PRINTBARE VERSIE

BIG MAMA AND THE BABY UFO’s

By Bob Pratt

Dierverminkingen in Amerika

September 2002

Vertaald door Paul Harmans februari 2004

Dierverminkingen zijn al sinds drie decennia in het nieuws en vertegenwoordigen een van de meest merkwaardige fenomenen van de laatste veertig jaar. Er zijn sterke aanwijzingen dat sommige verminkingen gerelateerd zijn aan het verschijnen van UFO’s en het was die link die mijn aandacht trok.

De eerste rapporteringen kwamen in de late jaren zestig. In het midden van de jaren zeventig was er in het westen van Amerika een op een epidemie lijkende toename van deze verminkingen, met name in Colorado en New Mexico. Daarna namen de aantallen een tijd iets af, maar namen weer toe aan het eind van de jaren negentig. Meer dan een dozijn verminkingen zijn in 2001 gerapporteerd in Montana en ook in Argentinië in 2002. De Argentijnse verminkingen, die gebeuren in een weids gebied ten zuidwesten van Buenos Aires, vingen aan in april 2002 en komen nog steeds - tot in september 2002 ten tijde van dit schrijven - in een hoge frequentie voor.

Koeien en paarden lijken de favoriete doelen te zijn voor wie of wat het ook is dat achter de verminkingen zit, maar ogenschijnlijk ontkomt geen enkele diersoort eraan, zowel huisdieren als wilde dieren zijn er niet veilig voor.

Er worden karkassen van dieren gevonden waarvan delen van het lichaam, zoals repen huid of vlees rond de kop, nek of kaak, met een voor de mens onbekende chirurgische precisie zijn verwijderd. Soms zijn de ogen, oren en tong verwijderd en is het rectale gebied uitgeboord en zijn de voortplantingsorganen verdwenen. Doorgaans ontbreken sporen van dieren, mensen of voertuigen in de nabijheid van de karkassen. Andere dieren, inclusief roofdieren, ontwijken de dode slachtoffers.

Dit is een controversieel onderwerp. Een aantal mensen verklaart de verminkingen als niets anders dan door roofdieren toegebrachte verwondingen, zoals door prairiewolven en vogels wordt gedaan. Andere mensen, en dan vooral de veefokkers die eigenaar zijn van de dieren, ontkennen deze verklaring fel en zeggen dat er geen enkele aanwijzing is dat er roofdieren bij betrokken zijn. Officiële wetshandhavers, dierenartsen en andere wetenschappers hangen beide kanten aan.

In behoorlijk veel van de gevallen zijn vreemde lichten in de lucht waargenomen, net voordat er karkassen werden gevonden Deze lichten worden aan de discussie toegevoegd door mensen – voornamelijk veefokkers en politieagenten – die geloven dat UFO’s de boosdoener zijn.

Stuk papier onder karkas
Ik was nooit echt diep betrokken bij het fenomeen van de dierverminkingen. Ik raakte er pas in geïnteresseerd toen in 1977 de mogelijke UFO-connectie naar voren kwam. Ik spendeerde toen vier dagen aan het praten met veefokkers, boeren en politieagenten in Colorado. Afgezien van een paar telefonische onderzoeken in de daarop volgende jaren en een paar gesprekken tijdens mijn vakantie in 1980 in Wyoming, Colorado en New Mexico, heb ik nooit naar andere verminkingen gekeken.

Het eerste geval waar ik van hoorde betrof een koe die eigendom was van een boer genaamd Jerry Karg, in het district Logan, Colorado. De man die mij erover vertelde, de boer David Wagner, was de buurman van Karg. “Het was één van Jerry Karg’s koeien,” vertelde Wagner, “ik vond haar. Ik denk dat het één van de eerste dieren was dat hier verminkt werd. Het ging als volgt: ik miste een kalf en er lag een halve kilometer bij mij vandaan een weide, dus ging ik daarheen om te kijken of het daar was. Ik zag die koe bij het hek liggen, maar ik besteedde er niet veel aandacht aan, het leek alsof ze bezig was een kalf te werpen. Ik bedacht me ook dat ze kortgeleden een dierenarts hadden geroepen en misschien was ze wel dood en hadden ze haar daar laten liggen. Maar toen ik terug kwam uit de weide wilde ik toch even de koe controleren. Het was ongeveer vier uur in de middag en er lag een stuk papier precies onder haar rectum, ongeveer 40 centimeter breed en een meter lang. Ik weet niet wat voor soort papier het was, het leek mij een soort van vetvrij papier, maar dat was alles wat ze hadden gedaan. Ik denk, dat toen ik op weg was naar die weide, ik hen bang heb gemaakt en dat ze gevlucht zijn. Nadat ik naar huis was gegaan zijn ze teruggekomen en hebben ze afgemaakt waar ze aan begonnen waren. Zij verwijderden haar tong, sneden er een tepel en een oor af en hadden het kaakbeen helemaal schoon gemaakt, zo glad als aal.”

Wagner vertelde mij dit verhaal in augustus 1977, twee jaar nadat hij het verminkte dier had gevonden. De ‘zij’ waar hij over praat waren geen personen die hij had gezien, maar hij doelde hiermee op de onbekende verminkers.

Geen vlees op het kaakbeen
“Toen ik de volgende dag aan het werk ging,” vertelt Wagner, “hoorde ik over verminkingen en toen ik die middag thuis kwam ging ik nogmaals naar die koe. De enige reden dat ik daar de vorige dag was, was om haar oormerk te controleren om te weten wiens koe het was. Dat is waarom ik weet van wie hij was. Het oormerk lag er, maar zij hadden het oor. En er was enkel een gladde snede rondom het rectum met een diameter van ongeveer 30 cm. Ze hadden de organen erdoor naar buiten getrokken. Ze hadden een tepel afgesneden en een oor en aan één kant van de kop was het vlees weg, het kaakbeen zat er nog in. Ze hadden haar tong eruit getrokken en ze hadden het kaakbeen zo glad gemaakt alsof ze het met schuurpapier hadden bewerkt, jongen wat was dat glad, er zat geen stukje vlees meer op.”

Ik vloog op 29 augustus 1977 naar Denver, huurde daar een auto en reed naar Sterling in het centrum van het district Logan, ongeveer 140 kilometer ten noordwesten van Denver. Ik spendeerde vier dagen aan mijn verblijf en kwam erachter dat Karg’s koe één van de eerste was die in het district Logan was gerapporteerd. Tussen augustus 1975 en augustus 1976 onderzochten de sheriff van Logan en zijn waarnemers 77 van dergelijke dodelijke verminkingen. Er waren er waarschijnlijk meer omdat enkele veefokkers simpelweg stopten met ze te rapporteren omdat zij vonden dat er toch niemand was die er wat aan kon doen.

Dr. T.L. Rieke een dierenarts die een praktijk in Sterling had sinds de vroege jaren veertig, voerde een autopsie uit op de koe van Karg. “Ik ga niet volledig mee in wat jij dierverminkingen noemt,” zei dr Rieke toen wij elkaar ontmoetten in zijn huis te Sterling. “maar ik ben onzeker over één ding. Er is iets daar waar ik niet zeker van ben. Toen ik haar onderzocht was haar baarmoeder verdwenen en die was er vanachter uitgehaald, wat nogal ongewoon is.”

Ik vroeg dr Rieke hoe hij de vermissing van de baarmoeder kon verklaren. “Dat kan ik niet,” zei hij, “dat is waar ik nog steeds niet bij kan, ik weet het niet.”

Een aantal mensen gelooft dat de verminkingen slechts het werk van roofdieren is, zoals prairiewolven en dergelijke, maar veel veefokkers, boeren en wetshandhavers spreken dat ten zeerste tegen.

Verminkers verstoord
Toen ik met Wagner over Karg’s koe sprak, zei hij: “Het kunnen geen roofdieren zijn geweest, het was een snede alsof het met een mes was gedaan, het was heel mooi glad. Als het door roofdieren zou zijn gedaan dan had je de bijtsporen moeten zien en die waren er niet. Ik heb het van heel dichtbij bekeken.”

Wagner gelooft ook dat de koe was gedood vlak voordat hij hem zag. “Ik woon net aan de overkant van de weg waar Karg’s land ligt, hij was die middag daar om het hek te repareren. Hij had een afspraak in Denver en verliet de plek om precies half drie en toen was daar nog niets. De koe lag er nog niet. Dus, tussen half drie en vier uur moet het gebeurd zijn. Toen moeten ze die koe gepakt hebben. Toen ik er weer weg ging reed ik de weg af naar waar mijn vee stond en verdomd ik kon niet bij hen in de buurt komen. Ze reageerden zeer verschrikt, zodra ik stopte renden zij weg met hun staarten in de hoogte, net als een groep herten. De verminkers kwamen of meteen terug toen ik daar wegging, of die avond, of de volgende morgen. Ik weet niet wanneer het was. Ik ging naar mijn werk tot drie uur en toen ik thuiskwam ging ik terug naar die koe om haar opnieuw te bekijken. Het stuk papier was nu ook weg.”

In de afgelopen 35 jaar zijn er in de gehele Verenigde Staten duizenden van dergelijke verminkingen gemeld. Er werden zoveel UFO-waarnemingen gerapporteerd tijdens dezelfde tijd dat de dierverminkingen werden gemeld, dat veel mensen ervan overtuigd zijn dat UFO’s achter de verminkingen zitten. Anderen hebben het gevoel dat de verminkingen en UFO’s simpelweg deel uitmaken van een allesomvattend fenomeen.

Op een gegeven moment werden de verminkingen in ongeveer tweederde van de Verenigde Staten gerapporteerd, waarbij Colorado extra hard werd getroffen en met name het oostelijke deel van die staat. Het district Logan betaalde een behoorlijk hoge tol. Tegelijkertijd zagen mensen mysterieuze lichten in de lucht die de bijnaam ‘Big Mama and the baby UFO’s’ kregen en heel vaak gerapporteerd werden.

“Er is een behoorlijk definitieve connectie tussen de lichten en de verminkingen omdat elke keer als er verminkingen waren de lichten verschenen waren,” zo vertelde Harry L. ‘Tex’ Graves mij in een interview in zijn kantoor in Sterling. Hij was ten tijde van deze gebeurtenissen de sheriff van het district Logan.

Reusachtig, stralend object in de lucht
Een man met een rond gezicht, toen 47 jaar oud, met donker haar en een snor. Hij sprak bereidwillig over verminkingen, maar toen ik hem een tijdje later opbelde weigerde hij beleefd om er nog over te praten. Hij was te vaak onjuist weergegeven. Het jaar nadat ik met hem sprak zat hij in de verkiezingsrace en verloor. Hij ging daarna verder met zijn privé zaken in Sterling.

“Big Mama,” zo vertelde hij mij in het eerste interview, “leek op een reusachtige stralende ster, die gedurende tien minuten tot anderhalf uur op dezelfde plaats in de lucht stond en daarna plotseling met grote snelheid verdween. Van tijd tot tijd verschenen er vanuit Big Mama kleine lichten, die vervolgens horizontaal wegschoten en binnen een paar seconden verdwenen waren. Soms, als de kleine lichten naar beneden schoten, kon je ze op de grond zien. Eén, twee of drie kleine lichten waren er dan en als ze klaar waren met wat ze daar dan ook deden, verenigden ze zich weer met het grote licht en verdwenen.”

Graves vertelde dat het object absoluut bewoog door de lucht, soms hing het voor een tijdje bewegingloos en dan verplaatste het zich zeer snel naar een andere plek.

“We hebben het achtervolgd met vliegtuigen zonder verlichting, we hebben het met auto’s achtervolgd, we hebben zelfs mensen voor het donker uitgezet in afgelegen gebieden, maar we waren nooit in staat om zo dichtbij te komen dat we konden zien wat het was. Het was geheimzinnig, heel vreemd.”

Hulpsheriff Bob Stone beschreef Big Mama als: “Een gigantisch groot wit licht. Door de telescoop leek het precies op een gigantische cirkel. Het leek voor een tijdje op een bepaalde plaats te staan en dan begon het te bewegen met een onvoorstelbaar hoge snelheid en was verdwenen. Op een nacht observeerden hulpsheriff Gary Cure en ik Big Mama toen er een ander licht aan de onderkant uitkwam. Dat licht verdween in drie seconden tijd, zo snel bewoog het.”

Ondersheriff Jerry Wolever, toen 40, zei dat toen de verminkingen in 1975 en 1976 echt aanzienlijk waren, het bureau bijna elke nacht meldingen kreeg van vreemde lichten in de lucht.

Sporen naast de karkassen komen zelden voor
“We ontvingen dag en nacht telefoontjes over lichten en we hadden een plattegrond die helemaal vol zat geprikt met kleine gekleurde punaises met de posities van die lichten. Toen pakten we op een keer de plattegrond erbij waarop de concentraties van de dierverminkingen stonden aangegeven en die kwamen het meest voor op dezelfde posities als waar de lichten gerapporteerd waren,” zei Wolever. “Ik zeg niet dat de verminkingen het gevolg van UFO’s zijn, maar wij denken dat het een verdraaid goede mogelijkheid is. Alles wat niet te identificeren is daar in de lucht en wat daar rond die specifieke tijd in de nacht niet behoort te zijn, kan worden gespecificeerd als een UFO. Het kan ook een spook van daarboven zijn,” zei hij en wees met zijn duim in de lucht. “Dus we sluiten dat ook niet uit. We hebben het er onder elkaar vaak over gehad. Het zou ons niets verbaasd hebben als we op een nacht over de top van een heuvel kwamen en we een vliegende schotel in onze koplampen vingen, met daarbij kleine groene mannetjes die een koe aan het verminken waren.”

In de zogenoemde klassieke verminking is het slachtoffer meestal een koe, maar ook stieren zijn veelvuldig gevonden. Paarden en andere dieren vormen een klein percentage van de bekende gevallen. Zelden worden er sporen van mensen, dieren of autobanden naast de karkassen gevonden.

Om de een of andere reden weigeren andere dieren, zowel roofdieren als vee, om de karkassen te naderen. Hele delen van de vacht of huid zijn verwijderd zonder dat de overstekende haren van de vacht zijn doorgesneden en zonder sporen van een mes op het vlees eronder. De voortplantingsorganen en de geslachtsdelen zijn soms verwijderd en de gehele endeldarm is eruit geboord. De karkassen hebben vaak geen bloed meer en ze verteren of heel snel of juist heel langzaam. Soms worden dieren gevonden die plat op hun rug liggen, met alle vier de poten recht in de lucht, een onnatuurlijke positie voor een dier. Incidenteel worden er dieren gevonden met de voorpoten en schouders onder hen gevouwen, alsof ze tijdens het lopen plotseling overleden of vanuit de lucht gedropt zijn.

Gezonde stier wordt slachtoffer
“We hadden twee verminkte dieren die elk zo’n 500 kilo wogen en een dier van bijna 600 kilo dat door de bliksem was getroffen,” vertelde Graves. “We hielden deze drie karkassen gedurende 23 dagen in de gaten. Degene die was omgekomen door de bliksem werd door roofdieren uit elkaar getrokken en over een flink gebied verspreid. Drieëntwintig dagen later zat er nog steeds vlees aan de resten waar de roofdieren van vraten en op kauwden. De twee die door verminking om het leven waren gekomen, waren binnen negen dagen volledig verteerd en geen roofdier had eraan gezeten. Alles wat ervan overbleef waren de gebleekte botten en de verdroogde huid, alsof ze zo’n zes maanden lang in de zon hadden gelegen. De roofdieren wilden niet in de buurt van deze twee dieren komen. Het roofdier dat er het dichtst bij kwam, bleef alsnog op een afstand van zo’n 8 meter. Je kunt zelfs in het zand en de modder zien waar de roofdieren met elkaar vochten, maar niet in de buurt van het karkas. En dat willen ook de andere dieren in de wei niet, noch paarden, noch vee. Er is daar iets dat de dieren wel weten en wij niet.”

Sheriff Graves vertelde mij nog over een ander geval, het betrof een 1000 kilo zware eerste klasse stier: “Als hij (de stier) het in zijn kop kreeg dan was hij door niets en niemand tegen te houden. Hij ging dwars door de afrastering van de kraal en een omheining van prikkeldraad, alles. Maar goed, om drie uur ’s middags op de dag voorafgaand aan de verminking was hij zo fris als een hoentje, hij at goed, hij dronk goed. In de middag van de dag daarop kregen wij een telefoontje dat hij dood in de wei lag. Gedurende de nacht waren twee grote honden aan het blaffen geslagen en hadden de bewoners van het woonhuis wakker gemaakt. Toen zij de honden naar buiten lieten gaan, renden deze ongeveer een meter of tien naar het hek en stopten. Vervolgens kwamen ze jankend terug. Ze waren in de richting gelopen waar de volgende dag de dode stier werd gevonden.”

De meeste dierenartsen geloven dat roofdieren ervoor verantwoordelijk zijn, maar Graves en andere politiemensen en veefokkers wijzen dat fel van de hand. “Onze hoofdsheriff was op een boerderij opgegroeid, mijn ondersheriff groeide op in deze buurt en al mijn andere mensen waren groot gebracht op boerderijen en veefokkerijen,” zo vertelde Graves, “wij hebben gezien wat roofdieren kunnen doen en wat ze ook zullen doen.”

Onmogelijk precieze incisies
“We hebben vele gevallen er tussenuit gezocht waarvan wij het idee hadden dat het dier een natuurlijke dood was gestorven, de roofdieren hadden er bijvoorbeeld aan gezeten. Je kon dan ook de sporen zien van de roofdieren rondom het beest. Je kon de gravende happen zien waar ze een beet in het vlees hadden genomen en het eruit trokken en scheurden, met slippende poten op de grond. Echter, bij de echte gevallen van verminking zie je niets van dat alles, helemaal niets. Als je ooit een hond of een prairiewolf hebt bekeken dan weet je dat die trekken en scheuren en terwijl ze dat doen graven ze als het ware met hun poten in de grond, maar bij een verminkt dier vind je niets, de aarde rondom het dier is niet verstoord.”

Graves vertelde mij dat hij en zijn mannen hadden geprobeerd in de huid van een (dood) dier te snijden zonder de haren door te snijden. “Het haar ligt plat naar beneden en als je daaronder wilt snijden dan moet je het haar doorsnijden. Maar waar ‘zij’ deze lappen huid weghaalden was er nooit één haar doorgesneden. Het leek alsof ten tijde van het snijden het haar rechtop stond en het mes er precies tussendoor was gegaan, wat natuurlijk onmogelijk is om te doen. Iets anders, als je een goed scherp mes neemt, zoals een scheermes of een scalpel en je probeert daar een plak huid mee weg te snijden, dan gaat dat mes door de huid en zal altijd hier en daar sneetjes in het vlees eronder achterlaten. Je moet dan een haardunne lijn hier en daar in het vlees zien lopen, maar die hebben we nooit gevonden. Zij nemen ook nooit iets weg van het vlees, nog geen klein stukje, alleen die plak huid en de andere organen.”

De verminkingen zijn vaak omschreven als zijnde gedaan met chirurgische precisie, misschien met een laser. In haar met een ‘Emmy Award’ bekroonde televisiedocumentaire, gemaakt in 1980 voor Denver’s ‘Channel 7’, liet Linda Moulton Howe een chirurg proberen de incisies te dupliceren op een dode kip. Met een scherp scalpel maakte de chirurg een gat in de huid ter grootte van een rijksdaalder. Het werd een gekartelde rand in tegenstelling tot die bij de verminkingen. De chirurg gebruikte vervolgens een laser om een gat te maken. De laser brandde littekenweefsel rondom de randen van het gat, terwijl die bij de verminkte dieren juist netjes en schoon waren en zonder brandsporen.

Sekten zijn uitgesloten
Hoofdsheriff Tom Bohannon van het district Logan, een lange man met vierkante schouders, vertelde dat hij en andere leidinggevenden de mogelijkheid hadden overwogen van een sekte die de verminkingen op haar geweten had. “Deze mogelijkheid kwam bij ons op, maar omdat het soort gereedschap dat nodig is voor een dergelijke ingreep een enorm bedrag vertegenwoordigt, hebben we die mogelijkheid laten vallen. Ik denk dat zelfs alle kerken bij elkaar in het district, niet genoeg geld kunnen bijdragen om deze activiteiten en het instrumentarium dat nodig is voor een dergelijk karwei te bekostigen. Te allen tijden vinden we iets van bewijs op de plaats van het delict als er een mens bij een verminking is betrokken. Ik weet niet of in die tijd de overheid of particuliere ondernemingen over het instrumentarium beschikten dat hen in staat stelde zo te werk te gaan, over een zo uitgestrekt gebied zonder sporen achter te laten die ons in de juiste richting zouden leiden waardoor we de misdaad konden oplossen.”

Kenneth Gillham die een boerderij op zo’n 18 kilometer vanaf Sterling bezat, vond twee weken voordat ik het gebied bezocht twee dieren van zijn kudde verminkt. “Eén vaars lag op haar rug in een afwateringsgreppel en alle vier haar poten staken recht omhoog de lucht in,” zo vertelde Gillham mij. “Er vloeide ongeveer 25 centimeter diep water door deze greppel. Er zat geen modder aan het harige gedeelte van haar poten die omhoog staken. Aan de hoeven zat slechts een klein beetje modder, maar dat kwam omdat de weide nat was. Het is echt heel vreemd hoe zij daar gekomen was. Als ze zelf de kreek ingelopen zou zijn dan had ze modder tot aan haar knieën gehad, maar die waren brandschoon.”

Afgezien van twee gevallen waarbij vreemde indrukken in de grond werden gevonden, werden er in het district Logan nooit sporen in de naaste omgeving van het verminkte dier aangetroffen. Sheriff Graves zei: “Geen voetsporen, bandensporen, handafdrukken of indrukken van knieën.”

In één van die twee andere gevallen vond Richard Gillham indrukken in de grond op zijn vaders fokkerij nabij Peetz, in het noordelijke deel van het district, nadat hij een verminkte koe had ontdekt. Die lag ongeveer 10 kilometer vanaf de woning van de fokkerij.

Schotelvormige indrukken in de grond
“Er was een serie cirkels elk met een diameter van ongeveer 10 centimeter,” zei Gillham. “Deze cirkels zaten ongeveer anderhalve meter uit elkaar in een driehoeksvorm. Ze zaten ongeveer 12 meter vanaf de koe. Het waren indrukken. De grond was behoorlijk hard en deze indrukken waren ongeveer één tot anderhalve centimeter diep, wat betekent dat er toch wel enig gewicht op moet hebben gerust. Jerry Wolever kwam erbij en nam een hele serie foto’s van de koe. Er zat de een of andere soort witte kalkachtige stof op het dier en dat hadden ze nog nooit eerder waargenomen. De koe bleef daar nog een lange tijd liggen nadat ik haar had gevonden. Dat was gebruikelijk in dit gebied en met de populatie prairiewolven die we toen nog hadden, was het karkas normaal gesproken zo verdwenen. Maar het bleef daar maar liggen en verteerde helemaal en wij hebben nooit een dier eraan zien vreten.”

Sheriff Graves vertelde dat het andere geval zich voordeed ten zuidwesten van Sterling. “De indrukken die daar werden gevonden zaten op zo’n 35 centimeter van elkaar en ze zagen eruit alsof er een schotel omgedraaid in de grond was gedrukt. Zij hadden dezelfde schotelvorm als de grote schotels, alleen zaten deze zo’n 35 centmeter van elkaar.”

Een ander district werd ook hard getroffen
Het district Elbert, ten zuidoosten van Denver, werd zelfs nog harder getroffen dan Logan, met 88 verminkingen in 1976 en 1977. William Waugh was ondersheriff in Elbert en ging in 1979 met pensioen, hij onderzocht veel van die gevallen. “Ik ben zeer geïnteresseerd in deze verminkingen,” zei Waugh, een blauwogige man met vierkante kaken en staalgrijs haar, tijdens mijn bezoek in 1980 aan zijn huis net ten westen van Kiowa. “Ik ben net zo nieuwsgierig als iedereen. Ik heb geen gesloten geest en ik neig steeds meer naar UFO’s dan iets anders.”

Tot aan 1976 had Elbert ongeveer 100 verminkingen gezien en er zouden er in 1976 en 1977 88 bijkomen vertelde Waugh. “Toen de verminkingen van start gingen wisten we voor de duvel niet wat er aan de hand was. Daar kwamen we echter binnen korte tijd wel achter. De helft van de mensen rondom Kiowa was doodsbang.”

Kalf zit bekneld onder boomwortels
“In onze buurt hadden we nog niet gehoord van de verminkingen toen we op de eerste stuitten. We hadden hier veefokkers die het niet wilden geloven totdat het ze overkwam en ze een toontje lager gingen zingen. Maar we kregen onze dierenarts nooit zover dat hij het toegaf. Ik nam eens een foto van een kalf dat bekneld zat onder de wortel van een boom, met zijn kop aan de ene kant en zijn achterkant en staart aan de andere. Er waren geen sporen. Het had daar van zijn levensdagen nooit zelf zo onder kunnen komen. Zelfs niet als het op haar knieën had gekropen, zoals een koe soms doet. Het had er gewoon niet onderdoor gekund, maar het kalf zat eronder bekneld. Ik werd op pad gestuurd naar een ander geval in het zuidwesten van Elbert. De koe daar lag op de flank van een heuvel, met haar kop naar beneden gericht. Een koe zal nooit uit zichzelf zo gaan liggen, haar kop zou naar boven wijzen, maar deze lag dus andersom.”

“Op een keer waren er krantenkoppen waarin het CBI (Colorado Bureau of Investigation) beweerde dat roofdieren en niet verminkers de schuldigen waren. Dat gebeurde precies in de tijd dat de sheriff een koe had gevonden in de bedding van een kreek ten oosten van Simla. Er waren geen sporen in het zand, maar de endeldarm was eruit gesneden en de binnenkant was opgevuld met zand. Het was daar volgestopt en toch waren er geen sporen in het zand waar ze het opgeschept moesten hebben. De sheriff merkte op: ‘Nou, volgens mij lijkt het erop dat ze boos zijn, de CBI zegt dat het roofdieren zijn en nu laten zij zien dat ze dat niet zijn.”

“Dan was er nog die andere koe die op een bepaalde plek naar beneden was gevallen en toen wegkroop naar de plaats waar wij haar vonden. Ze liet een heel spoor van bloed achter. Dat is waarom we het uit gingen zoeken en we de plaats vonden waar ze was neergekomen. Het leek erop alsof ze al haar krachten had aangewend om daar te komen waar ze gestorven is, ze ging dus niet meteen na de val dood. Toch waren er geen andere sporen te vinden dan die van haar. Als deze dieren opgepakt en gedropt worden dan is een helikopter bij voorbaat uitgesloten. Je kunt niet met een helikopter in de buurt van een kudde komen zonder dat je ze uit elkaar drijft omdat ze bang worden. Je zou het met een geluidloos iets kunnen doen, weet je, de kudde binnengaan en er één pakken en hopen dat de andere niet gealarmeerd worden. Maar met een helikopter kun je absoluut niet in een kudde komen.”

Politieagenten hebben een ontmoeting met twee UFO’s
“Na een tijdje,” zo vertelde Waugh, “stopten veel boeren en fokkers met het bellen naar het bureau van de sheriff om de verminkingen te melden. Ze zeiden dat het nog nooit iets opgeleverd had door daarheen te bellen omdat zij er ook niets aan konden doen. Ik zei tegen hen: Ja dat is wel waar, maar wat mij betreft zou ik het wel willen weten.”

Waugh vertelde mij dat hij verschillende ontmoetingen met UFO’s had gehad. “Op een morgen zo rond half drie, reden een politieagent en ik in de auto toen we plotseling een grote oranje bal van licht zagen die achter een huis vandaan kwam. Ik zag drie kleine lichten in wat leek op een cockpit, maar meer kon je niet zien. Het bewoog zeer snel. Een andere keer kwam er één op de weg recht op mij af op de hoogte van een auto, net alsof je de koplampen van een andere auto op je af ziet komen. En toen kwam het helemaal naar beneden! Dat ding kwam naar mij toe en dat maakte mij bang. Als een man zegt dat hij nergens bang voor is, dan is hij dom of een leugenaar. Ik was als de dood. Ik zette de motor uit, pakte mijn geweer en sprong uit de auto, maar dat ding leek in de grond te zijn verdwenen. Ik bedoel het was weg. Er zat wel een dal in de weg, maar dat was maar een klein eindje bij mij vandaan. Ik liep de weg af, maar het liet zich niet meer zien. Ik weet niet wat er mee gebeurde. Wat ik gezien had was enkel een grote oranje bal. Dat is hetzelfde wat we iedere keer in de lucht hadden gezien als er weer een verminking had plaatsgevonden.”

Ondanks dat hij zijn geweer had gepakt, had hij er toch niet mee geschoten, zo vertelde hij. “Ik had me daar al op ingesteld, als ik ooit op zoiets zou stuiten zou ik er niet op schieten totdat ik precies zou weten waar ik op schoot. Want als zij in staat zijn om een koe te doden, op een manier die wij niet kennen en ik zou gaan schieten, dan kon dat wel eens helemaal geen indruk op hen maken en ik was ook niet van plan om zo stom te zijn dat ze boos op mij werden. Ik maakte er een gewoonte van om mensen te vertellen dat er niets was om bang voor te zijn. Als zij mensen wilden pakken dan hadden ze dat wel gedaan voordat ze het vee namen. Ik denk niet dat het iets is waar we ons bezorgd over moeten maken, afgezien dan van het feit dat de boeren wat vlees kwijtraken, behalve als ze natuurlijk wel beginnen met experimenten op mensen.”

Afdrukken van een landingsgestel lijken erop te wijzen dat een koe werd achtervolgd
Eén van de meest ongewone verminkingsvoorvallen betrof die waarbij de afdrukken van een landingsgestel werden aangetroffen, in juni 1976 op een ranch 30 kilometer ten oosten van Dulce, New Mexico. Staatspolitieman Gabe Valdez en Howard Burgess, een gepensioneerde laboratoriumwetenschapper, onderzochten de zaak.

“Het was zeer verrassend,” zei Valdez toen hij zijn reactie ten tijde van het ontdekken van de indrukken beschreef. “Ik wist dat het heel vreemd was. We gingen naar de plaats van het voorval en op ongeveer vijfhonderd meter vanaf de verminkte koe vonden we bewijs dat er een groot voertuig was geland. We vonden in een driehoek liggende pootafdrukken en daarvandaan liepen kleinere driehoekige afdrukken. Ze waren duidelijk te zien. De pootafdrukken van het grote voertuig waren rond van vorm, ongeveer 35 centimeter in doorsnede. Eén zijde van de driehoek die werd gevormd door de drie indrukken was ongeveer 1.50 m. lang, de tweede 1.80 m. en de andere ongeveer 2.00 m. Je kon zo zien waar het was geland, daar was het gras geplet.”

“De kleinere pootafdrukken waren ongeveer 10 centimeter in diameter en elke zijde van die driehoek was ongeveer 70 centimeter lang. Gezien de diepte van de pootafdrukken schatte ik het gewicht van het kleine object op ongeveer 50 kilo. Deze kleinere pootafdrukken kwamen uit de grote zijde van het grotere toestel dus de zijde van 2.00 meter en ongeveer 500 meter vanaf het verminkte dier. We konden traceren waar het dier stond te grazen op het moment dat ze met de achtervolging begonnen. Ze volgden de koe een goede 600 meter en ze raakten haar met iets. We vermoeden dat het iets als een kalmerend middel was. Ze viel op de grond, krabbelde weer op en liep nog wat verder. Daar viel ze opnieuw, ze kwam vervolgens nogmaals overeind en viel toen dood neer.”

“We konden dit alles zo reconstrueren vanwege de sporen op de grond. Die was behoorlijk zacht. We konden daarom met zekerheid zeggen dat ze was achtervolgd omdat je de kleine driehoekig gevormde afdrukken achter haar aan kon zien lopen toen ze wegrende. Er waren twee of drie van deze kleine objecten die de koe volgden. Deze driehoekige afdrukken zaten over het hele veld. Ze achtervolgden de koe en keerden daarna terug naar het voertuig. We waren in staat de afdrukken langs de hele weg te volgen, tot waar de koe verminkt was en terug naar het voertuig.”

Olieachtige substantie gevonden
“Op elke plek waar de driehoek de koe volgde was het gras verdord. Je kon gemakkelijk zien waar het gras verdord was. We vonden ook een olieachtige substantie in het midden van al die driehoekige afdrukken, maar we konden het niet laten analyseren omdat het desintegreerde. Alles wat we weten is dat het laboratoriumonderzoek uitwees dat het petroleumachtig was, ze konden het niet verder identificeren.”

Valdez zei dat niemand op de ranch iets vreemds had gezien rond die tijd, maar hij kreeg wel rapporteringen uit andere gebieden. “Mensen rapporteerden dat zij gedurende de nacht vreemde vliegende voertuigen in het gebied in de lucht hadden gezien. Zij zagen dat grote licht en de kleinere lichten in de lucht.” Op de plek van de verminking ontdekte Valdez dat de uiers van de koe waren verwijderd evenals haar voortplantingsorganen, één oog, het linkeroor en de tong.

Manuel Gomez, de eigenaar van de ranch, heeft de verminkers waarschijnlijk midden in hun werk gestoord. Howard Burgess die Valdez hielp en veel verminkingen heeft onderzocht zei: “Het interessante was dat de eigenaar van de koe ter plaatse verscheen toen de verminking halverwege was. Sommige delen en organen die al waren verwijderd lagen naast de koe. Hij sprong weer in zijn auto en reed naar de stad om Valdez te halen. Toen zij terugkwamen was het werk afgemaakt. Alle delen waren weg en de bandensporen die Gomez had gemaakt op zijn eerste trip, waren bedekt met de kleine pootafdrukken toen zij na zijn vertrek weer verder waren gegaan met hun werk. Dit is een van de beste voorbeelden die ik heb gezien waarin duidelijk wordt dat het gaat om een werkelijke zaak waarbij gesneden wordt. Ze werden duidelijk gestoord in het midden van hun werkzaamheden. Gomez kwam door een langgerekt ravijn aangereden en je kon zijn auto van ver horen aankomen, zelfs voor hij in het zicht van de koe kwam.”

UFO’s zijn erbij betrokken zegt wetenschapper
Burgess die in 1973 met pensioen ging nadat hij had gewerkt aan het ontwikkelen van atoomwapens en in het ruimtevaartprogramma aan de Sandia Laboratories in Albuquerque, onderwierp de plaats van de verminking aan een stralingsonderzoek. “We vonden straling,” vertelde hij, “het was niet bijzonder hoog, maar het was hoog genoeg om ongebruikelijk te zijn. Deze straling vonden we niet op het dier zelf, maar rondom het gebied waar het voertuig was geland.”

Valdez vond later (in 1978) twee gevallen met identieke pootafdrukken. “Ik vond opnieuw afdrukken van een landingsgestel op de ranch van Manuel Gomez in Dulce en op de ranch van een politiechef van de Indianenstammen, zo’n 25 kilometer ten westen van Dulce.”

Valdez zei dat hij na de eerste verminking op de ranch van Gomez in 1976 in de jaren daarna meer dan 40 andere verminkingen had onderzocht. Beiden, hij en Burgess, geloven dat er UFO’s bij betrokken zijn.

Burgess vertelde: “Ik volg deze UFO-zaak sinds het begin in 1947 toen het echt goed van start ging. Ik heb zelf twee goede waarnemingen gedaan terwijl ik op mijn werk bezig was met het onderzoek naar kernenergie, tezamen met anderen, dus ik heb getuigen. Ik geloof in de ware betekenis van ongeïdentificeerde vliegende objecten. Als het ongeïdentificeerd is voor mij en ik heb alle zaken uitgesloten die het zouden kunnen identificeren, dan is het een UFO. Dat betekent dan niet automatisch kleine groene mannetjes, maar ja, er zijn UFO’s betrokken bij deze verminkingen.” Dan voegt hij eraan toe: “Ik ben bekend met gevallen die je het gevoel geven dat de behandeling werd voltrokken aan boord van een vliegend voertuig en dat het karkas daarna werd neergelaten of gedropt naar de grond. Dat verklaart het gebrek aan sporen op de grond en de afwezigheid van bloed.”

Gedurende een bezoek in 1980 aan Chama, New Mexico, had ik nogmaals een gesprek met Valdez.

Bewijs duidt op UFO’s
“De UFO-zaak is behoorlijk overtuigend,” vertelde Valdez toen we in de schaduw van een veranda van een motel zaten. “Ik blijf telkens proberen om UFO’s te negeren, maar het komt iedere keer weer terug. Heel veel wetsdienaren zijn in verwarring gebracht omdat er in deze zaak steeds maar weer UFO’s naar voren komen. Maar wie anders heeft deze complexe luchtvoertuigen? En de dierenartsen hebben er ook geen antwoord op. Ik blijf inderdaad proberen om UFO’s uit te sluiten, maar dat lukt gewoonweg niet omdat er teveel bewijs is. Iedere keer als we die lichten zien hebben we een verminking. Als er een sekte dit gebied was binnengetrokken dan zou ik daar van weten. Ik ken de mensen hier. Als iemand een ander vermoordt, dan vind ik hem vroeger of later. Als er brand is gesticht dan vind ik wel uit wie het heeft gedaan, maar de verminkingen kan ik niet oplossen. Als er zoals wel wordt beweerd roofdieren bij betrokken zijn, dan hebben we roofdieren met superkrachten omdat we soms zien waar de koeien de lucht in zijn getild en bij het verminkte dier vinden we vervolgens ook sporen van klampen op de poten. Het is voor mij ook heel moeilijk om aan te nemen dat een roofdier in staat is het hart eruit te halen via een kleine opening in de hals.”

Wanneer zullen de verminkingen ophouden? Wie doet het? Wat kunnen we doen om ons ertegen te beschermen? Dat waren ook de vragen van Manuel Gomez op een conferentie die was belegd door het Amerikaanse senaatslid Harrison Schmitt uit New Mexico en werd gehouden in april 1979 in Albuquerque. Gomez was één van de meer dan een dozijn sprekers, hij had tegen die tijd al vijf stuks vee verloren aan het fenomeen. “Het is niet gemakkelijk voor mij en mijn familie, de constante angst en de mentale smart omdat we niet weten hoeveel verminkingen er nog zullen plaatsvinden en waar en wanneer ze toeslaan, vannacht, morgen of overmorgen?” Zo vertelde Gomez.

Rawleigh Tafoya de politiechef van de Indianenstammen, sprak ook op de conferentie en hij vertelde: “Ik persoonlijk heb drie koeien eraan verloren en mijn buurman, mr Gomez, enkele meer. Andere stamleden hebben ook dieren verloren. We zijn bezorgd om het vee, maar we vragen ons af wat de werkelijke reikwijdte is van deze mysterieuze dingen die gebeuren. Ik begin mij nu af te vragen of de levens van mensen binnenkort op het spel staan. We weten niet waar we mee te maken hebben. Sommige mensen hebben UFO’s genoemd. Ik geloof niet in UFO’s omdat ik er persoonlijk nooit een heb gezien. Ik heb nooit al die lichten gezien die men heeft gerapporteerd. Maar mijn agenten hebben dat wel en ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan wat zij zagen. Zij hebben iets gezien, maar we weten niet wat het is. Omdat we niet weten waar we mee te maken hebben zijn we zeer bezorgd. Er gebeurt absoluut iets daar. Mijn stam heeft haar bezorgdheid uitgesproken. Wat is de volgende stap? Wie is de volgende?”

DIERVERMINKINGEN