten staan voor de gehele duur van de achtervolging, dus vanaf het moment dat Mantell gevraagd werd om de zaak te onderzoeken.

P-51 Mustang gevechtsvliegtuig

Nog wat luchtmachtfeiten: (Het waren overigens vier toestellen en geen drie). Korte tijd daarna (na de vraag om onderzoek) vroeg één van de piloten toestemming om zijn vlucht af te breken vanwege dreigend brandstoftekort. Zo bleven er drie toestellen over die doorvlogen richting het vreemde object. De volgende radioboodschap kwam van één van de drie overgebleven piloten, die zei dat hij zijn oriëntatie kwijt raakte en bang was te verdwalen. Hij kreeg ook permissie zijn vlucht af te breken en terug te keren, maar hij zou vergezeld worden door één van de twee overgebleven piloten, die opdracht kreeg hem te begeleiden en veilig terug te brengen naar de basis.

Wat betreft de wrakstukken, daar zit nog een heel vreemd verhaal aan vast en daar rept men niet over in de documentaire. Kapitein James F. Duesler was lid van het bergingsteam en vertelt dat het toestel gevonden werd in het midden van een kleine open plek tussen hoge bomen. Dit zegt hij ervan: “Bij de inspectie van het toestel merkte ik op dat het wel heel vreemd was neergekomen. De vleugels en het staartgedeelte waren afgebroken door de klap op de grond en lagen op korte afstand van het toestel. Er was geen schade aan de omringende bomen dus het vliegtuig had duidelijk geen voor- of zijwaartse beweging toen het naar beneden kwam. Het leek erop alsof het rechtstandig was neergekomen op de open plek. Er was heel weinig schade aan de romp die nog uit één stuk bestond en er was geen spoor van bloed of iets dergelijks in de cockpit. Er waren geen krassen op de romp die erop duidden dat er een voorwaartse beweging was geweest tijdens het neerkomen en ook de propellerbladen gaven geen schade te zien die aangaf dat ze draaiden ten tijde van de crash. Eén blad was doorgedrongen in de bodem. Het schadepatroon kwam niet overeen met dat van een vliegtuig van dit type dat zich met hoge snelheid in de grond boort. Juist vanwege de grote motor in de neus van het toestel, zou het naar beneden moeten komen met de neus omlaag gericht en het zou de grond ook onder die hoek hebben geraakt. Zelfs als het in staat was geweest in glijvlucht naar beneden te komen, dan had het een rij bomen af moeten breken en een vore in de grond moeten trekken. Geen van deze kentekenen was aanwezig. Alle aanwijzingen wezen erop dat het rechtstandig in de opening was gevallen. Ik moet toegeven dat ik dat heel erg vreemd vond.”

Nu weer wat feiten zoals die in de documentaire worden genoemd: De historicus: “Wat had Mantell vanuit zijn cockpit gezien? De officiële lezing liet ruimte voor speculatie en die kwam er ook. In die tijd gingen er geruchten dat het een Russisch vliegtuig was geweest. De P-51 zou lek(?) zijn geschoten en radioactief zijn. Mantell zou verdwenen zijn enz. Daar was allemaal niets van waar. Het leger heeft drie keer gemeld dat de UFO een weerballon was geweest, maar in de jaren 70 werd er informatie vrijgegeven over spionageballonnen. Volgens mij volgde Mantell een Skyhook-ballon,” gaat de historicus verder, “vlak voor het incident was er zo’n ballon opgelaten, NASA gebruikt deze ballonnen nu nog.”

(Ik heb nooit van die speculaties over een Russisch vliegtuig gehoord, maar het kan dat die er waren. Het leger zou een Skyhook-ballon opgelaten hebben, zou goed kunnen, maar zou men daar de leiding van een luchtmachtbasis niet van op de hoogte moeten brengen? Er werden immers oefenvluchten gehouden. Volgens de historicus volgde Mantell een skyhook-ballon. Dat lijkt mij ook speculatie, maar als een historicus het zegt is het dat schijnbaar niet.)

Ik heb nog een verklaring van Kapitein James F. Duesler, die was gestationeerd op Godmanfield ten tijde van het Mantell-incident en hij vertelt: “Een klein stuk papier was op het raam van de controletoren geplakt om een indicatie te geven van de richting van het object. Ik keek naar buiten en zag een vreemd grijs uitziend object dat op een afstand in de lucht zweefde. Vanwege de vorm beschreven we het als een omgekeerd ijscohorentje. Het wijdere gedeelte wees naar de grond en het smallere naar de lucht.”

Duesler heeft het hier over het object waar men Mantell op afstuurde. Klinkt dat als de beschrijving van een Skyhook-ballon of wat voor ballon dan ook? Ik heb nog nooit een ballon op zijn kop zien vliegen en als ik de beelden van de Skyhook-ballon zie, dan is het volstrekt onmogelijk dat een dergelijk gevaarte ondersteboven in de lucht zweeft.

Skyhook ballon

Afijn, het team topdeskundigen heeft waarschijnlijk een ongelimiteerd budget (ik vraag mij af wie dat geld ter beschikking heeft gesteld) en men laat nu een complex experiment zien waarbij met vliegtuigen wordt gevlogen en een grafisch expert met geavanceerde apparatuur en computers een projectie maakt van een Skyhook-ballon, want het staat volgens de makers natuurlijk vast dat het dat is geweest. Alles wordt minutieus nagebootst: lichtval, hellingshoeken, cockpituitzicht, enz. Natuurlijk moet men aannemelijk maken dat de ervaren Mantell het object niet herkende als een ballon, dus zet men de gesimuleerde ballon zo hoog in de lucht dat er enkel een ronde witte vlek is te zien, op vele kilometers hoger dan waar men toen ooit met een vliegtuig kon komen. Dat maakt het natuurlijk ook meteen aannemelijker dat Mantell maar bleef stijgen. Uiteindelijk maakt men de volgende opmerking: “Wat hij ook najoeg, deze man stierf bij de uitoefening van zijn werk. Daar kan geen enkele theorie omheen. Mantells tragische dood wakkerde de algemene angst en paniek aan.”

Alweer die angst en paniek, waarom is er dan vandaag de dag geen angst en paniek? De UFO-waarnemingen vliegen je om de oren en er is inmiddels zoveel bekend dat een werkelijke invasie van buitenaardsen niet eens zo heel onwerkelijk zou zijn. Maar we zijn inmiddels gewend aan de suggesties, speculaties en leugens van dit team, dus gaan we verder met de afsluitingswoorden van deze deskundigen.

De psycholoog: “Als je informatie geheim noemt en weigert te onthullen, vergroot je de nieuwsgierigheid van mensen. Daardoor gaan ze dingen verzinnen en geruchten verspreiden.”
(Weet je meteen waarmee ufowijzer is gevuld, toch?)

Hieronder zal ik de laatste gesproken tekst weergeven en daarop mag je zelf je kritiek loslaten. Ik was blij dat de documentaire was afgelopen en dat ik mijn bloeddruk weer naar normale waarden kon laten zakken. (Eigenlijk is het zelf bekijken van de documentaire een voorwaarde om mijn commentaar beter te kunnen beoordelen).

Eindconclusie van de topdeskundigen
“Ons UFO-onderzoek heeft aangetoond dat de negen objecten die Kenneth Arnold zag niet hebben gevlogen met de vaart of op de hoogte die hij zei en dat de Roswell-herinneringen zijn vervormd. Dat gebeurt al na een maand. En na 30 jaar kunnen poppen in ons geheugen buitenaardse wezens zijn geworden. In het geval van Thomas Mantell kan een spionageballon onder de juiste omstandigheden sterk op een UFO lijken. Het leger verzweeg de waarheid om veiligheidsredenen. Uit dit bedrog vloeide een hardnekkige mythe voort over UFO’s en buitenaardse indringers. Zoals bij elke samenzweringstheorie zal onderzoek echte fans nooit overtuigen van hun ongelijk.”
(Ik heb er moeite mee om niet toch even commentaar te leveren op het bovenstaande, maar ik doe het niet).

Eindconclusie
Deze documentaire is volgens de aftiteling gemaakt in 2003, dus ruim na het ‘Disclosure Project’ dat op 9 mei 2001 een persconferentie met 20 getuigen hield in de ‘National Press Club’ in Washington DC. Dr. Greer, de project leader, zei daar het volgende: “De dames en heren op dit podium en nog zo’n 350 personen uit militaire kring en inlichtingendiensten - allen getuige van de zogenoemde UFO-materie en buitenaardse intelligentie - kunnen en zullen bewijzen dat we niet alleen zijn.”

Ik heb de Disclosure-DVD waarop enkele tientallen getuigen hun verhaal vertellen en ik kan je verzekeren dat je je na het zien en horen van deze mensen afvraagt, waarom dit soort getuigenissen genegeerd worden door de media. Deze DVD zou men bij Discovery Channel eens op het programma moeten zetten.

Het is ook ruim na de oprichting van ‘NARCAP’ een organisatie die de veiligheid in de luchtvaart wil vergroten door aandacht te besteden aan ongeïdentificeerde fenomenen in de lucht. NARCAP heeft als hoofdwetenschapper (voormalig NASA medewerker) dr. Richard Haines aangetrokken. Dr. Haines is de schrijver van het rapport ‘Luchtveiligheid in Amerika - een voorheen verwaarloosde factor’, waarin zo’n honderd gevallen van potentieel gevaarlijke ontmoetingen van piloten met UAP’s (NARCAP gebruikt de afkorting UAP voor: Unidentified Aerial Phenomena, wat hetzelfde is als UFO) worden gerapporteerd die zich de laatste 50 jaar hebben voorgedaan, inclusief 56 ‘near misses’. Deze zijn verzameld uit een database met zo’n 3400 gevallen, vergaard door dr. Haines over een periode van 30 jaar. Deze database bevat eerstehands waarnemingen van commerciële, militaire en privé-piloten, alsook van de Federal Aviation Administration (FAA), National Transportation Safety Board (NTSB) en van NASA.

Hadden onze documentairemakers niet beter hun oor te luister kunnen leggen bij mensen als Greer en Haines? Ik hoor het je al zeggen: “Dan hadden die topdeskundigen ook beweerd dat in al die 3400 gevallen van Haines, een weer-, Mogull- of Skyhook-ballon in de lucht hing!” En: “Die (meest gepensioneerde) getuigen in het Disclosure Project zijn geen baas meer over hun herinneringen.” Wie zei er nu ook alweer dat mensen dingen verzinnen en geruchten verspreiden? Wie verzint er hier nu werkelijk dingen? En wie verspreidt er geruchten? Op de makers van deze documentaire zit het Friedman-punt 2. als gegoten: Verveel me niet met de feiten, mijn mening staat al vast.

Dit soort debunk-documentaires wordt alleen gemaakt om mensen te doen geloven dat niets van het UFO-fenomeen werkelijkheid is. Het eindresultaat van dergelijke onderzoeken staat al vanaf het begin vast. Men haalt enkel de feiten van een incident aan die bij iedereen al bekend zijn, de andere, vaak waardevolle feiten, laat men slim achterwege. Je zou je als wetenschapper moeten schamen dat je onder het mom van moderne wetenschap een dergelijk suggestief onderzoek onderneemt. Als dit de standaard voor wetenschappelijk onderzoek zou zijn dan mogen we terecht het ergste vrezen. Dat is het natuurlijk niet, maar de meeste wetenschappers vinden dit soort gebrekkig, suggestief en vooropgezet onderzoek prima zolang het over een fenomeen gaat waar zij niet in willen geloven.

Dergelijke documentaires worden natuurlijk niet gemaakt voor mij en al die duizenden anderen die al lang weten dat UFO’s wel degelijk bestaan. De makers weten ook dat wij ons niet van ons geloof (zeker weten) laten afbrengen door een dergelijk slap aftreksel te fabriceren van een wereldomvattend mysterie. Zij hopen echter dat al die mensen die twijfelen doorslaan naar de kant waaraan de debunkers staan en dat mensen die al zeker weten dat het onzin is gesterkt worden in die mening. Dat zal ze zeker lukken met dergelijke psychologisch uitgebalanceerde uitspraken en onderzoeken. Iemand die bekend is met de werkelijke feiten kromt enkel zijn tenen en zit het programma hoogst waarschijnlijk niet tot het einde uit.

Voor mij blijft het na het zien van deze documentaire: Unsolved History!

Bijkomend gevolg is dat ik met onmiddellijke ingang stop met het weergeven van de programma’s die op Discovery Channel komen. Men komt bijna uitsluitend met UFO-documentaires die het fenomeen als onzin bestempelen en totaal afkraken en daar werk ik niet aan mee.

De Ramey Roswell Memo.html

Thomas Mantell.html

Disclosure project.html

NARCAP


UFO PAGINA

SKEPTICI PAGINA